Vooral overleven op de ProGolf Tour

Tennissers die in de onderste regionen van het profcircuit toernooien spelen met weinig prijzengeld en nul sfeer spreken vaak over de jungle. Iedere tennisser wil zo snel mogelijk uit die jungle ontsnappen en droomt van het gras van Wimbledon, het grote geld en gloriëren voor volle tribunes.

De golfers op de ProGolf Tour dromen van spelen voor een groen jasje en voor talloos veel miljoenen, niet voor een totale prijzenpot van dertigduizend euro zoals deze week in het FaberExposize Open. Eerstejaarsprofessional Dario Antonisse (foto boven) is een van de dertig Nederlanders in het veld. “Je wilt niet te lang blijven hangen op dit circuit,”, zegt Antonisse op het terras van Golfclub De Gelpenberg in Drenthe. “Ik ben nog maar kort professional, de ProGolf Tour is voor mij prima om te starten. Het niveau is ook hoog hoor, je moet echt goed golfen om bovenin mee te doen. Maar het doel is natuurlijk wel zo snel mogelijk weg hier, promoveren naar de Challenge Tour. Als je na twee jaar nog op de ProGolf Tour speelt wordt het mentaal heel lastig denk ik."

Realiteit

 

Max Albertus beaamt het meteen. In 2017, zijn eerste jaar als pro, haalde Albertus knap de cut in het KLM Open. In 2018 eindigde hij zelfs als beste Nederlander in dat toernooi van de European Tour. Vier jaar later, nadat hij de pro-am heeft gespeeld van het FaberExposize Open, klinkt de inmiddels 28-jarige golfer gedesillusioneerd. “Dit is niet de plek waar ik wil staan, waar ik had gedacht nu te staan, maar het is wel de realiteit. Corona, het schrappen van toernooien en de Qualifying School, heeft niet geholpen, maar ik heb ook gewoon kansen laten liggen en niet goed genoeg gespeeld.”

Opladen voor toernooien valt Albertus steeds zwaarder. “De ProGolf Tour inspireert niet. Hier op De Gelpenberg is het gelukkig anders, maar op de meeste toernooien zie je nauwelijks toeschouwers en de banen worden doorgaans ook slecht geprepareerd, daar erger ik me aan. Als je dan ook niet goed presteert, wordt het mentaal een moeilijk verhaal.”

Als we meer spelers op de grote Tour willen, hebben Nederlandse talenten toernooien nodig om ervaring op te doen

De 23-jarige Antonisse staat er een stuk positiever in. “Natuurlijk is het contrast met de European Tour heel groot, maar na de verhalen die ik had gehoord vind ik de ProGolf Tour eigenlijk meevallen. Je moet het zelf ook leuk proberen te maken, als je depressief op de baan staat omdat je vindt dat je eigenlijk op een ander circuit thuishoort ga je geen toernooi winnen. Deze week is het trouwens top. De Gelpenberg is een goede baan en de club maakt er een supermooi event van.”

Topgolf

 

Volgens Laurens Jan Baas, voorzitter van De Gelpenberg, zijn er meerdere redenen om het FaberExposize Open te organiseren. “Het is heel positief voor het clubgevoel, de kwaliteit van onze baan gaat omhoog en het toernooi zet De Gelpenberg meer op de kaart bij potentiële leden en gastspelers. Daarnaast willen we graag een bijdrage leveren om topgolf in Nederland te stimuleren. Als we meer spelers op de grote Tour willen, hebben Nederlandse talenten toernooien nodig om ervaring op te doen.”

 

Clubs die een toernooi van de ProGolf Tour willen huisvesten moeten 25.000 euro betalen aan de organisatie van het circuit. “De Gelpenberg kan dit doen dankzij steun van de provincie en de gemeente, dat is voor ons cruciaal”, aldus Baas. “Daarnaast hebben we financiële steun van sponsoren en ook de NGF draagt iets bij. We hebben een contract voor drie jaar met de ProGolf Tour. Volgend jaar is de derde editie, daarna kijken we verder.”

