Dagboek van een beginner

Roy wil één ding weten tijdens broodnodige les: 'Hoe herpak ik mezelf als ik geen deuk in een pakje boter sla?'

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Eindredacteur Roy Heethaar en contentmanager Maaike Olde Olthof schrijven in de rubriek 'Dagboek van een beginner' beurtelings over hun vorderingen en flaters als startende golfers. Roy zit niet in zijn beste fase en meldt zich wanhopig bij golfpro Marc. "Heb jij een technisch probleem of een mentaal probleem?"

Golf is geen computerspel waarbij je reeds behaalde levels kunt saven. Dat wordt me deze golfarme zomer (te weinig tijd) pijnlijk duidelijk. Wie als beginner denkt zomaar weer de draad op te kunnen pakken na wekenlang zonder oefenen, heeft het mis. Althans, dat geldt voor mij.

Drivingrange Sybrook

Ik zou toch zweren dat ik in de lente iets van een basisniveau had opgebouwd, maar als ik in juli eindelijk weer eens vol goede moed de drivingrange van ‘t Sybrook betreed, krijg ik flashbacks naar mijn allereerste slagen als beginnend golfer. Een mandje vol afzwaaiers en mishits, daar moet ik het mee doen. Ik word overmand door wanhoop en frustraties. Verdriet zelfs.

Hier moet iets aan te doen zijn

Als de eerste paar ballen ruk zijn, dan kun je me opvegen. Dan is het klaar. Wat ik ook probeer, ik krijg dat negatieve gevoel in zulke situaties niet uit mijn lijf. Maar daar moet toch iets aan te doen zijn? Hoe herpak ik mezelf als ik geen deuk in een pakje boter sla? Met die vraag meld ik me bij golfpro Marc, voor een broodnodige ‘oplaples’. Kan hij me weer uit het duistere golfdoolhof leiden?

Ik ben nooit gespannen voor een golfles, maar nu tintelen de zenuwen door mijn armen en benen

Het is de laatste dag van juli en de mussen vallen van het dak op de drivingrange van De Lage Mors in Delden. Het is een zeldzaam warme dag. Ik ben nooit gespannen voor een golfles, maar nu tintelen de zenuwen door mijn armen en benen. Ik kan dat gevoel niet helemaal verklaren, maar het komt denk ik voort uit een mix van onzekerheid en de absolute wil om te ‘slagen’ in deze fantastische sport. Want dat vind ik het zonder enige twijfel – ondanks mijn strubbelingen.

Marc komt me grijnzend tegemoet. Hij was toch wel enigszins geschrokken van mijn alarmerende appjes, moet hij bekennen. De goedlachse golfpro kan zich niet voorstellen dat het zó beroerd gesteld is met mijn spel en sommeert me eerst gewoon wat ballen te slaan. “Met welke club?”, vraag ik. “Geen idee”, zegt Marc. “Doe maar net of ik er niet ben.”

Drie beroerde ballen, alsjeblieft

Ik ben deze spelletjes inmiddels gewend van Marc en pak zonder mokken mijn pitching wedge uit de tas. “Niet vervelend bedoeld, maar nu hoop ik dat je het er net zo slecht van afbrengt als je omschreef”, zegt de golfpro voordat ik aanleg. Moeiteloos voldoe ik aan zijn verwachtingen. “Drie beroerde ballen, alsjeblief”, zeg ik. “Wat gaat er mis, denk je?”, vraagt Marc. “Ik ben weer aan honderd dingen tegelijk aan het denken”, zeg ik schouderophalend.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.



Dan stapt Marc naar voren. Aan zijn blik kan ik al zien dat hij overtuigd is van het ‘medicijn’ dat hij mij moet toedienen. “Als je nou eens terugdenkt aan alle lessen die je hebt gevolgd, waar moet je dan als eerst aan denken?” Ik noem wat dingen op: “Grip, houding, het lichaam goed indraaien.” Marc schudt zijn hoofd. En dan schiet het me te binnen. “Het raakpunt!”, roep ik. Applaus.

Jij maakt dingen intern nogal groot, en dat zit je golfspel in de weg. Daardoor moet ik het extern klein houden

En dan spreekt hij rake woorden. “Het is voor een golfpro altijd even uitdokteren welke aanpak werkt bij wie, maar ik heb het gevoel dat ik jou inmiddels aardig ken. Sommige mensen hebben heel gedetailleerde tips nodig. Dat geldt niet voor jou; jij zit van nature veel in je hoofd en dan werkt zo’n aanpak juist averechts”, meent hij.

Liever geen Louis van Gaal

Ter vergelijking moet ik denken aan verschillende soorten voetbaltrainers. "Ik zou gruwelen van een coach als Louis van Gaal. Doe mij maar Carlo Ancelotti”, breng ik in. Marc lacht. “Jij maakt dingen intern nogal groot, en dat zit je golfspel in de weg. Daardoor moet ik het als coach – extern dus – klein houden.”

Klein extern advies, aha! “Dus waar moet jij je op richten? Op het raakpunt. Focus je alleen daarop, voorbij de bal. Dan kunnen we later wel weer op andere dingen gaan letten.” Ik neem dit ‘kleine externe advies’ ter harte en maak het intern niet te groot allemaal. Niet meer piekeren over die backswing en niet meer denken aan de houding (en alle andere dingen waar je op moet letten maar dus níét aan mag denken).

Door naar de psycholoog?

Mijn priemende blik is gericht op het stukje mat voorbij de bal. Zonder na te denken maak ik een backswing - en warempel: ik schud pardoes een paar fluwelen slagen uit mijn heupen. “Zie je nou wel, ik heb niks aan je techniek veranderd en toch doe je nu het juiste. Er mankeert niets aan je oog-handcoördinatie, zo blijkt maar weer.”

Tot slot vat de golfpro het onbedoeld grappig samen: “De vraag is: heb jij een technisch probleem of een mentaal probleem?” Ik moet heel hard lachen. “Ik wilde zo direct doorgaan naar de psycholoog, maar jij hebt me gered vandaag, Marc.” Voor zolang het duurt.