Beter golfen

Oefen verschillende soorten chips: hier moet je op letten

De korte slagen rond de green zijn heel belangrijk om beter te scoren. Tourspeelster Pasqualle Coffa laat zien hoe je goed – en leuk! – verschillende soorten chips kunt oefenen.

Ik train het korte spel meestal op Bernardus Golf waar ik me echt kan uitleven; de faciliteiten om het chippen en pitchen te oefenen zijn nergens beter. Ik kan uren achtereen aan het korte spel werken, want ik vind het een van de leukste onderdelen van golf. Met goed kort spel kun je veel slagen winnen, dat geldt voor tourspelers maar zeker ook voor amateurgolfers. Ik laat jullie zien waar ik op let bij de korte slagen, welke techniek ik gebruik en wanneer ik kies voor een bepaald type slag.

Standaard chip

Bij een standaard chip is de balpositie in het midden, de shaft is neutraal, dus vrij recht boven de bal. Bij een standaard chip krijgt de bal een kleine boog en rolt vervolgens een stukje door.

Lagere chip met meer rol

Als ik de bal nog iets later wil spelen, is de balpositie meer rechts en de shaft is wat meer voor de bal, een klein beetje shaftlean noemen we dat.

Door de fringe

Als de fringe, dus het gras rond de green, laag is, kun je de bal voor de green laten landen. Belangrijk is een landingspunt te kiezen, rekening te houden met de hoeveelheid rol die de bal gaat krijgen en de slag te visualiseren.

Hogere chip met minder rol

Als het gras op de fringe hoger is, kun je lastig inschatten hoe de bal gaat reageren als-ie landt. Dan kies ik voor een wat hogere vlucht waarbij de bal net op de green landt en een klein stukje doorrolt naar de vlag. Ik pas de balpositie aan, meer naar links, maar verder blijft de techniek hetzelfde als bij de lagere chips.

Extra hoge lob

Als er een bunker of water tussen je bal en de green ligt, moet je een extra hoge bal slaan. Het is een van mijn favoriete slagen. De balpositie is links, zet het clubblad flink open, zo voeg je loft toe. Let op dat het clubblad op het doel gericht blijft en niet te veel naar rechts. Ga de bal niet lepelen, de lucht in helpen met je handen, de loft van de club en de lichaamsrotatie zorgen voor die mooie hoge vlucht. Dit is een heel leuke slag maar zeker niet de makkelijkste. Door de extra hoge lob veel te trainen ga je je steeds comfortabeler voelen.

Veelgemaakte fouten

Veelgemaakte fouten die ik zie bij amateurs:

  1. De club te veel naar binnen wegnemen. Dan krijg je een meer ronde swingbaan en is de kans groot dat je de grond raakt voor de bal. In de video zie je een handige tip om de swingbaan meer recht te houden.
  2. Te lange backswing met vertragen bij de bal als gevolg. Probeer de backswing en de doorzwaai even lang te maken.

Tip van de navel

Een goede tip voor alle slagen die ik hierboven heb behandeld: bewaar tijdens de slag de connectie tussen het uiteinde van de grip en de navel. Als je te veel de handen gebruikt en het lichaam onvoldoende draait, dan zie je dat de club niet meer naar de navel wijst. Dus houd die connectie voor betere chipslagen.

En veel plezier met oefenen, het korte spel is heel leuk!

Lees meer over
Instructie