Dagboek van een beginner

Roy gaat gebukt onder golfswingparadox: ‘Je moet op 100 dingen letten, maar mag nergens aan denken’

Al het begin is moeilijk. Zeker bij golf. Eindredacteur Roy Heethaar behaalde vorig jaar zijn handicap 54-bewijs in de weekendcursus van de ANWB, maar is nog zo groen als gras op de golfbaan. In de rubriek ‘Dagboek van een beginner’ schrijft hij beurtelings met contentmanager Maaike Olde Olthof over zijn vorderingen en flaters als startende golfer. “Ik zie de wanhoop in Marcs blik: ‘Stop toch eens met denken!’”

Maaike ‘gaat vreemd’ met James, haar vorige golfpro, en dus heb ik deze zaterdag de volledige aandacht van Meester Marc. Hoera. Hoewel het natuurlijk veel leuker is om met z’n tweeën te lessen, komt dat de progressie van mijn golfspel niet altijd ten goede. De helft van de tijd is de golfpro immers druk met de verbeterpunten van mijn collega, terwijl ik ondertussen in mijn eigen sop gaar kook.

Fan van Trackman

Dat laat ik nu niet gebeuren. Ik wil deze vijftig minuten optimaal benutten en concrete stappen maken. In tegenstelling tot mijn speelmaat Maaike, ben ik wél fan van Trackman. En dan vooral vanwege alle piekfijne data die uit deze golfsimulator rolt. Ik vraag Marc dan ook ruim van tevoren of hij een indoorsessie wil boeken. En dat heeft hij keurig gedaan.

De goedgeluimde golfpro staat me, breeduit glimlachend als altijd, al op te wachten als ik de sporthal betreed. Hij verwelkomt me steevast met dezelfde vraag: “Heb je nog geoefend?” “Het houdt niet over”, geef ik toe. “Ik heb welgeteld één keer getraind, met Maaike in Diepenveen. Ik zal mijn leven beteren…”

Meester Marc is de beroerdste niet, hij stipt ook dingen aan die hem wél kunnen bekoren

Geen tijd te verliezen. Hup, de speelmat op. Marc vraagt me een P’tje uit de tas te pakken en de bal vervolgens 50 meter weg te slaan. Ik concentreer me en op halve kracht jaag ik de bal tegen het doek. Niet slecht: 46 meter, volgens Trackman. Marc aanschouwt mijn pogingen aandachtig en legt alles vast op camera.


“Kom even kijken”, zegt hij dan. Marc laat de beelden zien en vraagt: “Wat gaat hier niet goed?” “Ehhh….”, stamel ik. Maar dan zie ik het: “Ah, mijn rechterarm is gebogen, dat hoort niet.” “Juist!”, roept de golfpro. (Dit is een unicum: ik heb voor het eerst een vraag ‘goed’ beantwoord.)

Maar Meester Marc is de beroerdste niet, hij stipt ook dingen aan die hem wél kunnen bekoren. “Wat doe je al heel goed?”, vraagt hij. Ik heb geen zin meer in raadspelletjes en laat hem de zin zelf afmaken. Marc speelt het filmpje opnieuw af: "Kijk, je lichaam draait goed mee. Daar had je in het begin moeite mee, maar dat doe je nu perfect.”

Mijn grip deugt niet

Die steek ik in m’n zak, er is waarneembare vooruitgang bij deze houten klaas! Vol zelfvertrouwen stap ik terug de mat op. Maar bij nadere bestudering – goh wat fijn, deze volledige aandacht – valt Marc nog wat op. Mijn grip deugt niet. Hij laat zien wat ik verkeerd doe en wat het gevolg daarvan is. Marc sleutelt wat aan mijn pakking en verrek, het scharnieren van de polsen gaat al een stuk soepeler, bijvoorbeeld.

The golf swing is like sex. You can’t be thinking about the mechanics of the act while you are performing

Nu alleen die rechterarm nog gestrekt houden. Marc geeft bruikbare tips en ziet dat ik wat krampachtig begin te trekken met mijn linkerschouder. “Met je linkerarm hoef je niks te doen”, benadrukt hij. “Die volgt pas bij het raakpunt, dan sla je met links dóór de bal heen.”

trackman

Ik ga staan, zucht diep en probeer alle instructies op te volgen. Zoef! Een soepele swing én lekker balcontact. Kan ik deze inlijsten aub? Marc kan zijn geluk niet op en geeft me een high five. “Je hebt het te pakken!”, kraait hij. “Nu wordt het écht leuk!”

De twijfel slaat weer toe

Maar na een paar magere slagen slaat de twijfel toch weer toe. “De grip, de houding, de stand van mijn club op het hoogste punt van de swing: alles trek ik wederom in twijfel. Tot achter de komma wil ik van Marc weten hoe het ook weer zat. Ik zie de wanhoop - of is het teleurstelling - in zijn blik. “Stop toch eens met denken!”, roept hij. “Je kon het al! En nu ga jij weer alles nodeloos overdenken.”

Ik begrijp de ontzetting, maar kan het niet helpen. Je moet op honderd dingen letten, maar mag nergens aan denken als je slaat... Hier moet een woord voor zijn en anders bedenk ik het hier ter plekke: de golfswingparadox. En dan nog eens wat: wat gebeurt er doorgaans als je probeert ergens níét aan te denken? Juist: hallo roze olifant!

Op zoek naar herkenning

Bij thuiskomst besluit ik een rondje te gaan googelen, op zoek naar herkenning. En warempel: al gauw vind ik een alleszeggende illustratie: een golfswing ontleed met ontelbare aandachtspunten.

Waar je aan moet denken bij je golfswing

"DIT BEN IK!”, roep ik lachend vanachter mijn beeldscherm. En niet veel later stuit ik ook op een mogelijke oplossing. Wijlen Dave Hill (voormalig golfpro uit de VS) omschreef het als volgt: “The golf swing is like sex. You can’t be thinking about the mechanics of the act while you are performing." Oftewel: denken aan je techniek tijdens je swing, staat je golfprestaties in de weg.

Ik denk nu twee dingen: ik wil geen roze olifant in de slaapkamer en als ik deze illustratie zo bekijk, is het überhaupt een godswonder dat je een bal goed slaat. Maar ik zal eraan denken dat ik ook daar vooral níét aan moet denken.
 

 

Lees meer over
Blog Column Beginnen met golf