Beeld: Getty Images
Golfsport

24 veelgestelde regelvragen beantwoord door experts

Beeld: Getty Images
Veelgestelde vragen van golfers over de regels. GOLF.NL heeft er maar liefst 24 beantwoord met hulp van de NGF-regelexperts. Van out-of-bounds en het ontwijken van vaste obstakels tot advies vragen en van de verkeerde plek slaan.

Materiaal

"Op hole zes ontdek je dat je vijftien clubs in je tas hebt. Hoeveel strafslagen krijg je?"

Het is belangrijk dat je voor je ronde het aantal clubs in je tas telt. Je mag er namelijk maximaal veertien meenemen. Het maakt niet uit welke clubs dit zijn; bijvoorbeeld drie drivers of twee putters mag zolang het er in totaal maar maximaal veertien zijn. Als je meer clubs bij je hebt, moet je voor elke gespeelde hole twee strafslagen bij je score optellen maar met een maximum van slechts twee holes. Je hoeft dus maximaal vier strafslagen bij te tellen. Minder clubs meenemen mag altijd.

Zie regel 4.1

Bal schoonmaken

"Een medespeler vraagt of je je bal op de fairway wilt opnemen want die ligt in de weg. Je markeert de ligplaats van de bal, pakt de bal op en maakt 'm schoon. Hoeveel strafslagen krijg je?"

Of je je bal mag schoonmaken, hangt af van de plaats en reden waarom je dat doet. Als je op de green ligt, mag het altijd. In de baan mag het alleen als je je bal volgens de regels mag opnemen, bijvoorbeeld bij het ontwijken van een konijnenhol. Er zijn drie gevallen waarin je je bal niet mag schoonmaken.

  1. Om vast te stellen of je bal onbruikbaar is. Er zit misschien een scheurtje in je bal. Je mag de bal opnemen en bekijken of die onbruikbaar is. Je moet je bal markeren. Je mag de bal alleen zover schoonmaken als nodig is om te kunnen zien of je bal onbruikbaar is.
  2. Als je je bal wilt identificeren. Als je je bal wilt identificeren, markeer je je bal en mag je bal alleen zover schoonmaken als nodig is om je bal te kunnen identificeren.
  3. Als de bal het spel helpt of hindert. 

Het kan zijn dat je bal in de weg ligt voor de slag van een andere speler. Je medespeler kan dan vragen of je je bal wilt opnemen. Voordat je dat doet, markeer je de bal en je mag 'm ook nu niet schoonmaken. 

Als je in deze drie gevallen de bal toch schoonmaakt of als je vergeet te markeren, dan maak je een fout in de procedure. Voor het maken van een procedurefout krijg je een strafslag.

Zie regels 4.2c7.3 en 15.3 

Verkeerde plaats op de tee

"Wat moet je doen als je van buiten of van de verkeerde afslagplaats afslaat?"

Het is altijd leuk om onbekende banen te spelen. Nieuwe omgeving, holes en uitdagingen. Maar de route ken je niet (goed) waardoor de kans bestaat dat je van de verkeerde afslagplaats speelt. Op zo'n afslagplaats staan twee teemerken. Je moet van achter die teemerken (met een maximum van twee clublengten) afslaan. De vaste regel is dat als je buiten of vanaf de verkeerde afslagplaats slaat, je twee strafslagen krijgt en je moet je fout herstellen door opnieuw te slaan. Als je dat niet doet voordat je op de volgende hole een slag doet, word je gediskwalificeerd. Voorbeelden: je gaat van hole vier naar hole vijf en per ongeluk sla je af op hole zeven. Of je speelt per ongeluk van de rode afslagplaats, terwijl je voor blauw gekozen hebt. In beide gevallen krijg je twee strafslagen en moet je respectievelijk terug naar hole vijf en naar de blauwe afslagplaats. In matchplay gelden andere regels: er volgt geen straf als je tegenstander van de verkeerde of buiten de afslagplaats speelt. Jij mag beslissen of je je tegenstander nog een keer laat afslaan of niet.

