Afgelopen zondag stelde Daan Huizing zijn tourkaart definitief veilig. Dat betekent dat er in 2024 in elk geval twee landgenoten op de DP World Tour spelen. Mogen we daar blij mee zijn? "De grote vraag is waarom Nederland niet meer topamateurs heeft."
Sietse Herrema, redacteur: Om politiek correct te beginnen (en Gerard voor te blijven): we hebben natuurlijk ook nog Anne van Dam die het goed doet op de Ladies European Tour en Dewi Weber, die in haar laatste toernooi van het seizoen (9-12 november) wellicht nog kan stunten en in de top-100 van de Race to CME Globe kan eindigen om zo haar LPGA-kaart te behouden. Komen we over een paar weken op terug, maar bij de mannen hebben we het heel wat jaren met één bebaarde speler moeten doen, dus vanuit dat oogpunt is het luxe. Wat mij wel zorgen baart is dat we met Joost Luiten (37) en Daan Huizing (33) niet echt jonge spelers hebben op de Tour. Bepaald geen youth movement dus, en ik zie daar op de korte termijn ook geen verandering in komen.
Noud Bemelen, redacteur: Noem me een tikkeltje verwend, maar ik vind twee te weinig. Naast Joost Luiten, die dit jaar weer een aantal topprestaties heeft geleverd (een tweede plaats en drie keer derde), had ik vooral wat meer van Wil Besseling verwacht. Hij eindigde al een paar seizoenen solide in de top-100 van Europa en ik had aan het begin van 2023 goede hoop dat hij misschien wel eens kon gaan winnen. Hij moet nu vechten voor zijn kaart, terwijl Daan Huizing die van hem ondanks de misschien wat lagere verwachtingen juist heel knap wist te behouden. We hebben deze week trouwens ook nog Second Stage van Q-School en Lars van Meijel in de Grand Final op de Challenge Tour! Er is dus nog goede hoop dat het sowieso niet bij twee blijft, al deel ik de zorgen van Sietse richting de toekomst.
Stef Swagers, redacteur: Het is inderdaad afwachten wat de zeven Nederlandse spelers, die nog over zijn na First Stage, doen tijdens Qualifying School. Als geen van hen de DP World Tour haalt, vind ik dat teleurstellend. En dus ben ik niet blij met twee spelers op het hoogste niveau. Voor een land als Nederland met ruim 430.000 golfers is dat weinig. Ik snap dat het niveau heel hoog is, maar in 2012 hadden we zeven spelers op de Tour. Als we nu blij zijn met twee dan gaan we die zeven waarschijnlijk nooit meer halen. Daarentegen doet Joost Luiten het dit seizoen weer fantastisch en ik vind het ontzettend knap hoe Daan Huizing zich de afgelopen weken ‘veilig’ heeft gespeeld. Ik heb goede hoop dat minimaal één speler zich bij hen gaat voegen met een volledige tourkaart.
Is de Duitse golfmentaliteit beter dan de Nederlandse?
Gerard Louter, golfjournalist: Als het bij Luiten en Huizing blijft op de DP World Tour is dat natuurlijk uiterst teleurstellend. De Denen hebben volgend seizoen minimaal zes spelers met speelrecht op de DP World Tour. Maar omdat jullie waarschijnlijk net als ik een beetje moe worden van die eeuwige vergelijking met de Denen, heb ik voor de verandering naar de Duitsers gekeken. Acht Duitsers zijn dit seizoen in de top-116 van de Race to Dubai geëindigd, en via de Challenge Tour (Maximilian Rottluff) en de Qualifying School gaan er waarschijnlijk nog wel wat spelers promoveren. Onze oosterburen moesten het lang hebben van eerst Bernhard Langer en toen Martin Kaymer, nu breken de Duitse golfers bij bosjes door. Wat is het geheim van hun succes? Toch een betere begeleiding van talenten dan bij ons in Nederland? Trainingsfaciliteiten op hoger niveau? Is de Duitse golfmentaliteit beter dan de Nederlandse? Als de senior van dit groepje zou ik zeggen, snel oostwaarts jullie en kom terug met een uiterst pünktlich geschreven reportage over het Duitse golfsucces en wat wij daarvan in Nederland kunnen leren.
Dewi-Claire Schreefel, TeamNL-coach vrouwen: Amateur- en professioneel golf wordt elk jaar competitiever, dus de weg naar het behalen en behouden van een tourkaart is en wordt steeds uitdagender. Terwijl dat niveau breder en breder wordt, vermindert het aantal Nederlandse amateurs met een handicap lager dan 5 al jaren. Uiteindelijk moet je een topamateur zijn geweest om door te kunnen gaan als professional. De grote vraag is waarom Nederland niet meer topamateurs heeft die überhaupt mogen dromen over het zijn van professional. Meer goede amateurs leidt tot meer onderlinge competitie en dat zorgt weer voor een algeheel hoger niveau, amateurs en (playing) pro’s. Even wat cijfers voor Gerard, die begon over de Denen en de oosterburen: in Denemarken zijn er 346 golfers van 18 jaar en jonger met een handicap lager dan 5. In Duitsland zijn dat er 601. Dat is 137% en 308% meer dan in Nederland.
Afbeelding: ontwikkeling aantal golfers van 18 jaar en jonger met een handicap lager dan 5: