Bij het huis van Jan van Merwijk in Gouda hangen nog altijd beveiligingscamera’s, een 'souvenir' van zijn tijd als algemeen directeur van Stadion Feijenoord. Van Merwijk (60) was groot pleitbezorger en een van de initiatiefnemers van een nieuw onderkomen voor de club van Rotterdam-Zuid. Tot woede van de harde supporterskern, die de oude Kuip als heilige plek ziet voor Feyenoord.
Bestuursleden van Feyenoord en gemeenteraadsleden die publiekelijk lieten weten voorstander te zijn van een nieuw stadion, werden bedreigd en in enkele gevallen zelfs thuis bezocht. “Bij mij zijn die lieden nooit in de tuin geweest, misschien was Gouda wat te ver weg van Rotterdam”, zegt Van Merwijk luchtig. “Die camera’s bij mijn huis waren onderdeel van het beschermingsprogramma vanuit de gemeente Rotterdam waarin ik zat.”
Ik wist dat ik met mijn bestuurlijke ervaring iets zou kunnen toevoegen aan de Nederlandse golfwereld
Een nieuw stadion voor Feyenoord komt er de komende vijftien jaar zeker niet. Mede door de bedreigingen van de harde kern, zegt Van Merwijk. “Ik merkte dat sommige voorstanders zich lieten intimideren, dat hun beslissingen werden beïnvloed, negatieve emoties kregen de overhand.” Van Merwijk heeft daar weinig begrip voor. “Bedreigingen zijn natuurlijk heel vervelend, maar als je in het voetbal een bepaalde positie hebt weet je dat het erbij hoort. Als je daar niet mee kan omgaan, zit je niet op de juiste plek.”
Jij had niet zoveel last van die intimidatiepogingen?
“Ik lag er niet wakker van. In mijn tijd bij de politie heb ik ook de nodige heftige incidenten meegemaakt.”
Wat heb je gedaan bij de politie?
“Na de middelbare school ben ik naar de Nederlandse Politie Academie gedaan in Apeldoorn, dat is een managementopleiding. Op mijn 23e ben ik gestart bij het korps in Rotterdam. Daar zeiden ze: ‘Leuk Jan, die managementopleiding, maar je gaat eerst het echte politiewerk leren.’ Dat hield in op de auto meldingen rijden en de stad leren kennen."
Klopt het dat je ook bij de ME hebt gezeten?
“Ja. Als sectiecommandant heb ik zelf in de vuurlinie gestaan, daarna ben ik peloton- en compagniecommandant geworden. Dan stuur je vanuit een commandowagen net achter de pelotons drie groepen van vijftig ME’ers aan. Wanneer oprukken, wanneer terugtrekken. Het belangrijkste is rust en overzicht bewaren en escalatie proberen te voorkomen.”
Spannende tijden?
“Bij het ontruimen van een woonwagenkamp, het leeghalen van kraakpanden of bij bepaalde voetbalwedstrijden kon het er wel heftig aan toe gaan, dan vlogen de stenen door de lucht.”
Rode broeken, waar maken mensen zich druk om
In de Nederlandse golfwereld kunnen de emoties ook erg hoog oplopen. Iets meegekregen van de boosheid over een rodebroekenactie?
“Ja, heel bijzonder de ophef daarover. Rode broeken, waar maken mensen zich druk om. Ze zien kennelijk de knipoog erachter niet.”
Was je meteen enthousiast toen je de vacature zag voor directeur sport bij de NGF?
“In eerste instantie was ik helemaal niet van plan om te reageren. Ik ben lang geleden met golf begonnen, maar speelde heel weinig, vooral in het zakelijke circuit. Ik had handicap 54 en wist eigenlijk weinig van de sport. Pas toen vrienden volhielden dat die job echt iets voor mij was, ben ik er serieus naar gaan kijken. Wat mij aansprak is dat het bestuur heel bewust iemand van buiten de golfwereld zocht, dat vond ik dapper. Hoe meer ik me verdiepte in de opdracht die erachter zat, hoe meer het ging kriebelen. En na het eerste sollicitatiegesprek was ik heel enthousiast, ik wist dat ik met mijn bestuurlijke ervaring iets zou kunnen toevoegen aan de Nederlandse golfwereld.”
