Een betaalde cursus omgaan met teleurstellingen, zo zou ik mijn golfescapades ook wel kunnen noemen. Als ik heel eerlijk ben, heb ik dit jaar te weinig progressie geboekt. Op enkele oplevingen na, raakte ik vooral vaak bedroefd door mijn eigen niveau. Een bittere constatering, die ik vooral wijt aan een gebrek aan tijd en toewijding.
Ik sluit me graag aan bij Jody Bernal: ‘Nooit vond ik iets zo leuk waar ik zo slecht in ben’
Daar gaat in 2025 rigoureus verandering in komen (daarover later meer), want ik moet en zal dit machtig mooie spelletje onder de knie krijgen. Het klinkt wat paradoxaal allemaal, maar ik sluit me graag aan bij de treffende woorden van Jody Bernal: ‘Nooit vond ik iets zo leuk waar ik zo slecht in ben.’
Of ik die ‘vreugde’ ook ga doorvoelen op deze grauwe dinsdag, valt nog te bezien. Ik heb eindelijk weer een golfafspraak met mijn oud-dorpsgenoot Bjorn. Door onze vorige ronde ging een streep vanwege oer-Hollands takkeweer, maar de omstandigheden zijn ook nu niet bepaald uitnodigend.
Ach, voor alles een eerste keer: een onvervalst potje herfstgolf heb ik immers nog niet meegemaakt. Dus hup, moedeloos voorwaarts naar De Lage Mors in Delden voor 9 holes.
“Je mag spelen voor het introducétarief, want de baan is behoorlijk gehavend en her en der afgesloten”, meldt een vriendelijke vrouw bij het afrekenen van de greenfee. Ik weet niet of ik daar zo blij mee ben, mompel ik terwijl ik naar mijn witte sneakers kijk (zonder profiel; misschien zijn echte golfschoenen tóch geen overbodige luxe).
Mij zul je niet snel in een spijkerbroek zien in de baan, maar mijn golftas vol scheuren verdient ook niet de schoonheidsprijs
Bjorn blijkt daarentegen beter voorbereid en is meer het type golfer dat de sport bloedserieus neemt. Zowel qua aanpak – altijd grondig inslaan op de drivingrange en een immer consciëntieuze slagroutine - als qua materiaal en kleding. Alles tot in de puntjes verzorgd. Mij zul je ook niet snel in een spijkerbroek zien in de baan, maar mijn derdehands golftas vol scheuren verdient ook niet de schoonheidsprijs. En die profielloze witte sneakers getuigen evenmin van een topsportbeleving…
We gaan er hoe dan ook weer het beste van maken, al heeft de vriendelijke vrouw zojuist niets te veel gezegd over de baancondities. Overal blauwe GUR-paaltjes (Ground Under Repair) en een ondergrond die zich het beste laat omschrijven als drassig, modderig én glad. Tot drie keer toe ga ik bijna gestrekt als gevolg van mijn slecht gekozen schoeisel. “We hadden net zo goed op het erf bij de boer verderop kunnen spelen”, mopper ik naar Bjorn (niet oneerbiedig bedoeld).
Mijn spel schommelt deze middag. Ik wissel twee prachtige parren (dankzij schitterende lange putts), af met iets wat lijkt op paaseieren zoeken voor gevorderden. ‘Waar is mijn bal nu weer gebleven?’ – dat werk.
Op de bijna 500 meter lange hole 8 (par 5) beleef ik een dieptepunt. Twee drives linea recta in het water en de ene na de andere fluff met mijn ijzers. Ik kom maar niet vooruit en wanneer ik mezelf weer eens uit de bosjes probeer te ‘hakken’, zeg ik tegen Bjorn: “Dus zo voelt Stroke Index 1 onder barre omstandigheden; alsof ik het hele Amazoneregenwoud door moet ploegen.”
Andermaal een enerverende ronde rijker, voer ik thuis met angst en beven mijn scorekaart in. En ja hoor, ik blijk te zijn gekelderd. Naar handicap 54. Terug bij af.
Ik zucht, en tegelijkertijd valt mijn blik op de zebraplant in de hoek van de kamer. Enkele bladeren hangen treurig naar beneden (iets wat bij deze eigenwijze kamerplant overigens gebeurt bij zowél te weinig als te veel water). Zo gaat het ook met mijn golfspel, besef ik. Iets te weinig aandacht, en de boel zakt hopeloos ineen.
Tijd voor blauwe paaltjes, maar dan in huize Heethaar. Eén voor die nukkige Alocasia Zebrina en een heel pak voor mijn golfspel. Under repair in 2025, dan staat dat goede voornemen alvast genoteerd.