 

De voorzitter van De Gelpenberg zou het toejuichen als meer Nederlandse clubs een toernooi van de ProGolf Tour gaan organiseren. “Een paar toernooien in korte tijd achter elkaar in Nederland zou perfect zijn, dat geeft extra speelmogelijkheden en de reiskosten voor de mannen blijven ook laag.”

 

Spaargeld

 

Dit jaar telt de kalender van de ProGolf Tour veertien toernooien. Aan het begin van het seizoen vijf in Egypte, drie toernooien in Duitsland, twee in Tsjechië en Oostenrijk en één in Polen en Nederland. Het prijzengeld is 30.000 euro, voor veel spelers wegen de verdiensten bij lange na niet op tegen de gemaakte kosten. Het inschrijfgeld per toernooi is al 210 euro en daar komen de reis- en verblijfkosten bij. Players Lounges zoals op de grotere Tours zijn er ook niet, de spelers moeten hun eten zelf betalen.

Ik wil niet stoppen, daarvoor is de liefde voor golf nog steeds te groot. Maar het moet financieel wel kunnen

 Max Albertus speelde dit jaar elf toernooien, hij verdiende alles bij elkaar 4.573 euro prijzengeld. Hoe lang kan hij nog overleven als profgolfer? “Dat vraag ik me zelf ook steeds vaker af. Ik had wat spaargeld maar dat is nu echt op. Sponsoring heb ik nauwelijks. Ik doe alles al zo goedkoop mogelijk, heb nauwelijks nog coaching. Ik deel altijd een kamer, slaap soms ook in één bed met een andere golfer. Vind ik geen probleem, het went en ik slaap toch wel. Maar nu mijn geld op is, speel ik wel met veel extra druk, dat komt mijn scores niet ten goede.”

Denkt hij aan stoppen? “Ik wil niet stoppen, daarvoor is de liefde voor golf nog steeds te groot. Maar het moet financieel wel kunnen.”

 

Tot overmaat van ramp raakte Albertus in Drenthe geblesseerd aan zijn schouder en trok hij zich voor de tweede ronde terug. Over enkele weken wil hij via de Qualifying School toch weer een poging wagen om speelrecht te bemachtigen op de Challenge Tour of zelfs de European Tour. “In het verleden heb ik bewezen dat ik heel goed kan golfen, daar houd ik me aan vast. Om iets achter de hand te hebben ga ik wel de C-opleiding doen van PGA Holland, maar ik wil hoe dan ook zo veel mogelijk blijven spelen.”

 

Rooskleuriger

 

Dario Antonisse staat er dankzij een aantal sponsors een stuk rooskleuriger voor. “Ik kan me zelfs een vaste caddie veroorloven, die luxe heeft bijna niemand op dit circuit.” In april won Antonisse een toernooi in Oostenrijk. Met 8.329 euro prijzengeld staat hij achtste op de Order of Merit, de jaarranglijst. Hij moet in de top-6 zien te eindigen om promotie af te dwingen naar de Challenge Tour. In het FaberExposize Open lijkt hij geen grote slag te slaan. Antonisse haalde vrijdag wel de cut maar hij staat ver achter de leiders. Na deze week staat alleen het slottoernooi nog op de kalender, eind deze maand in Duitsland. Het prijzengeld bedraagt dan 50.000 euro dus er zijn nog veel verschuivingen op de Order of Merit mogelijk. 

 

De Haas wint!

 

De tweede editie van het FaberExposize Gelpenberg Open is gewonnen door Floris de Haas. De professional uit Rotterdam kwam na 54 holes uit op -10, net als de Fransman Mathis Pansart. De Haas won in de play-off met een birdie op de derde extra hole en verdiende 5000 euro. Mike Toorop werd vierde met -5. 

 

Leaderboard