Willie Dunn Sr
Jamie Dunn
Tom Dunn
Willie Dunn Jr
John Ducan Dunn
John Ducan Dunn
Seymour Dunn
Seymour Dunn: het beeld dat Hogan gebruikte
Seymour Dunns golfclub-kaart
Een artikel van Iain Forrester, KNGF Erfgoed Commmisie, over de grote invloed van de familie Dunn in golf.

De minder bekende helden die bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van het Schotse spel 

Wanneer mensen denken aan de grote Schotse ambassadeurs van golf denken ze meteen aan namen zoals Tom Morris en Willie Park. Dit artikel werpt een blik op een familie die vaak over het hoofd gezien wordt, namelijk de Dunns van Musselburgh, een familie die binnen drie generaties een revolutie in het golfspel teweegbracht.

De eerste generatie: Willie (1812-1878) en James Dunn (1821-1871)

De eerste generatie van de golfende Dunns bestond uit Willie (1812-78) en James (Jamie) Dunn (1821-1871), de beroemde tweeling geboren in Musselburgh. Als zonen van een stukadoor kwamen Willie en Jamie in contact met het golfspel als jonge leerlingen bij de Gourlays, een familie die golfballen vervaardigde op de Bruntfield Links. Hun golfcapaciteiten bleven niet onopgemerkt. Na een verblijf van vijf jaar keerden de twee terug naar Musselburgh waar golf ondertussen in opkomst was. De familienaam Dunn zou nog lange tijd met de stad geassocieerd worden.

Terwijl ze de kneepjes van het vervaardigen van golfballen onder de knie kregen, besteedde de tweeling hun vrije tijd aan golf om hun reeds aanzienlijke spel bij te schaven. David Stirk (*1) zegt dat het denkbaar is dat de tweeling tijdens hun stage bij de buren - en tevens ook de schoonfamilie van de Gourlays, namelijk de McEwans - geleerd zou hebben om clubs te maken. 

De reputatie van de Dunns als golfers was extreem groot. Ze waren gespecialiseerd in matchplay en vooral in foursomes werden ze als bijna onverslaanbaar beschouwd. De beroemde challenge-wedstrijd die de broers speelden tegen Tom Morris en Allan Robertson, met 400 pond als inzet, is slechts één van de grote wedstrijden waarin de broers samen speelden. De tweeling had een uitstekende reputatie als ball strikers - maar hun aanvallende stijl leverde in strokeplay minder succes op en dat is de reden dat geen van de twee ooit The Open won. Dat is beslist weer een van de redenen dat ze minder bekend zijn dan hun tijdgenoten. Het is waarschijnlijk dat de veelgebruikte term "best player never to won the open" gebruikt werd met de broers in het achterhoofd.

Wie voor 1850 professional of greenkeeper was, moest in Schotland werken. Toen de 30-jarige Willie in 1851 greenkeeper werd in Blackheath (in Londen) (*2) was hij de eerste Schotse professional die over de grens zocht naar roem en rijkdom. Zijn stap opende de deuren voor tienduizenden Schotse professionals die zijn voorbeeld volgden. Jamie vervoegde zich in 1853 bij zijn broer en de tweeling bleef tot 1864 bij de club.

Een van de eerste invloedrijke ondernemingen van Willie was het ontwerpen van de eerste golfbaan in Europa: Pau in Frankrijk, in 1856 (*3). Het ontwerp van Paul zou veel invloed hebben op de toekomstige generaties van de Dunn-familie. Hoewel hij niet zo bekend was als baanontwerper, wordt aangenomen dat Willie begin 1860 de eerste zeven holes van de Wimbledon Common Course heeft aangelegd (*4).

De broers Dunn waren volleerde clubmakers die handgemaakte longnose clubs vervaardigden in de stijl van McEwan met de stempel W & J Dunn. Verrassend genoeg hebben weinig clubs van Dunn het overleefd. Stirk (*5) beweerde dat dit kwam omdat de clubs niet van topkwaliteit waren, maar naar mijn mening heeft het meer te maken met de slechte omstandigheden op de grindgestrooide baan bij Blackheath. 

Willie is een van de namen die genoemd worden als uitvinder van de Guttie-bal in circa 1848. De nabijheid van een rubberfabriek bij Blackheath zou hem zeker een concurrentievoordeel hebben gegeven bij de productie van Guttie-ballen. Jamie had de vooruitziende blik om een verzameling van zeer oude clubs van een zeeman te kopen terwijl ze in Blackheath waren; deze waardevole stokken worden nu tentoongesteld in het uitstekende museum van de club. 

Terwijl Willie in Blackheath was, kreeg hij twee zonen: Tom en Willie Jr. Nadat hij Engeland verliet in 1864, verhuisde het gezin terug naar Musselburgh en North Berwick. Na Jamies dood in 1871 zette Willie zijn activiteiten als clubmaker voort tot zijn overlijden in 1878.