Zie regel 6.1

Verkeerde bal

"Als ik de verkeerde bal heb geslagen, hoeveel strafslagen krijg ik dan?"

Het overkomt iedereen wel eens: je komt op de green, je hebt je bal gemerkt, je kijkt goed en ziet dat de bal die je net hebt geslagen, niet de jouwe is. Balen! Voor het spelen van de verkeerde bal krijg je twee strafslagen. Je moet terug en je eigen bal alsnog spelen. De slagen met de verkeerde bal vervallen. Je moet de fout herstellen voordat je van de volgende afslagplaats speelt, anders word je gediskwalificeerd. Om fouten te voorkomen is het handig een merkteken op je bal te zetten. Ook mag je altijd je bal identificeren als je twijfelt. Maak hier dus ook gebruik van.

Zie regel 6.3

Bal identificeren

"Moet ik mijn medespeler waarschuwen als ik mijn bal wil identificeren?" 

Je hebt je bal gevonden maar die ligt deels onder zand en bladeren; je kunt moeilijk zien of het jouw bal is. Dan mag je je bal identificeren, overal op de baan. Volg wel de juiste procedure volgt, anders krijg je een strafslag. Je medespeler hoef je niet te waarschuwen als je je bal wilt identificeren. Pak een tee, marker of ander klein voorwerp om je bal te markeren en neem de bal op om te zien of die van jou is. Je mag de bal niet schoonmaken. Als het jouw bal is, leg je die terug, neem je je marker op en sla je. De bal kan zo vies zijn, dat je niet kunt zien of die van jou is. Dan mag je voorzichtig een klein stukje schoonmaken. Zorg er altijd voor dat je zeker weet dat je je eigen bal speelt, bijvoorbeeld door er vooraf een merkteken op te zetten. Als je namelijk de verkeerde bal speelt, krijg je twee strafslagen en moet je je fout herstellen.

Zie regel 7.3

Bewogen bal bij zoeken

"Ik sloeg mijn bal in de struiken en bij het zoeken trapte ik er per ongeluk tegenaan. Wat is de regel?"

Je mag tijdens het spel je bal niet zomaar oppakken of bewegen. Als dit toch gebeurt, krijg je één strafslag. Maar als je aan het zoeken bent en je beweegt per ongeluk je bal omdat je er bijvoorbeeld tegenaan trapt, dan krijg je hier geen strafslag voor. Je moet de bal terugplaatsen op de plek waar hij lag. Ook als je medespeler of je tegenstander bij matchplay tijdens het zoeken per ongeluk je bal beweegt, moet de bal worden teruggeplaatst.

Zie regel 7.4

De bal misslaan

"Een speler staat op de afslag. Hij wil de bal slaan en mist volledig. Daarna slaat hij de bal op de fairway. Wat is zijn score tot nu toe op deze hole?"

Het is iedereen wel eens overkomen: je staat op de tee met in gedachten een prachtige slag en... je mist volledig. Dat is balen! Te meer omdat je die slag moet meetellen. Het wordt ook wel een ‘airshot’ genoemd. Zo’n ‘airshot’ valt onder de definitie van een slag: de voorwaartse beweging van de club met de bedoeling de bal te slaan en in beweging te brengen. Het kan ook voorkomen dat je de bal per ongeluk twee (of meer) keer raakt, een double hit. Dit telt als één slag en krijg je geen strafslag. Let er ook op hoe je de bal slaat; naar voren schuiven, duwen of lepelen mag niet. De score van deze speler tot nu toe op deze hole is 2.

Zie regel 10.1a

Advies vragen

"Mag ik aan mijn medespeler vragen of er rechts naast de green een bunker ligt?" 

