Sinds ik golf heb ik op de meest bizarre momenten plotseling gesprekken over de sport. Vorig weekend was ik bij een crematie. Dat is meteen een dramatisch begin van een column, vergeef me, maar ik woon nou eenmaal in een appartementencomplex waar voornamelijk ouderen wonen, dus dan ontkom je niet aan een uitvaart zo nu en dan. Deze ochtend is het de beurt aan mijn bovenbuurman, die rustig - maar jaren te vroeg, natuurlijk - op de bank is heengegaan tijdens het tv-kijken, en we bezetten met alle aanwezige VVE-leden toch al snel twee hele rijen stoelen in het crematorium.
Na afloop drinken we koffie en eten we gevulde koeken van de banketbakker (onze overleden buurman was bakker, dus een plak natte cake zou een belediging zijn geweest) en zit ik tussen twee lieve buurvrouwen. We hebben het aanvankelijk over de mooie woorden van de kleinkinderen, de muziekkeuze, de kleur van de bloemstukken en de grapjes die over de buurman gemaakt werden - niks zo prettig als hier en daar een liefdevolle grap ter verlichting tijdens een uitvaart - maar na een kwartiertje beginnen we langzaam maar zeker ook andere onderwerpen aan te snijden.
We zitten al aan onze tweede gevulde koek als de oudste van mijn twee buurvrouwen - ze is onlangs tachtig geworden - vraagt: “Goh, zag ik nou laatst dat jij golft?” Ik vraag me direct af hoe ze dat weet. Zou het zijn omdat in onze parkeergarage sinds mijn golfdebuut regelmatig golftassen en losse clubs rondslingeren, niet zelden rondom onze auto? Onze auto steekt, net als onze relatief jonge leeftijd, nogal af bij die van de rest van de bewoners van ons pand. Waar de meeste van onze buren in een deftige middenklasser van maximaal tien jaar oud rijden, kan ik nog altijd geen afscheid nemen van mijn knalpaarse Toyota Starlet uit 1996. Denk daar een stapel golfclubs bij en je snapt wat voor paradox mijn parkeerplekje vormt.
En dan pas valt het kwartje: mijn tachtigjarige buurvrouw golft niet alleen, ze is ook nog beter dan ik
“Ik zag het in de nieuwsbrief, laatst! Ik moest zo lachen om je stukje over minigolfen!” Nog altijd valt het kwartje niet en ben ik vooral verbaasd dat ze de GOLF.NL-nieuwsbrief leest, zonder dat ze zelf iets met golfen heeft. “Welke handicap heb jij?” vraagt ze dan. Mijn verbazing stijgt nog verder. Ze weet dus ook nog echt iets over golfen? Ik noem het getal. “Oh wat leuk,” antwoordt mijn buurvrouw. “De mijne is lager!” “Wat, speel je ook?” vraag ik. “Ja joh, al eeuwen! Elk weekend!” En dan pas valt het kwartje: mijn tachtigjarige buurvrouw golft niet alleen, ze is ook nog beter dan ik.
De buurvrouw die aan de andere kant naast me zit valt haar direct bij. “Oh, wat leuk! Ik golf ook, heb m’n clubs altijd achterin de auto liggen!” En zo zit ik ineens middenin een gesprek over welke lokale golfbaan nou eigenlijk het leukst is, waar de fijnste leraren rondlopen en in welke lokale sloot we de meeste ballen hebben ronddrijven. Zo zie je maar weer: golfen levert op de meest onverwachte momenten goede conversaties op. En: er zijn altijd meer mensen die golfen dan je denkt. Misschien moet ik maar eens een burentoernooitje organiseren.
Leren golfen begint hier!
Klik hier