Je leert op een juiste lengte te chippen met clubs met een verschillende hellingshoek.
Je neemt de juiste houding aan. Je bal ligt in het midden of iets links daarvan, voeten smal bij elkaar, en je handen iets voor de bal. Hoe ligt je bal? Ligt hij op het gras of in het gras? Hoe ver moet de bal vliegen om op de green te kunnen landen? Hoe ver kan hij doorrollen voordat hij bij de hole ligt? Met deze informatie kies je de club om dat voor elkaar te krijgen. Wat is je zwaailengte waarbij je de bal op de juiste plek kan laten landen?
Leg als hulpmiddel een handdoekje op de plek waar je de bal wil laten landen. Probeer de slag met je ijzer-9. Als de bal niet landt rond het handdoekje probeer je je sandwedge. Afhankelijk waar je staat, kies je voor een club die meer rolt of eentje die meer vliegt. Kijk waar je bal eindigt als je kiest voor een ijzer-7. Door te oefenen leer je welke club te gebruiken in welke situatie. Zorg er wel voor dat je basishouding altijd hetzelfde is.