Arnout Janmaat, de archivaris van de NGF-commissie Erfgoed, heeft artikelen geschreven voor verschillende clubbladen. Dit artikel gaat over de man die het initiatief nam voor de eerste golfbaan in Amsterdam, nu de Amsterdam Old Course.
Wethouder Ter Haar (l) en Lambertus Temmink (r) onder de paraplu bij de opening van het centre court aan de Tweede Wandelweg (1924).
De Tweede Hoofdstraat in Meppel, links de winkel van Temmink (ongeveer 1890).
De Ajax-Voetballen van Temmink (1919).
Het centre court aan de Tweede Wandelweg (1924).
Deel van advertentie van Temmink als distributeur van Spalding (1930).
Deel van advertentie van Temmink in Maandblad Golf (1937).

Schoenmakers aan de wieg van de golfbaan in Amsterdam - Geschiedenis van het imperium Temmink

De geschiedenis van de Amsterdamse Golf Club en Amsterdam Old Course begon in 1934 in Duivendrecht, waar de firma Temmink een golfbaan aanlegde. Eerder waren er al commerciële partijen zoals badhotels die een baan aan hadden gelegd (bijvoorbeeld in Domburg), maar dat een sportartikelenmagazijn dit deed was een absoluut unicum in de Nederlandse golfgeschiedenis.

Helaas is er maar weinig bekend over de firma Temmink. De baan die nu door het leven gaat als Amsterdam Old Course is een van de weinige sporen die de familie Temmink heeft nagelaten. Toch is er op basis van het fragmentarische bronnenmateriaal een aardig verhaal te vertellen, het verhaal van een familie van schoenmakers uit Meppel die aan de wieg van de hoofdstedelijke golfbaan stond.

Eind negentiende eeuw, aan Tweede Hoofdstraat nummer 20 in Meppel, stond de winkel van Teunis Temmink (1855-1939), net als zijn vader een schoenmaker. De winkel was in tweeën verdeeld. Achter de ene etalageruit verkocht en repareerde Temmink schoenen, terwijl zijn zwagers Hendrik en Jan Bos achter de andere een spekslagerij uitbaatten. Misschien een ongewone combinatie, maar een logisch gevolg van de verbintenis tussen de families Bos en Temmink.

Als eerst kwam oudste zoon Lambertus Temmink (1884-1944) in het bedrijf van zijn vader werken. Zijn vrije tijd besteedde hij graag aan voetbal. Hij was scheidsrechter, bestuurder en speler, zodoende was het niet gek dat het idee ontstond de winkel te specialiseren en uit te breiden. Naast de spekslagerij van Bos werd de schoenmakerij steeds meer ingericht als winkel voor sportartikelen. Het nieuwste materiaal werd uit Engeland geïmporteerd, shirtjes van Nederlandse voetbalclubs werden verkocht en ook zelfs eigen merk voetballen werden onder de naam ‘Ajax voetballen’ werden geproduceerd en verkocht in Meppel. Begin twintigste eeuw werden de jongste zonen Jacob en Jan eveneens opgenomen in het bedrijf en werd expansie noodzakelijk.

Op 22 mei 1919 verruilde de familie Temmink Meppel voor Amsterdam. Aan Weteringschans 76 werd ruimte gevonden. Daar begon T. Temmink & Zn. aan een nieuw hoofdstuk van de familiegeschiedenis. Het importeren van de beste merken sportartikelen en installaties ging onverminderd voort. Temmink leverde aan winkels, verkocht direct aan sportliefhebbers en was bijvoorbeeld de Nederlandse distributeur van de Engelse firma Spalding. Begin twintiger jaren kwam daar een nieuwe dimensie bij. Lambertus Temmink was door zijn internationale netwerk goed op de hoogte van de hoge kosten van het onderhoud van grasbanen. In Parijs had hij een nieuw soort tennisbaan gezien, met lage onderhoudskosten. 

Samen met de Utrechtsche Asphaltfabriek V/h Stein & Takken werd een nieuw soort baan ontwikkeld, de redcover of robak - rode baksteen - baan. De banen van gemalen baksteen waren vrij van onderhoud, maar deden ballen en schoenen sneller slijten, een nadeel voor de tennisspeler en een voordeel voor de verkoper van die artikelen. Temmink pakte het groots aan en liet 14 banen aanleggen aan de Tweede Wandelweg, de huidige Zuidelijke Wandelweg. Verschillende clubs huurden banen van Temmink en zodoende leek het een goede investering. In Bloemendaal legde de firma eveneens drie gravelbanen aan, nu bekend als LTC Bloemendaal.

Temmink verkocht onder meer tennisballen en golfballen van Spalding. Hij moet ook geweten hebben dat golf een ongekende ontwikkeling in Engeland had meegemaakt. In Nederland viel iets op aan de ontwikkeling van het spel: er was nog steeds geen baan in Amsterdam. Temmink besloot in het gat te springen.

Met zijn in het tennis beproefde methode gebruikte hij state of the art kennis uit het buitenland, in dit geval de golfbaanarchitectenfirma van Harry Colt, om een baan te ontwerpen. Na twee jaar aan het plan gewerkt te hebben werd de baan op 14 september 1935 geopend.

In totaal had Temmink honderdduizend gulden in het project geïnvesteerd, vergelijkbaar met ongeveer een miljoen euro tegenwoordig. Temmink regelde alles voor de baan, van de aanleg tot en met de catering en de aanstelling van professionals aan toe. De nieuw opgerichte Amsterdamsche Golf Club kreeg het exclusieve speelrecht voor de baan, maar Temmink incasseerde de contributie en had natuurlijk het vooruitzicht op grotere verkoop van golfartikelen in zijn winkel.

Om een oogje in het zeil te houden en een familielid aan het werk te helpen stelde hij zijn zwager, de heer H.B.C. Falk, aan als secretaris-administrateur. Uit de notulen van het clubbestuur valt op te maken dat er vanaf dag één wel strijd was tussen Temmink en de bestuursleden over de wijze waarop nieuwe leden geworven dienden te worden. Temmink, een voorstander van reclame, wilde zo snel mogelijk vierhonderd leden om zijn exploitatiekosten te dekken en stond daarin tegenover het bestuur dat “het peil” van het ledenbestand wilde garanderen en een gematigder groei voorstond.

Helemaal tot elkaar kwamen de partijen nooit meer. In 1944 overleed Temmink en niet lang de oorlog scheidden de wegen van Temmink en de club.

Eind jaren tachtig werd de 18-holes baan in Duivendrecht gehalveerd. In 1990 verhuisde de Amsterdamse Golfclub naar een nieuwe 18-holes baan in de Houtrakpolder. Sindsdien speelt de vereniging Amsterdam Old Course op de 9-holes baan in Duivendrecht.

Interesse in de geschiedenis van golf, colf en kolf? Kijk op golfgeschiedenis.nl.

  • Paginadatum 25 juli 2017
  • Auteur Arnout Janmaat, archivaris KNGF Commissie Erfgoed
}