Tips

Tips voor je ijzerslagen

Met goede ijzerslagen kun je het jezelf een stuk makkelijker maken. Waar moet je op letten en hoe zorg je ervoor dat je constant wordt met je ijzers? Lees deze vier tips van PGA-professionals.

Tip 1 van Jamie Doughtie: afstandcontrole

Goed ijzerspel heeft veel te maken met het slaan van de juiste afstanden. Neem Tiger Woods, een van de beste ijzerspelers aller tijden. Elke keer als hij met een ijzer een bal pin-high (ter hoogte van de vlag) sloeg, zei hij tegen zijn caddie: “pin high baby!” Tiger wist heel goed hoe belangrijk het is om je afstanden goed onder controle te hebben, en dat geldt ook voor jou.

Om meer controle over je afstanden te krijgen is het verstandig om je lange ijzers (2, 3, 4) met hetzelfde tempo te swingen als je mid- (5, 6, 7) en korte (8, 9, P) ijzers. Te vaak slaan golfers met lange ijzers te hard om met kracht tot een bepaalde afstand te komen. Aan een goed tempo en ritme in je swing heb je echter veel meer.

Een goede drill is om je lange ijzer korter te grippen, bijvoorbeeld op de lengte van een ijzer 7 of ijzer 8. Maak vervolgens een swing alsof je een ijzer 7 of ijzer 8 slaat. Ga als dat goed gaat weer terug naar een normale grip en blijf met hetzelfde tempo swingen. Laat de club het werk doen en je zult zien dat je de ballen veel beter raakt en dat er veel meer consistentie in je afstanden komt.

Tip 2 van Hans von Burg: eerst bal, dan grond

Hoe raak je je ijzers echt goed? Hoe haal je de meeste afstand en spin uit een slag naar de green? Het allerbelangrijkste bij een ijzerslag is dat je de bal in de neerzwaai raakt. Vooral bij je korte ijzers is dat belangrijk. Als je dat doet komt de bal ‘gevangen’ te zitten tussen het clubblad en de grond, zodat de bal van het clubblad schiet. Bij een goede ijzerslag van de fairway sla je een plag na de bal, omdat je eerst de bal raakt en dan pas de grond.

Om de bal in de neerzwaai te raken is het belangrijk dat je bovenlichaam in de swing boven de bal blijft. Beweeg met je centrum niet te veel naar je achterste voet en maak niet een te lange backswing, want dan is het moeilijker om de bal in de neerzwaai te raken. Zorg wel voor een goede schouderdraai van negentig graden.

En nog iets: als je een ijzer vanaf de tee slaat is het belangrijk dat je de bal niet te hoog opteet. Als je de bal hoog op het clubblad raakt verlies je veel afstand - en iedereen kent het vervelende gevoel bij een slecht geraakte slag met een ijzer.

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

Tip 3 van Marcella Neggers: goede hoogte balvlucht

Ook belangrijk in het ijzerspel is dat je weet hoe je een lage en hoge balvlucht voor elkaar krijgt. Veel amateurs passen hun swing aan om een lage of hoge bal te slaan, met alle gevolgen van dien, terwijl je met het aanpassen van de balpositie in je stand heel eenvoudig de balvlucht kunt veranderen.

De basis is simpel: als je een hoge bal wilt slaan, breng je de bal meer voorin je stand - dus voor een rechtshandige speler meer naar links en voor een linkshandige speler meer naar rechts. Voor een lagere balvlucht breng je de bal meer terug in je stand. Als je je balpositie terug in je stand brengt, zijn je handen bij het (vervroegde) raakpunt meer voor de bal en heeft je club op het moment van raken minder loft, en dat zorgt voor een lagere balvlucht. Aan je swing hoef je dus niks te veranderen!

Het terugbrengen van je bal in je stand werkt trouwens ook heel goed bij moeilijke liggingen waarbij je graag zeker wilt zijn dat je eerst de bal raakt en de kans op zuiver contact vergroot. Let wel op dat als je de bal meer terug in je stand brengt, dat er dan een grotere tendens is om de bal naar links te slaan. Je kunt dit probleem oplossen door een klein beetje open te gaan staan door je linkervoet iets meer naar achter te plaatsen. Als je open staat, is het makkelijker om door de bal heen te draaien en ben je minder geneigd om met je schouders naar beneden te komen. Ga de baan in en probeer de verschillende balposities uit.

Tip 4 van Floris de Vries: let op balans en eindstand

De eindstand vertelt bijna alles over de swing van een golfer. Als je naar de topspelers kijkt op tv, zie je dat als ze een ijzer slaan altijd in balans eindigen. Probeer daarom als je gaat oefenen eens de eindstand van een van de beste spelers ter wereld - bijvoorbeeld Jason Day, Dustin Johnson, Rory McIlroy of Tiger Woods - te kopiëren. Als je dit bewust doet kom je er snel achter wat je neiging is bij het slaan van een ijzer en hoe je je evenwicht verliest.

Wat mij ook altijd opvalt bij de eindstand van topspelers is dat het lijkt alsof ze een punch hebben geslagen. Wat ik daar mee bedoel is dat je ziet dat ze met lange armen eindigen, dus ver voor het lichaam. Clubgolfers eindigen vaak met ingetrokken armen en zijn uit balans omdat ze te veel kracht hebben gebruikt. Probeer daarom in je eindstand met lange armen te eindigen, net als Tiger, Rory, Jason of Dustin. Kies een topspeler en ga aan de slag!