7 x bijgeloof in golf

1. Als je eenmaal een club uit je tas gehaald hebt, dan móet je die gebruiken. Van gedachten veranderen kan alleen maar slecht uitpakken.
2. Vooral je bal niet schoonmaken als het lekker gaat, het geluk zou zich zomaar tegen je kunnen keren!
3. En een bal met nummer 3 erop? Die gebruik je uiteraard niet - want een 3-putt gegarandeerd!
4. Als je een muntje gebruikt om je bal te markeren dan moet je hem op elke green consequent met kop – of juist met munt - boven neerleggen.
5. Speel je goed? Dan kan je je trui maar beter aanhouden, want je swing zou ineens heel anders zijn zonder die trui.
6. Als je je bal uit het water hebt weten te vissen, kun je hem niet meer gebruiken, want bij een volgende hole zal die bal zich weer aangetrokken voelen tot water.
7. Vind je een ogenschijnlijk goede bal in de bosjes? Laat maar liggen, het kan nooit een goede bal zijn als die daar beland is!
   
   

Heb jij ook bijgeloof op de golfbaan? Weet dat je in goed gezelschap bent, want zelfs de allergrootsten houden en hielden zich vast aan vaste rituele en kleine gebruiken. Bekendste voorbeeld is natuurlijk Tiger Woods. Op de finaledag van een toernooi draagt hij traditiegetrouw een rood shirt, ooit aangespoord door zijn moeder die geloofde dat rood kracht uitstraalt.

Ernie Els gaf of gooide zijn bal weg nadat hij met deze een birdie gemaakt had, want ‘zijn ballen hadden maar 1 birdie in zich’. En de grote Jack Nicklaus speelde al zijn grote toernooien met precies drie muntjes in zijn broekzak.

De conclusie van dit verhaal? Kun jij wel wat geluk op de golfbaan gebruiken, pak dat rode shirt uit je kast, haal drie muntjes uit je portemonnee en neem genoeg 'birdieballen' mee. Succes verzekerd!