Waarom regent het altijd als ik ga golfen. Dat vraag ik me af terwijl ik mijn auto parkeer op de modderige parkeerplaats van Golfclub De Lage Mors in Delden. Alsof de weergoden mij koste wat kost ver van de baan willen houden. Het desolate decor ten spijt, gaat ze dat niet lukken. Want hoewel ik een doorgewinterde mooiweersporter ben, moet en zál ik dit spelletje doorgronden.
Ik begin deze mistroostige novemberdag letterlijk weer op nul. Ja, ik heb al een weekend lang mogen oefenen ‘bij de ANWB’ - ook toen regende het - maar destijds was ik nog een vermeend rechtshandige golfer. Een grove inschattingsfout, zo bleek uit het empirisch onderzoek dat ik begin oktober deed.
Als kersverse lefty koester ik voorzichtig weer hoop
De rechtshandige golfset is inmiddels omgeruild voor een linkshandige, maar sindsdien heb ik geen bal meer geslagen. Toch begin ik vol goede moed aan de herstart van mijn ‘golfcarrière’. Waar ik als rechtshandige speler louter mishits produceerde, met alle daaruit voortvloeiende frustraties van dien, koester ik als kersverse lefty voorzichtig weer de hoop dat deze sport mij gaat betoveren.
Aan golfprofessional Marc Brorens (50) de schone taak het heilige vuur in mij aan te wakkeren. Hij is bevriend met golfpro Tom van Haaren, die mij ervan overtuigde dat ik linkshandig moet gaan golfen. Goed volk dus. Na een korte intake en uitleg over hoe Marc mij in de komende lessen wil begeleiden, gaan we de drivingrange op.
De geboren Maastrichtenaar laat mij eerst even aanklooien om te zien wat voor vlees hij in de kuip heeft. Nou, daar kun je nog geen frikandel van draaien, want ik schraap de pitching wedge lomp over de mat zonder de bal echt te raken. Aii… Schichtig kijk ik om me heen, in de hoop dat verder niemand dit gezien heeft...
Na drie beroerde ballen stapt Marc naar voren. Ik had hem al verteld dat ik op redelijk niveau heb getennist en dat meent hij terug te zien. En dat is in dit geval niet best... “Je probeert met jouw hele lichaam de bal te liften, door achterover te hellen. Maar je moet juist recht vooruit slaan; de hoek die je wilt maken zit namelijk al in het clubblad.”
Goh, vrij logisch eigenlijk… Marc krijt een dikke lijn op de mat, enkele centimeters verder dan waar de bal ligt. “Dáár moet je de grond raken met je club, dus áchter de bal”, zegt Marc. Hij ziet dat ik aanvankelijk worstel met zijn aanwijzingen. “Volgens mij ben jij van nature een denker, en schieten er nu talloze dingen door je hoofd”, zegt hij. “Ik moet jou eerst helemaal resetten. Focus je alleen op het raakpunt.”
Het blijft toch een tennisser hè...
Pardoes gaat mijn hoofd uit. Et voilà! De eerste geslaagde chip van de dag is daar. “Een 10!”, roept Marc zelfs. Na die 10 volgt weliswaar al rap weer een 3 – maar dat is golf. "Het blijft toch een tennisser hè", merkt Marc op. Is dit Limburgse humor?
We blijven bij het chippen deze hele eerste les, met achtereenvolgens aandacht voor de swing, het indraaien van de heupen en bovenal dus het raakpunt. En ik krijg huiswerk mee. “Ga dit in de tussentijd herhalen, pas dan kun je er de vruchten van plukken in de volgende les", benadrukt de golfpro.
Ik neem de adviezen ter harte; na die 10 heeft Marc mijn vertrouwen gewonnen. Ik beloof hem dan ook plechtig dat het grasveldje achter mijn huis goed benut zal worden. In de stromende regen met mijn ijzers denkbeeldige ballen wegslaan tussen de speeltoestellen. Ik heb er zin in.