Je mag in golf geen advies geven of vragen. Maar wat is advies precies? Wat mag je wel en niet vragen? Tijdens een wedstrijd of het spelen van een qualifying kaart mag je geen advies vragen of geven (gevraagd of ongevraagd). Als je dit toch doet, krijg je twee strafslagen bij de score van die hole. Advies betekent in de regels een raad of suggestie die een speler zou kunnen beïnvloeden, bijvoorbeeld bij de keuze van een club of bij het doen van een slag. Je mag dus niet vragen aan je medespeler welke club hij sloeg voordat je zelf gaat slaan. Of als je een slechte bal hebt geslagen, mag je ook niet vragen wat je fout deed tijdens je swing. Je mag wel altijd vragen stellen over de regels of over afstanden naar de hole. En ook of er rechts naast de green een bunker ligt. Regels en afstanden en dergelijke zijn namelijk voor iedereen waarneembaar. Elk soort advies mag je altijd vragen tijdens de ronde aan je partner in bijvoorbeeld een foursome of aan je caddie. En ook voor of na je eigen ronde aan iemand die al binnen is of tijdens een onderbreking van de wedstrijd. 

Zie regel 10.2

Lees hier het regelincident over advies geven waar de Nederlandse profspeelster Dewi Weber bij betrokken was begin november 2019.

Bewegende bal raakt iets of iemand

"Je slaat je bal tegen een boom en deze kaatst terug tegen je eigen golftas. Hoeveel strafslagen krijg je?"

Het komt wel eens voor dat een bal tegen een schuilhut, een bankje of bijvoorbeeld een boom komt. Dan moet je de bal gewoon spelen zoals hij ligt. Als je bal op de green per ongeluk van richting wordt veranderd, bijvoorbeeld als je medespeler tegen jouw bal in beweging aanloopt, dan vervalt de slag en wordt er opnieuw geputt zonder straf. Als de bal in beweging van richting wordt veranderd of gestopt door jezelf of je uitrusting, dan krijg je ook geen strafslag en moet je de bal spelen zoals hij ligt. Bijvoorbeeld: je slaat uit de bunker en je bal komt via de rand van de bunker terug en rolt tegen je voet aan. Of, zoals in de vraag, de bal komt tegen een boom en vervolgens tegen je tas. Wanneer je bal op de green ligt en de bal van je medespeler ligt daar ook, dan mag je de bal van de medespeler niet raken. Vraag dan, wanneer de bal van je medespeler in de buurt van de hole of je speellijn ligt, of hij of zij die bal kan markeren en opnemen. Als je de bal tóch raakt na een slag op de green, volgen er twee strafslagen in strokeplay. De bal moet vervolgens gespeeld worden zoals hij ligt.

Zie regel 11.1a

Zand op de green

"Je bal ligt op de green. Tussen de bal en de hole ligt wat bunkerzand. Mag je dit zand wegnemen?"

Losse natuurlijke voorwerpen zoals bladeren, takjes, dennenappels of steentjes kom je op de golfbaan overal tegen. Ze komen uit de natuur en horen bij de baan. Als je last hebt van een los natuurlijk voorwerp dan mag je dat weghalen. Pas wel op dat de bal niet beweegt want behalve op de green krijg je hier één strafslag voor en je bal moet worden teruggeplaatst.  

Als je bal op de green ligt, mag je losse natuurlijk voorwerpen wegnemen. De green is namelijk bedoeld om te putten, en dat is niet fijn als er blaadjes en dergelijke in je lijn liggen. Als je bal bij het wegnemen verrolt, krijg je geen straf. Je moet de bal wel op zijn oude plek terugplaatsen. Zand en losse aarde zijn alleen op de green losse natuurlijke voorwerpen; daar mag je die zonder straf wegnemen zodat je een schone lijn hebt naar de hole. Buiten de green mag je zand en losse aarde niet wegnemen. 

