Beginnen met golf

Dertig stemmen in mijn hoofd

Columniste Ibtihal Jadib zit als beginnende golfer nog in de fase dat heel soms haar hoofd volloopt met te veel informatie...
Mijn zoontje maakte me vannacht wakker uit een diepe droom waarin ik tot mijn knieën in een berg golfclubs stond te zoeken naar de sand wedge. Vloekend smeet ik de ene club weg na de andere, wetende dat het me nooit zou lukken om die ellendige clubhoofden uit elkaar te houden. Grinnikend om mijn eigen droom viel ik later weer in slaap. De frustratie over golf gaat diep zitten.

Morgen heb ik weer les bij de golfpro. Hij was een paar weken op vakantie, wat mij de perfecte gelegenheid bood om m’n huiswerk te doen voor de baanpermissie: die golfswing een beetje fatsoenlijk uitvoeren en de regels van het spel leren. Een kind kan de was doen. Dacht ik. De enige kans op baanpermissie morgen is wanneer de hoge heren in Schotland ineens zeggen dat een golfswing voortaan zo verrassend mogelijk moet worden uitgevoerd. Een freestyle-swing waarbij geen mens kan voorspellen waar de bal zal terechtkomen. In elk ander scenario zal de golfpro mij beleefd moed inspreken en hoofdschuddend weglopen.
  

‘Níet de bal oplepelen, maar óp de bal slaan’. Dat levert kortsluiting op want ik begrijp niet hoe je zowel dóór een bal moet slaan, als er óp.

Waarom doe ik dit eigenlijk? Ik had ook op bank kunnen zitten met een goed boek. Of een sport kunnen uitkiezen die vergevingsgezind is, eentje waarbij je op een paar oude gympen en een zakje goede zin al een eind komt. Maar nee, mevrouw heeft besloten dat ze een golfballetje wil wegslaan, en in een perfect mooie boog s’il vous plaît. Met als gevolg dat ik nu op de driving range me in het zweet sta te werken. Ik probeer alles toe te passen wat ik tot nu toe heb gehoord of gelezen. Niet op de bal zelf mikken, maar dóór de bal heen slaan. Alsof ik sta te bezemen en daarbij slechts toevallig de bal tegenkom. Tegelijkertijd denk ik: ‘Níet de bal oplepelen, maar óp de bal slaan’. Dat levert kortsluiting op want ik begrijp niet hoe je zowel dóór een bal moet slaan, als er óp. 

Ik probeer het anders: überhaupt niet denken aan die bal, maar me concentreren op het raken van de grond pal ervoor. Ondertussen hoor ik dertig stemmen in mijn hoofd die van alles door elkaar roepen: is m’n grip nog goed, zijn mijn knieën te veel gebogen of juist te weinig, waarom lukt het me niet om mijn hoofd stil te houden en hoe krijg ik die heupen mee in de swing? Het is een gepruts van jewelste en als ik na een tijdje moedeloos opkijk, zie ik iemand voor me soepeltjes z’n bal wegtikken in een adembenemende boog. Wat een klootzak. Ik draai me om naar degene die mij naar deze plek heeft meegenomen: mijn man. Wanneer onze blikken elkaar kruisen, zegt hij goeiig: ‘Je moet niet vergeten je linkerarm te strekken bij de backswing’. Hij doet nog even voor hoe het moet. Ik kijk naar z’n nieuwe golftas. Als ik dat ding in de vijver kieper, moet ik dan ook FORE roepen?


Ibtihal Jadib

Ibtihal Jadib pakte uit nieuwsgierigheid naar de passievolle vrijetijdsbesteding van haar echtgenoot recent zelf de golfclubs vast en is sindsdien minstens zo gedreven als haar partner. Maar nog niet zo goed. Op GOLF.NL schrijft ze over haar entree als golfster in een voor haar nieuwe wereld.

}