Ten eerste is het natuurlijk belangrijk om te weten wanneer een bal is ingebed. Dat is het geval als de bal in zijn eigen pitchmark ligt, die is ontstaan door de vorige slag. Een deel van de bal ligt dan onder het grondoppervlak.
Een bal is niet ingebed als deze onder het grondoppervlak ligt als gevolg van een andere oorzaak. Denk daarbij aan het (per ongeluk) staan op de bal, droppen op zachte ondergrond of als een bal direct in de grond wordt geslagen zonder dat deze in de lucht is geweest. Of zoals ooit bij Paul Casey gebeurde: je krijgt geen vrije drop als je bal in de pitchmark van een andere bal eindigt. Zie de video hieronder.
In sommige gevallen kan er twijfel zijn of de bal is ingebed of niet. Je mag de bal dan opnemen om te zien of ontwijken is toegestaan. De plek moet worden gemarkeerd en de bal mag niet worden schoongemaakt. Als blijkt dat de bal is ingebed in zijn eigen pitchmark dan mag de bal wél worden schoongemaakt en begint de ontwijkprocedure zoals hieronder.
Je mag een ingebedde bal zonder straf volgens Regel 16.3b ontwijken als deze in algemeen gebied ligt. Ligt de bal erbuiten, op de green, in een bunker, op de afslagplaats of in een hindernis, dan moet je de bal spelen zoals ‘ie ligt. Op de green mag je overigens wel de schade repareren om de bal daarna weer terug te plaatsen op de oorspronkelijke plek (Regel 13.1c(2)).
Ontwijken is niet toegestaan als de bal is ingebed in zand in een gedeelte van het algemene gebied waar het gras niet op fairwayhoogte of korter is gemaaid, bijvoorbeeld in een waste area. Je krijgt ook geen vrije drop als het om een andere reden duidelijk onredelijk is om de bal te spelen zoals ‘ie ligt, bijvoorbeeld als de bal is ingebed onder een struik.
De dropprocedure is vervolgens zoals gebruikelijk. Je bepaalt het referentiepunt in het algemene gebied. Dat is in dit geval het punt direct achter de bal waar deze was ingebed. Vervolgens drop je de bal binnen één clublengte vanaf dat punt, niet dichter bij de hole.