Zie regel 13.1 en regel 15.1

Pitchmarks

"Wanneer mag je pitch- en spikemarks repareren op de green?"

Een pitchmark is een balinslag, een klein deukje in de green. Een spikemark is een beschadiging aan de green, veroorzaakt door je eigen of andermans golfschoenen. Beide mag je altijd repareren. Je mag een pitchmark of een spikemark ook repareren als deze in je lijn ligt en je nog moet putten. Het beste is als alle spelers meteen hun eigen pitchmark repareren. Als je dat namelijk niet doet, kan het weken duren voordat de green is hersteld. De greenkeepers zullen blij met je zijn en de baan blijft verzekerd van mooiere en betere greens. Andere beschadigingen die onder andere hersteld mogen worden op de green zijn: oude hole-pluggen (waar hole heeft gestaan), naden van graszoden, ingebedde voorwerpen (steentjes of eikels), sporen van dieren en beschadigingen door een vlaggenstok. 

Zie regel 13.1

Verkeerde green

"Vorige maand sloeg ik per ongeluk op een verkeerde green. Wat moet je dan doen?"

Iedereen slaat wel eens de verkeerde kant op of per ongeluk naar de verkeerde vlag. Je bal kan dan op een andere green terechtkomen dan van de hole die je aan het spelen bent. De green is een mooi en verzorgd gedeelte van de baan. Het zou zonde zijn om daar vanaf te spelen met bijvoorbeeld je ijzer. Misschien moet je namelijk nog een grote afstand overbruggen. Je mag daarom niet van een verkeerde green afspelen. Je moet de green ontwijken en je krijgt hier geen straf voor. De procedure voor het ontwijken van een verkeerde green gaat als volgt. Je zoekt het dichtstbijzijnde punt naast de green, zo dicht mogelijk bij de plek waar je bal op de green ligt (maar niet dichter bij de hole die je speelt) en waar je geen last hebt van de verkeerde green met je stand, ligging van de bal of je swing. Vanaf dit punt drop je je bal binnen één clublengte. Als je de bal opneemt volgens deze regel, mag je de bal schoonmaken. 

Zie regel 13.1

Golfregels: bal op de verkeerde green

Op het randje

"Soms blijft je bal op het randje van de hole liggen. Kan ik dan een tijdje wachten totdat-ie er invalt?"

Soms heb je zo’n supe slag: een moeilijke lange putt of perfecte chip waarbij de bal langzaam richting hole rolt en… blijft steken op het randje. Heel frustrerend. Wat kun je doen? Er is een speciale regel voor. Nádat je naar de hole bent gelopen, mag je tien seconden wachten om te kijken of de bal alsnog vanzelf in de hole valt. Als dat gebeurt, heb je gewoon uitgeholed met die laatste slag. Als de bal ná tien seconden in de hole valt, heb je uitgeholed maar moet je wel een strafslag bij je score optellen. Als de bal niet in de hole valt, moet je gewoon nog een keer putten.

Zie regel 13.3

Droppen

"Je mag volgens de regels droppen. Maar je dropt op een foute manier. Je medespeler wijst je hierop. Wat moet je doen?"

Er zijn veel situaties in golf waarbij je je bal moet droppen. Bijvoorbeeld bij het ontwijken van een konijnenhol, als je je bal onspeelbaar verklaart of als je je bal in een hindernis hebt geslagen. Droppen moet op de juiste manier gebeuren. De speler moet de bal vanaf kniehoogte laten vallen. Als je dropt vanaf een andere hoogte (schouderhoogte bijvoorbeeld) dan moet je opnieuw op de juiste manier droppen, zonder strafslag. Als je deze fout niet herstelt voordat je slaat, kost het je een strafslag. Droppen gebeurt altijd door de speler zelf.

