Op weg naar het KLM Open: 'Hollandsche Greenkeeping Maatschappij biedt de beste diensten'

The International is dit jaar, van 20 tot en met 23 juni, voor de tweede keer gastheer van het Internationaal Open Kampioenschap van Nederland, ofwel het KLM Open. In 2019 streek het gezelschap van 156 spelers voor het eerst neer op de door Ian Woosnam en Bruno Steensels ontworpen course. KLM bestond honderd jaar en wilde het kampioenschap het liefst in de achtertuin hebben. En het was ook nog eens het honderdste Open. Dubbel feest. Het is de bedoeling dat niet alleen de 104de dit jaar op The International wordt gespeeld, maar waarschijnlijk ook de nummers 105 en 106. Een goede beslissing, want eenjarige operaties zijn niet ideaal. Nu kunnen organisator TIG Sports en The International veel beter plannen en ook direct leren van opgedane ervaringen. 

‘Ik kijk in ieder geval met genoegen terug op het KLM Open van 2019’, zegt Marcel Welling, de man die het initiatief nam voor de aanleg van de baan, maar ook de eigenaar is. ‘Iedereen blij. Niet alleen ik, dus lag het voor de hand om opnieuw ja te zeggen tegen het verzoek van TIG Sports om terug te kunnen komen.’

Het opmerkelijke van de in 2013 geopende baan is dat de greenkeeping niet door eigen mensen wordt verzorgd, maar door de Hollandse Greenkeeping Maatschappij

The International heeft achthonderd leden en is ‘vol’. Waar clubs als de Kennemer en Hilversum tijdens Opens een beroep deden op de leden en er tal van commissies werden opgetuigd, daar deden en doen The Dutch, Bernardus en The International het anders. Effectieve vergaderingen - intern met general manager Martijn Heeg, hoofdgreenkeeper Dylan Kuik en extern met TIG Sports – plus korte lijnen. Dat leidt tot snelle beslissingen en ook indien nodig vlot aanpassen. Welling: ‘Vergeet ook niet dat we hier meer dan het KLM Open van 2019 hebben georganiseerd. Ook het Dutch Ladies Open en het Senior Open zijn op The International gespeeld.’

Alleen maar voordelen

Het opmerkelijke van de in 2013 geopende baan is dat de greenkeeping niet door eigen mensen wordt verzorgd, maar door de Hollandse Greenkeeping Maatschappij van Hans Schaap. ‘Ik zie geen verschil met andere clubs die eigen greenkeepers hebben’, zegt Welling. ’Wel eigenlijk alleen maar voordelen. HGM is een bedrijf met ervaring en kennis. Schaap kan snel inspelen op ontwikkelingen en waar nodig machines en apparatuur van andere banen laten komen. En het contract? Tja, dat komt zelden op tafel. Alleen als beide partijen niet helemaal weten wat er afgesproken is.’

Diezelfde mening is Hans Schaap toegedaan. ‘HGM biedt aan alle clubs en banen – dat zijn er nu zo'n 20 – waar we een contract mee hebben de beste diensten’, zegt hij. ‘Dus ook The International. Natuurlijk is het bijzonder dat onze mensen ervoor zorgen dat de baan straks tijdens het KLM Open in de best denkbare conditie verkeert. En het is zoals Welling zegt: HGM kan snel inspelen op onverwachte ontwikkelingen zoals veel regen en een doornatte baan, al is het zo dat je met een strakke planning veel mogelijke problemen voorkomt.’

Hele jaar in topconditie

In 2019 was Tom Maddison de hoofdgreenkeeper ofwel de Golf Course Superintendent van The International. De Engelsman was ook in dienst van HGM, maar hij is inmiddels alweer ruim vier jaar werkzaam op en voor De Hoge Kleij. Zijn opvolger op The International is Dylan Kuik. De Zuid-Afrikaan werd in 1987 in Pretoria geboren. Hij volgde de opleiding tot greenkeeper aan de universiteit van Stellenbosch en – online – aan het hoog aangeschreven Schotse Elmwood College, dat samen met het Amerikaanse Penn State de top van universitaire greenkeeping-opleidingen vormt. (Niels Dokkuma, de agronomist die helaas bij de NGF is vertrokken, studeerde aan Penn State).