De druk op golfbanen die relatief veel vierkante meters innemen zal verder toenemen nu grond voor bijvoorbeeld woningbouw schaars is
Wat kan jij toevoegen?
“Professionalisering van de organisatie, transparantie, strategie bepalen, met elkaar werken aan een betere toekomst voor de NGF. En rust brengen in de tent na een voor de NGF rumoerige tijd.”
Dan doel je op het verhaal van Follow The Money over contante geldstromen binnen de NGF?
“Onder andere. Mijn eerste werkdag hier was woensdag 15 mei, de zaterdag ervoor verscheen dat artikel van Follow The Money.”
Mooie timing?
“Nou, ik dacht wel, dit hebben ze me niet verteld. Maar de inschatting bij de directie en het bestuur was dat die negatieve publiciteit er niet zou komen. Dat liep dus anders, al kun je het niet vergelijken met de voetbalwereld. Als zo’n verhaal in het voetbal speelt, blijft het in allerlei praatprogramma’s terugkomen. De berichtgeving heeft de reputatie van de NGF geschaad, maar het ligt nu achter ons.”
Heb je in de zeven maanden die je nu directeur bent ook lovende verhalen gehoord over de NGF?
Van Merwijk lacht: “Ik ben al naar veel clubs geweest om kennis te maken, en heb vooral heel veel goede dingen gehoord over de NGF. De expertise die in huis is, hoe clubs op allerlei terreinen geadviseerd en geholpen worden, daar wordt met zeer veel waardering over gesproken. Ik hoor wel regelmatig dat het allemaal wat transparanter en minder familiair mag.”
Wat wordt daarmee bedoeld?
“Bij vacatures was de neiging in de eigen bekende NGF-kring te zoeken. Die ons-kent-onscultuur heeft ook voordelen, want er zit veel bestuurlijke kracht in de golfwereld. Maar we willen het vermengen met een frisse blik en bredere inzichten. Vacatures openstellen voor iedereen, zodat de beste kandidaat op die plek komt. Dat geldt voor bestuursleden, voor medewerkers hier op het NGF-bureau, maar ook voor het vrijwilligerskader, zoals de voorzitters van de commissies. Ik ervaar de Nederlandse golfwereld als vrij gesloten. We moeten meer de verbinding zoeken, opener zijn en beter communiceren waar we mee bezig zijn. Dat is hard nodig, want er zijn grote uitdagingen voor de toekomst.”
Wat zijn de belangrijkste uitdagingen?
“Sowieso duurzaamheid. De druk op golfbanen die relatief veel vierkante meters innemen zal verder toenemen nu grond voor bijvoorbeeld woningbouw schaars is. Exclusiviteit wordt lastiger, golfbanen moeten zich meer openstellen, bijvoorbeeld door op het terrein ook wandel- of fietsroutes toe te staan. Op veel plekken gebeurt dat gelukkig ook al. Nederlandse golfbanen zijn heel goed bezig met natuur en biodiversiteit, maar als wij dat vertellen zijn we al snel verdacht. Ik wil allianties smeden met Staatsbosbeheer en organisaties als Natuurmonumenten en de Unie van Waterschappen, zodat zij het verhaal bevestigen en kunnen vertellen over hoe goed golf en natuur kunnen samengaan.”
Als we meer topgolfers willen, moeten we vooral meer jeugd naar de sport trekken, daarom is het nieuwe jeugdplan dat eerder dit jaar is uitgerold zo belangrijk
Je gaf zelf aan nog weinig kennis van golf te hebben, maar je bent wel verantwoordelijk voor topgolf. Hoe gaat dat samen?
“Ernst Boekhorst heeft als interimmer de topgolforganisatie doorgelicht en een goed rapport geschreven. Zijn aanbevelingen heb ik doorgetrokken. Bestuurslid Topsport Judith van Hagen heeft veel kennis en ervaring, is een voormalig pro die toernooien op topniveau heeft gespeeld. We hebben het vertrouwen gegeven aan het huidige coachingsteam onder leiding van Katie Burnett, aangevuld met een mentalcoach, Suzan Blijlevens. Katie schrijft momenteel een topsportplan voor de langere termijn. Ik kom er nu ook aan toe om dichter op het topgolf zitten, trainingen en wedstrijden bezoeken en voortbouwen aan de kwaliteit van de organisatie.”