Zie regel 14.3b

droppen nieuwe golfregels

Verkeerde plaats op de green

"Je bal ligt op de green en je medespeler vraagt of je je marker een putterkoplengte wil verplaatsen omdat deze in de weg ligt. Je vergeet de marker terug te plaatsen en speelt de bal van de verkeerde plaats. Hoeveel strafslagen krijg je?"

Het spelen van de verkeerde plaats kan gebeuren als je een bal slaat die is bewogen of opgenomen en niet op de juiste plaats is teruggelegd (zoals in de vraag hierboven). Je speelt ook van de verkeerde plaats als je een bal slaat die op een deel van de baan ligt waar geen slag mag worden gedaan (bijvoorbeeld waar spelen uit de GUR is verboden). Of als je bal op een verkeerde plaats is gedropt of geplaatst.

Als je van de verkeerde plaats hebt gespeeld, krijg je twee strafslagen. En je moet de hole met die bal verder spelen. Maar als je van een verkeerde plaats hebt gespeeld en je hebt daar onterecht veel voordeel van, dan moet je naast dat je twee strafslagen krijgt, ook je fout herstellen. Je moet slaan van de plek waar je eigenlijk vandaan had moeten spelen. De slagen met de verkeerde bal vervallen. De fout moet je herstellen voordat je van de volgende hole hebt afgeslagen. Op de achttiende is dat voordat je je scorekaart hebt ingeleverd.

Een voorbeeld van het spelen van de verkeerde plaats met onterecht veel voordeel is het volgende. Je slaat je bal 150 meter vanaf de afslagplaats buiten de baan en je dropt je bal waar de bal over het hek is gegaan. Dit is de verkeerde plaats, want je had een nieuwe bal moeten spelen vanaf de plek waar je de laatste slag hebt gedaan. Dit scheelt dus 150 meter vandaar dat dit onterecht veel voordeel is. Het kan ook zijn dat je op de fairway dropt in plaats van in de hoge rough. Ook dat is onterecht veel voordeel en moet je de fout herstellen.

Als je tijdens een matchplay wedstrijd van een verkeerde plaats speelt, verlies je de hole.

Zie regel 14.7

Losse obstakels en voorwerpen

"Wat is het verschil tussen een los obstakel en een los natuurlijk voorwerp?"

Op de baan vind je (losse) obstakels en losse natuurlijke voorwerpen. Dit zijn twee verschillende dingen, met verschillende regels. Obstakels zijn kunstmatige voorwerpen (door de mens gemaakt) die niet op de golfbaan thuishoren. Zoals een pad, sprinkler, schuilhut, hark, flesje water of verloren handdoekje. Hierbij zijn een pad en schuilhut vaste obstakels omdat je ze niet kunt verplaatsen of verzetten, de andere objecten zijn weg te halen en noemen we losse obstakels. Aangezien die niet op de golfbaan thuishoren, mag je losse obstakels altijd weghalen, ongeacht de locatie op de golfbaan. Als de bal dan verrolt, moet je die terugplaatsen (als de bal dichtbij of tegen het losse obstakel ligt) of droppen (als de bal in of op het losse obstakel ligt), zonder strafslag. Losse natuurlijke voorwerpen zijn objecten die op de golfbaan thuishoren. Zoals bladeren, takjes en dennenappels. Deze maken deel uit van de natuur. Overal op de baan mag je losse natuurlijke voorwerpen wegnemen. Als je bal hierbij beweegt moet je de bal terugplaatsen en krijg je een strafslag. Op de green of op de afslagplaats mag je de voorwerpen ook weghalen. Als daarbij de bal verrolt, mag je die terugplaatsen zonder strafslag.

Zie regel 15

Losse obstakels

"Mijn bal ligt tegen een hark. Wat moet ik doen?"