Kuik werkte lang op de Pretoria Country Club waar hij onder andere verantwoordelijk was voor de baankwaliteit tijdens het Tshwane Open van 2015, een toernooi van de DP World Tour,  dat werd gewonnen door de Zuid-Afrikaan George Coetzee. Nu wacht hem dus de verantwoordelijkheid voor het KLM Open. ‘Maar dat zie ik niet als een losstaand project’, zegt Kuik, die handicap-8 heeft. ‘Op The International wordt nagenoeg het gehele jaar verwacht dat de course in topconditie verkeert, alsof het KLM Open er zo kan worden georganiseerd. De uitdaging is pittig, maar ik vertrouw op mijn team van achttien goede HGM-greenkeepers dat op de baan werkzaam is. Tijdens het Open komen er veertien collega’s bij, uit Nederland maar ook uit andere landen. Vrijwilligers die alleen kunnen rekenen op een slaapplaats en maaltijden. Ik heb gebruik gemaakt van mijn eigen netwerk en de kosten worden gedekt met sponsoring door een aantal bedrijven.’

Beat the Pro nog beter maken

Tijdens een Open komt er nog een factor bij: organisator TIG Sport en de DP World Tour hebben een stevige vinger in de pap. TIG Sports wil bijvoorbeeld het succesnummer dat Beat the Pro heet nog beter te maken. In 2019 vormde de par-3 dertiende het decor. ‘We waren daar een beetje beperkt qua ruimte’, zegt Daan Slooter, de toernooidirecteur namens TIG Sports. ‘Er is echter een goed alternatief: de 294 meter par-4 elfde gaan we inkorten tot een par-3 van 105 tot 130 meter met de mogelijkheid tot veel pinposities. Speciaal voor Beat the Pro is er door HGM een nieuwe tee aangelegd. Daardoor is het in de derde week een par-71 course. We kunnen op de nieuwe Beat the Pro hole meer tribunes kwijt. In 2019 kon dat niet.’

De samenwerking met TIG Sports is meer dan uitstekend

De rol van de DP World Tour is baantechnisch gezien nog veel groter. Kuik en zijn team hebben te maken met de inzichten van Eugene Hennessy, de Ierse agronomist van de DP World Tour. ‘Hennessy is een paar keer langs geweest en van zijn adviezen hebben we goed gebruikgemaakt’, zegt Kuik.

Tijdens het KLM Open is er in golftechnisch opzicht in feite maar één iemand die de scepter zwaait: Miguel Vidaor, tournament director van de DP World Tour. Hij en zijn staf bepalen de pinposities, de snelheid van de greens, de course setup, de indeling van de groepen en moeten een antwoord hebben op alle onverwachte zaken die van invloed op het wedstrijdverloop kunnen zijn.  Vidaor werd in 1994 referee op de Europese Tour. Vier jaar later werd hij gepromoveerd tot toernooi-directeur. ‘De samenwerking met Daan Slooter en de andere mensen van TIG is meer dan uitstekend’, aldus de Spanjaard. ‘Misschien komt dat wel omdat we 2004 in feite samen in het KLM Open zijn begonnen. Het was het eerste jaar nadat Robbie van Erven Dorens het kampioenschap was kwijtgeraakt. Maar van meet af aan hebben TIG en ik goed samengewerkt.’

Geduchte tegenstander

‘De greens vormen de belangrijkste verdediging van de course die op zich niet lang is voor de topspelers’, zegt Vidaor. ‘Daarom zou het ideaal zijn als die tijdens het kampioenschap firm zijn. Dan komen ook de runoffs in het spel. Zeker als het waait. Dan is The International een geduchte tegenstander. Er wordt wel gezegd dat de greens wel heel erg geonduleerd zijn, maar het belangrijkste is dat er voldoende vlakke gedeelten zijn voor pinposities.’

De fairways van The International worden gekenmerkt door een golfend patroon, dat Vidaor weaving noemt. ‘Dat zorgt er voor dat de fairways niet overal even breed zijn. Als jij en ik samen spelen en ik sla de bal korter dan kan mijn bal op de fairway liggen en die verdere drive van jou in de rough. Dat wil ik tijdens het KLM Open niet. De lijnen zullen softer zijn. De breedte van de fairways ligt tijdens het kampioenschap tussen de 22 en 32 meter. De rough bestaat uit meerdere hoogtes: de lichte rough van 25 tot 30 millimeter, de drie meter brede intermediate van 60 tot 65 millimeter en dan de échte rough die voor het Open op tien centimeter wordt afgetopt en dan nog verder naar links en rechts de echte wild stuff.’