Net als bij veel babyboomers overheerst het optimistische gevoel van de eeuwige jeugd, het vreugdeloos staren in de ochtendspiegel even daargelaten. Je meent dat je net zo goed voor jaren jonger kan doorgaan en ach, de wallen onder je ogen en die bierbuik vallen toch reuze mee!?! Als het moet sta je nog in het holst van de nacht te swingen op de dansvloer. Born to be wild, zeg maar. Maar dit opgepoetste elan blijkt toch wel broos als je kinderen roepen: “Pap, doe normaal!” of je kleinkinderen schamperen”: ”Hihi, opa doet gek!! De harde realiteit is dat je een doorsnee 'oudere' bent die te zwaar en te stram is.
Máár er is hoop. Bier, wijn, koek en snacks laat ik nu iets makkelijker staan en ik geef mij – thuis op een matje – om de dag over aan het repeteren van een serie grondoefeningen. Opdrukken, sit-ups, planks, werken met halters. Het gaat niet van harte, maar het móet en intussen ben ik mooi drie kilo afgevallen en ik voel me werkelijk fitter.
Maar is al dit gedoe wel verantwoord?, vroeg ik mij af. Ik golf daarbij ook nog haast elke dag. Houdt mijn hart het wel? Is mijn bloeddruk in orde? Hoe zit het met mijn cholesterol? En mijn longen? Loop ik geen hardnekkige blessures op? Onderliggende issues heb ik niet, maar toch. Een grondige bodycheck is wel op zijn plaats, bedacht ik mij en via Google kwam ik uit bij Huib Plemper. Hij runt meerdere sportmedische adviescentra en is bekroond opleider sportgeneeskunde. Als begeleidend arts werkte hij bij Oranje, Ajax en het olympische team én hij is zelf fervent golfer.
“Het is belangrijk dat oudere sporters met regelmaat een check-up ondergaan”, opent Plemper het intakegesprek. “Als er bijvoorbeeld sprake is van hartfalen maar je nog geen klachten hebt, dan komt dat waarschijnlijk bij zo’n keuring aan het licht. We meten niet alleen je bloeddruk, maar maken ook een hartfilmpje, doen een longfunctietest, checken je urine op suiker en eiwit, meten het cholesterol en zoeken je grenzen op bij een inspanningstest.”
De fysieke test bij sportarts Huib Plemper.
Dan ben ik aan de beurt. Mijn routine; golfen, thuisfitness, de fiets pakken in plaats van de auto en de trap nemen in plaats van de lift, mag rekenen op zijn enthousiasme. “Sporters richten zich veelal op één ding, maar juist voor ouderen is het zaak alle spiergroepen aan te blijven spreken, want met het klimmen der jaren nemen soepelheid en kracht af. Ook conditietraining is een must. Laat je het allemaal varen en krijg je een ongeval, ziekte of blessure, dan is het héél moeilijk om weer in de juiste conditie te komen”.
Even later lig ik op een bank met allerlei electroden op borst en buik geplakt voor het maken van een hartfilmpje en niet lang daarna ga ik diep op een fietsergometer om mijn conditie te testen. Mijn plasje en bloeddruk zijn dan al getest. Ik ben enigszins gespannen als dokter Huib er goed voor gaat zitten om de uitslagen met mij door te nemen. Ik blijk nog vijf kilo te zwaar, vooral door het vet rond mijn middel, mijn cholesterolgehalte is aan de hoge kant, maar het kan net. Zijn heldere advies luidt vooral de koekjes, taartjes, worstjes, kaasjes en bitterballen vaker te laten staan. Fitnessen is goed, maar yoga voor wat meer lenigheid is een optie. Mijn algehele gezondheid en conditie zijn in orde, zeker gezien mijn leeftijd. “Daar ligt het dus niet aan als je handicap 18 wilt gaan halen”, resumeert hij met een knipoog. Eenmaal buiten haal ik opgelucht adem. Een gevoel van jeugdig elan overvalt mij.