Soms kom je op de golfbaan dingen tegen die niet bij de baan en/of de natuur horen. Zoals een leeg flesje, verloren handdoek of hark bij een bunker. Dit zijn ‘kunstmatige’ voorwerpen die losliggen. In de regels noemen we dit ‘losse obstakels’. Het kan zijn dat je bal bij, tegen, op of in zo’n los obstakel ligt. Goed nieuws en geen paniek: je hoeft de bal niet te spelen als je er last van hebt. Als je bal tegen of bij een hark ligt, mag je die weghalen. Als de bal daarbij verrolt, moet je ’m terugplaatsen op de plek waar de bal lag. Het is daarom handig de bal te markeren voordat je de hark weghaalt. Het maakt niet uit of de bal en hark in de bunker liggen of daarbuiten. Het kan ook zijn dat je bal bijvoorbeeld op een handdoek ligt. Je mag de bal dan opnemen en de handdoek weghalen. Behalve op de green moet je de bal dan droppen binnen de dropzone. De dropzone is één clublengte vanaf het referentiepunt (het referentiepunt ligt direct onder handdoek onder de bal) niet dichter bij de hole. Als dit op de green gebeurt, moet je de bal plaatsen op het referentiepunt.

Zie regel 15.2a

Golfregels: bal tegen hark
Golfregels: bal op handdoek

Abnormale baanomstandigheden

"Mijn bal is in een plas op de fairway terechtgekomen. Wat moet ik doen?"

Tijdelijk water (plassen), konijnenholen, molshopen, ground under repair (GUR)... Iedereen komt zoiets wel eens tegen op de baan en we noemen ze abnormale baanomstandigheden. Je mag deze omstandigheden ‘gratis’ (zonder strafslag) ontwijken als:

  • je er last van hebt bij het innemen van je stand;
  • je er last van hebt bij het maken van je swing;
  • de bal in de abnormale omstandigheid ligt of deze raakt. 

Het ontwijken gaat als volgt. Je zoekt het dichtstbijzijnde punt waar je geen last meer hebt van de omstandigheid (zie onderstaande tekening met GUR) met je stand, ligging of swing. In het Engels ook wel het nearest point of relief genoemd. Dit punt mag niet dichterbij de hole zijn. Om de plek te bepalen neem je de club die je zou gebruiken als de abnormale baanomstandigheid er niet was geweest. Met deze club simuleer je de slag zodat je weet waar je kunt staan en je slag kunt maken. Vanaf dit punt heb je een clublengte opzij of naar achter waarbinnen je een bal moet droppen (niet dichter bij de hole). Als de bal goed is gedropt, kan je verder spelen. Op de green moet de bal geplaatst worden op het dichtstbijzijnde punt. 

Zie regel 16.1

Golfregels: ontwijken abnormale baanomstandigheden

Vaste obstakels ontwijken

"Je bal ligt na je afslag dicht bij een schuilhut. Je kunt hierdoor geen swing maken. Waar mag je zonder straf droppen?"

Vaste obstakels zijn kunstmatige voorwerpen die eigenlijk niet op de golfbaan thuishoren. Dus geen bomen, planten, gras, aarde en struiken maar wel een schuilhut of een pad; die zijn immers door mensen aangelegd. Ook een sproeikop of een bankje kan je niet verplaatsen en zijn daarom vaste obstakels. In drie gevallen mag je deze schuilhut gratis (dus zonder strafslag) ontwijken: 

  • als je bal in of op de schuilhut ligt; 
  • als je last hebt van de schuilhut bij het innemen van de stand;
  • als je er last van hebt bij het maken van je swing.


Stap 1 
Bij het ontwijken van een schuilhut zoek je het dichtstbijzijnde punt: 

  • zo dicht mogelijk bij de plek waar de bal lag;
  • niet dichter bij de hole;
  • waar je, als de bal daar zou komen te liggen, met je stand en swing geen last meer hebt van de schuilhut. 

Om dit punt te bepalen, neem je de club die je zou gebruiken om de slag te maken als de schuilhut er niet had gestaan. Met deze club simuleer je de slag, zodat je weet waar je goed kunt staan en een slag kunt maken. Als je zo klaarstaat, prik je een tee in de grond op de plaats waar de club de grond raakt.

