Sinds de plotselinge dood van mijn moeder, door een fietsongeluk ruim een maand geleden, probeer ik zoveel mogelijk de baan in te gaan. Niets brengt me zoveel innerlijke rust en afleiding als golf, zo heb ik geleerd. En wat doe je dan als je prompt een vrije middag voor de boeg hebt? Juist: clubs in de auto en op naar de golfbaan.
Ik app mijn nieuwe golfmaatje Bjorn dat ik naar de drivingrange ga om te trainen, zodat ik hem in onze volgende gezamenlijke ronde hopelijk wat meer weerstand kan bieden. ‘Waarom ga je geen 9 holes lopen? Daar leer je veel meer van’, appt hij terug. Hmm, goed punt, maar een sparringpartner is zo snel niet gevonden… ‘Het is ook heel chill om alleen te lopen, hoor’, klinkt het bemoedigend.
Je golfpro die zijdelings meekijkt vlak voordat je de baan ingaat, terwijl je geen les hebt op dat moment? Liever niet…
En zo is er voor alles een eerste keer: op een prachtige nazomerdag ga ik helemaal alleen een ronde van 9 holes lopen. Op naar Prinses Wilhelmina in Enschede, een gemoedelijke club waar je geen starttijd hoeft te boeken. 25 euro aftikken in het clubhuis - en gaan met die banaan. Jammer alleen dat ik die heb laten liggen op het aanrecht, net als twee flesjes water én mijn trolley in de garage. Lekkere voorbereiding weer…
Als ik al sjouwend het knusse terrein van deze sympathieke golfclub oploop, spot ik direct een bekend gezicht. Het is Marc, mijn golfpro. Hij is een wat oudere vrouw aan het lesgeven op de drivingrange en gaat er hoorbaar helemaal in op. Marc heeft mij nog niet gezien, zo lijkt het. Ik aarzel even, maar loop toch vlug door richting het clubhuis. Hoewel grondig inslaan eigenlijk een must is voor mij, ga ik het ongemak graag uit de weg. Je golfpro die zijdelings meekijkt vlak voordat je de baan ingaat, terwijl je geen les hebt op dat moment? Liever niet…
Het ongemak is daarmee overigens nog niet geweken. Als ik naar de eerste tee loop, stuit ik op twee vrouwen van middelbare leeftijd. “Wil je soms voorgaan?”, vragen ze beleefd. “Nou, ik ben nog maar een beginner, dus ik bespaar me liever de afgang van een misslag”, zeg ik eerlijk. “Oh, wij zijn al wel gevorderd, dus dan gaan we wel eerst, ja.” Ze voegen daad bij het woord met twee soevereine drives richting de green.
Doorgaans weet ik het testosteron goed in toom te houden, en geef ik de voorkeur aan verstandig coursemanagement
Ik wacht tot ze uit het zicht verdwenen zijn en tover mijn ijzer-5 tevoorschijn. Dat moet genoeg zijn. Doorgaans weet ik het testosteron goed in toom te houden, en geef ik de voorkeur aan verstandig coursemanagement. Maar net op het moment dat ik wil afslaan, komt de volgende flight er al weer aan. Twee mannen van in de zestig. Tja, toch maar snel afslaan nu.
Een mislukking: ik top de bal, die slechts enkele meters ver hobbelt, en ik laat mijn club moedeloos vallen. “Als dit zo doorgaat, dan laat ik jullie voorgaan, hoor”, zeg ik tegen de mannen achter me. “Nee hoor, wij verwachten heel wat anders!”, voert een van hen de druk op.
En warempel: mijn tweede slag, zo’n 150 meter tot de vlag, krijg ik met een ijzer-6 vanuit de semi-rough keurig tot aan de rand van de green. “Zie je wel. Je kunt het!”, roepen de mannen mij sportief na. Ik glim van trots, maar word tegelijkertijd gek van mezelf. Hole 1 en wéér gebeurt het: een strakke ijzerslag na een mislukte afslag. Deze opmerkelijke trend houdt nu al een tijdje aan bij mij. Waarom kan ik vanuit de (semi-)rough wel een goede bal slaan, maar faal ik keer op keer vanaf de tee? Terwijl dat toch juist eenvoudiger zou moeten zijn?
Na een grondige zelfanalyse kom ik tot de volgende conclusie: Ik ben te lief voor het korte gras op de tee, te voorzichtig, terwijl ik in het lange gras alle vrijheid voel om lekker te ‘maaien’ en daardoor juist wél een goede swing uit de mouw schud. Opteeën of juist niet; het resultaat is steeds hetzelfde.
Gelukkig geldt dat ook voor de tweede bal: vrijwel keer op keer een puike ijzerslag. En zo haal ik toch veel voldoening uit mijn allereerste soloronde. Na twee holes heb ik al een prettig ritme gevonden, geen gehijg meer in de nek van de flight achter me en de vrouwen voor me zijn gevlogen. Ik houd van de ongedwongen sociale interactie met een speelmaatje in de baan, maar zo alleen een ronde lopen voelt toch ook heel aangenaam.
Ik zou nooit alleen naar een restaurant gaan, maar in je eentje golfen is toch iets anders. Voor mij voelt het vergelijkbaar met alleen autorijden; volledig ontspannen. Een met jezelf en je gedachten. Rust. De rugzak van rouw is zwaar, maar de golftas tors ik zonder moeite met me mee, verlicht door de fijne sport die golf is. Een balletje slaan, gestreeld worden door de zon en de aanblik van het groen. Meanderend wandelen van hole naar hole. Steeds weer een nieuwe uitdaging die op je wacht.
Een par zit er nog niet in, helaas, maar ik kom wel (steeds vaker) dichterbij. Voor nu rest alleen de vraag: hoe kom ik toch van die 'afslagstoornis' af?