Hoe vaak heb je al gehoord: kijk eens naar de Denen, die presteren tien keer beter!”
“Die vergelijking heb ik inderdaad al vaak gehoord. Ik kan me niet voorstellen dat Nederlanders een ander golf-DNA hebben dan de Denen, dus daar kan het niet aan liggen. Het is altijd goed om te kijken hoe topgolf in andere landen wordt aangepakt. In Zweden, waar ik onlangs was, zie je dat golf veel meer een familiesport is. De vijver van jonge golfers is daar ook veel groter dan bij ons. Als we meer topgolfers willen, moeten we vooral meer jeugd naar de sport trekken, daarom is het nieuwe jeugdplan dat eerder dit jaar is uitgerold zo belangrijk.”
Is topgolf een speerpunt voor de NGF?
“Natuurlijk. Topsport en topgolfers zijn het uithangbord waar al het overige wat we doen onder hangt. Voor de uitstraling van golf als sport zijn goede prestaties van Nederlandse mannen en vrouwen belangrijk. We onderzoeken de mogelijkheden voor een nationaal trainingscentrum. Als dat er komt, dan hoogstwaarschijnlijk wel op een bestaande locatie, een eigen golffaciliteit gaan we niet bouwen. Ik geloof ook in een topsportschool waar talenten intern zitten en naast hun opleiding veel uren met elkaar kunnen trainen en wedstrijden spelen.”
Hoe zit het met de topsportcarrière van Jan van Merwijk?
“Ik heb op eredivisieniveau handbal gespeeld bij Vlug en Lenig in Geleen. Het Nederlands team heb ik net niet gehaald, Jong Oranje wel. Tijdens de vier jaar aan de politieacademie in Apeldoorn bestond mijn leven uit studeren en vaak terug naar Limburg rijden om te trainen en te handballen. Op mijn 23e ben ik bij de politie aan de slag gegaan in Rotterdam. Omdat er in die stad geen handbalclub op topniveau was, ben ik gestopt.”
Je bent een geboren Limburger?
“Ja. Ik ben in Geleen geboren en heb daar tot mijn negentiende gewoond.”
Maar waar is het Limburgs accent?
“Mijn vader is een kaaskop uit Alkmaar die bij DSM is gaan werken, zo heeft hij mijn Limburgse moeder ontmoet. Bij ons thuis werd nooit dialect gesproken, want dat wilde mijn moeder niet. Na een handbalwedstrijd werd ik op de regionale tv-zender L1 in het Limburgs geïnterviewd, dat vond mijn moeder helemaal niks. Maar ik kan nog altijd het Limburgse dialect praten.”
Hoe ben je directeur van Stadion Feijenoord geworden?
“In 1995 ben ik door de politie uitgeleend om in De Kuip een professionele veiligheidsorganisatie op poten te zetten. Ik zou er twee jaar blijven, maar ben nooit teruggekeerd bij de politie. In 1998 ben ik directeur van het stadion geworden en heb dat 25 jaar gedaan. Eind 2022 heb ik mijn functie neergelegd toen duidelijk werd dat een nieuw stadion voor Feyenoord er niet zou komen. Ik vond en vind dat een enorme gemiste kans.”
Toen je afgelopen voorjaar bij de NGF begon was je handicap 54. Inmiddels al iets gezakt?
“Momenteel zit ik op 39,5. Ik heb af en toe les van Cees Renders, die leert mij alles wat ik in het verleden heb geleerd weer af. Het eerste wat sommige mensen deden toen bekend werd dat ik bij de NGF in dienst zou treden, was mijn handicap checken. Aan dat getal wordt kennelijk veel waarde gehecht. Ik wil zeker beter gaan spelen, maar een stuk belangrijker dan een lage handicap lijkt mij toch of ik, samen met mijn mededirecteur Daniëlle Wallet, het NGF-bureau goed kan leiden.”