Stap 2
Vanaf dit punt meet je een dropzone. Je meet één clublengte opzij of naar achteren (niet dichter bij de hole). Daarna neem je de bal op en drop je hem binnen deze dropzone. Vanaf hier speel je de bal. 

Een vast obstakel mag je overal ontwijken, behalve in een hindernis. Je mag een vast obstakel ook niet ontwijken als deze alleen in je speellijn staat.

Zie regel 16.1b

Ingebedde bal

"Als de fairways erg drassig en mijn bal in zijn eigen pitchmark blijft liggen, wat kan ik dan doen?

Een pitchmark is een deuk veroorzaakt door de inslag van de bal. Als een bal in zijn eigen pitchmark blijft liggen, noemen we dat een ingebedde bal. Als je bal bijvoorbeeld op de fairway of in de rough is ingebed, hoef je ’m niet te spelen. Gelukkig maar! Je mag dan zonder straf de bal opnemen en droppen binnen de dropzone. De dropzone is één clublengte vanaf het referentiepunt (de plek direct achter de ingebedde bal) niet dichter bij de hole. Als je de bal hebt opgenomen, mag je ’m ook schoonmaken. Wellicht fijn als er modder aanzit. Als je hebt gedropt en de bal binnen de dropzone blijft liggen dan mag je verder spelen. Als je bal in een hindernis of in een bunker ligt ingebed mag je niet zonder straf ontwijken. 

Zie regel 16.3

Golfregels: Drop bij ingebedde bal

Bal zoeken

"Ik heb drie minuten gezocht naar mijn bal en loop terug naar de afslagplaats. Onderweg vind ik mijn bal. Is die dan volgens de regels verloren?"

De bal is verloren als je deze niet binnen drie minuten hebt gevonden. Het is belangrijk dat je een merkteken op de bal zet. Als er namelijk twee dezelfde ballen naast elkaar liggen, weet je niet welke van jou is en is jouw bal verloren. Soms sla je je bal in de bossen of in de rough en kan je je bal niet meer vinden. Dan moet je, met bijtelling van één strafslag, een bal spelen in de dropzone zo dicht mogelijk bij de plek waar de oorspronkelijke bal voor het laatst werd gespeeld. Deze procedure moet je helaas ook volgen als je je bal ná drie minuten toch terugvindt. Als je denkt dat je bal verloren is, kan je het beste meteen een provisionele bal spelen. Dat scheelt onnodig heen en weer lopen. Als je vergeet te zeggen dat je een provisionele bal speelt, is dat een ‘tweede’ bal waarmee je verder moet spelen. Het ‘verloren verklaren’ van je bal is niet mogelijk. Dit is een misvatting; een bal kan alleen volgens de regels verloren zijn.”

Zie regel 18.2

Out of bounds

"Hoe zit het ook al weer met een bal die buiten de baan terechtkomt?"

Iedereen slaat zijn bal wel eens buiten de baan (out of bounds). Buiten de baan wordt meestal aangegeven met witte palen en/of lijnen. Als je bal buiten die begrenzing komt, mag je ’m niet vanaf die plek spelen. Om verder te kunnen spelen moet je een nieuwe bal slaan zo dicht mogelijk bij de plek vanwaar de oorspronkelijke bal werd gespeeld. Vaak moet je dan een stuk teruglopen. Als deze plek op de afslagplaats is, mag je je bal weer opteeën. Wanneer dit op de fairway, in de rough of in een hindernis is, moet je de bal droppen binnen de dropzone bij plaats waar je de laatste slag hebt gedaan. Het recht om een nieuwe bal in het spel te brengen kost helaas wel één strafslag. Het komt neer op een straf van ‘slag en afstand’: je krijgt een strafslag en je moet opnieuw de afstand overbruggen met de nieuwe bal. Het kan ook zo zijn dat je bal binnen de baan ligt maar vlakbij een (wit) paaltje of een hek dat ‘buiten de baan’ aangeeft. Dan mag je het hek of de palen niet zonder straf ontwijken; je moet de bal spelen zoals hij ligt en als dat te lastig is, kun je de bal onspeelbaar verklaren. 

