Welke schade op de green mag je herstellen?

Marius: "Ik speelde gisteren op een baan waar de greens in slechte staat verkeerden. Bij het putten zag ik dat het gras op de rand van de hole wat omhoog stond. Dit kan zijn omdat spelers vaak de bal met hun club uit de hole halen, maar zeker is dit niet. Het kan ook slecht onderhoud van de green zijn geweest. Ik liep naar voren om het gras met de club naar beneden te drukken. Mijn flightgenoot vond dit 'verbetering van de baan', overtreding van Regel 8.1a. Zelf ben ik van mening dat dit valt onder de redelijke handeling op de green als bedoeld in Regel 13.1c. Wie heeft er gelijk in deze?"

Beschadigingen op de green mogen worden gerepareerd (Regel 13.1c). Gras dat iets langer is bij de hole is geen beschadiging en mag niet worden neergedrukt. Daarmee wordt Regel 8.1a overtreden (algemene straf). Wanneer de hole zelf beschadigd is en daardoor ook het gras aan de rand wat omhoog is gekomen, mag dat wel worden hersteld. Uit je vraagstelling blijkt echter niet dat er inderdaad sprake is van een beschadigde hole. De flightgenoot heeft dus gelijk en je krijgt voor deze overtreding de algemene straf.

Wijzig je instelling en accepteer marketing cookies om deze inhoud te kunnen bekijken.

Corry: "Ik sla af en de bal gaat richting out of bounds er kan niet met zekerheid worden vast gesteld dat deze out of bounds is. Ga ik dan een provisional slaan?"

Als een bal mogelijk verloren is buiten een hindernis of misschien buiten de baan ligt, mag de speler om tijd te besparen een andere bal spelen als provisionele bal, met de straf van slag en afstand. Het is dus inderdaad aan te raden in dit geval een provisionele bal te spelen.

Rene: "Stel je slaat vanaf een tee je bal in een rode hindernis. Mag je dan je tweede bal weer opteeën als je besluit weer van de tee af te slaan? Want normaal gesproken moet je droppen als je een hindernis ontwijkt. Als voorbeeld stuur ik een plaatje van hole 7 van de Tulplus van Golfbaan Regthuys."

Wanneer je een bal speelt vanaf de afslagplaats mag deze altijd worden opgeteed op een willekeurige plek binnen de afslagplaats. Dit geld ook als je besluit opnieuw een bal te spelen vanaf de afslagplaats volgens Regel 17.1d(1). Dit is beschreven in Regel 6.2a en 6,2b.

Paul: "De bal ligt buiten de green achter een watersproeier. De watersproeier ligt iets verdiept in een rond gat. Ik wil de bal putten. Mag ik de bal dan verleggen?"

Als de watersproeier (vast obstakel) alleen een belemmering vormt voor de speellijn en niet voor de ligging van de bal, de stand of de swing, mag deze niet standaard worden ontweken. Dit mag alleen als er op de baan waar je speelt een plaatselijke regel is ingevoerd voor het ontwijken van vaste obstakels nabij de green. (Dit is plaatselijke regel F-5.)
Deze plaatselijke regel geeft de mogelijkheid om een vast obstakel nabij de green te ontwijken volgens Regel 16.1 (Abnormale Baanomstandigheden) indien het obstakel zich binnen twee clublengten van de bal en binnen twee clublengten van de green en op de speellijn bevindt.
Als deze plaatselijke regel niet is ingevoerd, mag de belemmering van de watersproeier voor de speellijn niet zonder straf worden ontweken.

In deze aflevering zijn de vragen beantwoord door Walter Haandrikman (voorzitter van de Regel- en Handicapcommissie van de NGF) en Robert Hage (NGF Regels en Handicap). Er komen héél veel regelvragen binnen. Vragen die nu niet beantwoord zijn, behandelen we in een van de volgende afleveringen van deze rubriek. 

Lees ook de vorige aflevering: "Mag je de vlaggenstok recht zetten?"