Schreven we top 20? Maak er maar een top 50 van! Alleen al in Groot-Brittannië vind je er legio en sommige hebben prachtige namen ook; Hell Bunker en The Coffin (Old Course, St. Andrews) bijvoorbeeld. Die slaan we nu even over, want ze komen regelmatig in beeld wanneer de topgolfers er spelen. We pikken er wel twee in het Verenigd Koninkrijk uit, maar ‘landen’ voor deze bunker drop ook in twee van de andere vier continenten.
Ook in Schotland, maar iets minder vaak op televisie is The Cauldron, vertaald De Ketel. Het is niet duidelijk waarom voor deze naam gekozen is, maar misschien dat dit een plek is waar je als golfer snel 'overkookt'? Deze bunker op hole 11 van Dundonald Links (ook al eens het toneel van het Schots Open) bevindt zich aan de achterkant van de green en werd naar verluidt door architect Kyle Philips bij ‘toeval’ ontdekt toen hij met het ontwerpen van de baan bezig was. Fijn dat er een trapje is om af te dalen in dit gat op de par-3-hole.
Het is niet alleen een kunst om de bal eruit te slaan, maar je moet ook nog eens een helling van bijna 25 meter overbruggen om de bal niet in de bunker te laten terugrollen.
We blijven nog even aan de overkant van de Noordzee, al word je wellicht door de naam Himalaya op het verkeerde been gezet. De naam Himalaya wordt op meerdere golfbanen gebruikt voor een ‘hoge’ bunker waar je letterlijk en figuurlijk tegenop kijkt. In Engeland zijn er zeker twee met die afschrikwekkende naam.
De beroemde golfbaan Royal St George’s in Kent heeft er één (12 meter diep in een hoge duin aangelegd en ja, héél beangstigend), maar omdat die al zo vaak wordt genoemd, richten wij met stijgende verbazing onze blik op St. Enodoc, een prachtige linksbaan in Cornwall.
Op de par-4 hole 6 van de Church Course kun je je borst natmaken (of een kruisje slaan zoals je wilt) wanneer je voet zet in deze zandheuvel.
Met een hoogte van ongeveer 40 meter en een omvang van 18 x 30 meter is dit serious business. Architect James Braid moet in 1907 toch ook in zijn vuistje hebben gelachen toen hij op dit idee kwam. In de loop der tijd groeide de bunker behoorlijk dicht, maar een aantal jaren terug is er weer een ‘verschrikking’ van gemaakt, die je moet ‘passeren’ om bij de green te komen.
Amerika mag in dit rijtje niet ontbreken, want daar is natuurlijk alles ‘bigger, bigger en nog eens bigger’. Die vlieger gaat niet per definitie op voor deze bunker, maar een nachtmerrie is het wel. Op de Scottsdale National Golf Club hebben ze een van de banen de naam Mine Shaft Course gegeven, ter ere van de mijngeschiedenis in de staat Arizona. Dan weet je dat je op het ergste moet zijn voorbereid.
Op hole 15 krijg je een par-5 van ongeveer 530 meter voor je kiezen. Niets om wakker van te liggen. Prachtig uitzicht op bergen voor je en links van je, zodat je eigenlijk niet ziet dat er ergens onderweg naar je birdie een meedogenloze bunker naar je loert.
Vier meter diep, aan alle zijden planken… Waar doet je dat aan denken?
Precies, een schachtingang van een mijn…
Adios!
Zo mooi als de Zangeres Zonder Naam ooit Mexico bezong, zo ‘lelijk’ is de Cave Bunker, op de El Camaleón Mayakobe Golf Club, een baan die ook regelmatig door de PGA Tour wordt bezocht. We weten niet wie het zo bedacht heeft, maar het kan direct al op de eerste hole je humeur verpesten. De grotbunker, ontstaan uit een sinkhole (zinkgat), heeft als bijnaam de Devil’s Mouth. Zonder een pact te sluiten met deze ‘beste’ man, lijk je hier eeuwig in rond te blijven dwalen wanneer je bal de duisternis is ingerold.
Nou vooruit, laten we niet helemaal in mineur eindigen. Op nummer vijf dit voorbeeld van Indiase ‘artwork’. Niet een bunker waar je direct bang van wordt misschien, maar wel een die je vanwege de schoonheid liever wil mijden. Je wilt toch niet de golfer zijn die dit kunstwerk aan diggelen slaat? Gelukkig is die kans niet zo groot. In principe heb je de geribbelde muur in je rug wanneer je op hole 12 van de DLF Golf Course vanuit het zand naar de green slaat. Het beeld van Pablo Larrazabal hieronder is dus alleen voor het mooie plaatje...