Zie regel 18.2

Golfregels: out of bounds
 

Er zijn ook banen die een plaatselijke regel hebben voor wanneer je bal buiten de baan ligt. Je hoeft dan niet helemaal terug te lopen, maar wel twee strafslagen tellen. Klik hier voor meer informatie over deze plaatselijke regel.

Provisionele bal

"Wanneer mag ik een provisionele bal spelen?"

Een provisionele bal speel je wanneer je oorspronkelijke bal wellicht buiten de baan terecht is gekomen of als je bal verloren kan zijn buiten een hindernis. Met een provisionele bal voorkom je onnodig heen en weer lopen en dus langzaam spel. Je meldt vooraf dat je een provisionele bal gaat spelen en doet dat zo dicht mogelijk bij de plek vanwaar de oorspronkelijke bal werd gespeeld. Als dat de afslagplaats is, sla je vanaf daar. Vervolgens ga je je oorspronkelijke bal zoeken. Vind je die, dan moet je de provisionele bal oprapen, alle slagen met die bal laten vervallen en met de oorspronkelijke bal verder spelen. Als je je oorspronkelijke bal niet terugvindt, moet je doorspelen met de provisionele bal en één strafslag tellen voor de verloren bal. De provisionele bal is nu de bal in het spel geworden. Je mag geen provisionele bal spelen als je zeker weet dat jouw bal in de hindernis is gegaan.

Zie regel 18.3

Onspeelbare bal in bunker

"Als mijn bal onspeelbaar ligt in de bunker, moet ik dan ook in de bunker droppen?"

Het komt regelmatig voor dat je bal in de struiken, het bos of een bunker ligt en dat het lastig wordt die bal te slaan. Je mag je bal dan onspeelbaar verklaren zodat je je uit deze positie kan ‘kopen’. Je krijgt hiervoor wel één strafslag. Je hebt vier mogelijkheden waaruit je kan kiezen om verder te spelen: 

  • Je dropt een bal binnen de dropzone bij de plek waar je de laatste slag hebt gedaan. De dropzone is één clublengte vanaf het punt waar je de laatste slag hebt gedaan. Als dit de afslagplaats is, dan mag je de bal weer opteeën.
  • Je mag een bal droppen achter het punt waar de bal lag binnen de dropzone op de rechte lijn die loopt vanaf de vlaggenstok door het punt waar de bal lag. De dropzone is één clublengte vanaf een referentiepunt op deze rechte lijn. Je mag zo ver naar achter als je wilt. Als je bal in de bunker lag, moet je ook in de bunker droppen. 
  • Of je mag ook achter de bunker droppen maar dan wel met twee strafslagen (optie 4 in het plaatje).
  • Je mag een bal droppen binnen twee clublengten van de plek waar de bal lag, maar niet dichterbij de hole. Als je bal in de bunker lag, moet je ook in de bunker droppen. 

De ervaring is dat veel mensen snel voor de laatste optie kiezen. Kijk ook eens goed naar de eerste of de tweede optie. Deze kunnen soms veel gunstiger uitpakken. 

Zie regel 19.3

Gebruik de regelapp van de R&A!

Met de regelapp van de R&A kun je snel en gemakkelijk een regel checken op je smartphone - in de Nederlandse taal. De app met de naam 'Golfregels 2023' is gebruiksvriendelijk en verrijkt met illustraties die de regels uitleggen. In de baan mag de regelapp ook geraadpleegd worden, als het maar niet tot oponthoud leidt!

Download: 


Lees meer over
Golfregels