De tweede generatie: Tom (1849 – 1902) en Willie Jr. (1865 -1952) 

Mogelijk geïnspireerd door de ervaringen van zijn vader en zijn eigen jeugd in Londen werd Tom Dunn de eerste fulltime professional van London Scottish in 1869 (*6). Daar nam hij ook zijn 16-jarige jongere broer Willie Jr. aan als leerling. Alvorens hij zich vestigde in het zuidoosten van Engeland werkte hij ook een tijd bij Westwood Ho. Er wordt gezegd dat hij te intelligent was. Hij had namelijk moeite om met andere collega's om te gaan omdat zijn interesses gevarieerder en intellectueler waren dan die van zijn tijdgenoten. Het is niet bekend welke scholing Tom genoten heeft, maar de aanzienlijke sommen geld die hij heeft uitgegeven aan de privé-opleiding van zijn eigen kinderen tonen aan dat hij onderwijs belangrijk vond. In 1870 trouwde hij met Isabella Gourlay, een lid van de beroemde “balfamilie” bij wie Toms vader zijn stage had gedaan. 

Tom Dunn
Toms zakelijk inzicht was aanzienlijk. Hij was een ervaren clubmaker en een goede speler, maar zijn echte passie was nieuwe golfbanen ontwerpen. Hij beweerde meer dan 140 golfbanen te hebben gemaakt (*7). De stijl van zijn banen was uitmuntend: de specifieke kenmerken waren rudimentaire, penal cross bunkers en pill box tees. Zijn bedrijfsstrategie was nieuwe markten creëren en familieleden introduceren bij de nieuwe clubs als ambassadeurs van het familiebedrijf. Elke nieuwe baan die hij maakte gaf hem als eerste de kans om er zijn eigen golfclubs te verkopen of om er gezinsleden voor te stellen als potentiële club professional.

Tom volgde het voorbeeld van zijn vader en exporteerde golf naar Europa. Hij ontwierp vele banen in Frankrijk en andere landen, sommige ook samen met zijn broer en zijn eigen kinderen. Veel banen die aan Tom werden toegeschreven, werden in latere jaren ook geclaimd door zijn zonen John Duncan en Seymour. Bijvoorbeeld in Dinard (Frankrijk). De club zegt dat de baan is ontworpen door Tom, maar John Duncan beweert, in zijn boek uit 1941 (*8), dat het om zijn eigen werk gaat. Waarschijnlijk werd naar Toms diensten gevraagd maar had hij het op dat moment te druk of verkeerde hij in slechte gezondheid en stuurde hij een van de jongens om het werk over te nemen. Zijn slechte gezondheid (waarschijnlijk tuberculose) (*9) bracht hem in 1887/1888 naar Biarritz. Daar verzorgde hij ook een golfbaan die hij samen met zijn jongere broer Willie Jr. had ontworpen. Dit project zou veel invloed hebben op de groei van golf over de hele wereld.

Willie Dunn
Net als zijn broer werkte Willie Dunn voor korte tijd op Westwood Ho. Zijn slechte gezondheid zorgde er echter voor dat hij in Biarritz (Frankrijk) terechtkwam waar hij zes jaar zou blijven. Daar ontmoette hij Henry Vanderbilt, een buitengewoon rijke Amerikaan die hem overtuigde om in 1893 naar Amerika te verhuizen, aanvankelijk naar Shinnecock Hills (*10).

Willies opleiding en charisma zorgden ervoor dat hij snel een van de meest invloedrijke mensen in de Amerikaanse golfwereld werd. Bijna alle golfclubs die vóór 1900 in de regio New York zijn verkocht, waren ontworpen door Willie Jr. (*11). De eerste golfclubs (pre 1902) kwamen uit de fabriek van Tom, maar hij importeerde ook stokken van andere bekende clubmakers. Als speler won hij het eerste US Open in 1894 en een jaar later eindigde hij als tweede in het eerste US Open georganiseerd door de USGA. Willie ontwierp in totaal bijna 40 banen, waarvan de uitbreiding van Shinnecock Hills een van de bekendste was. 

Willies zakelijk inzicht was legendarisch en hij beperkte zich niet tot typische activiteiten waar golfprofessionals mee geassocieerd worden. Tijdens zijn carrière was hij directeur van Bridgestone Gun Implement Company, Crawford, MacGregor and Canby Co in Dayton (Ohio) en Spalding (*12). Hij was een bekende golfclubmaker. De houten vervaardigd uit één stuk waren waarschijnlijk de bekendste, maar het was slechts een van de vele patenten die hij registreerde.

Willies invloed bij de opkomst van golf in de VS was buitengewoon groot. Hij is door de belangrijkste historici van Amerika erkend als sleutelfiguur. Willie ging uiteindelijk met pensioen in Engeland en stierf in 1952. Hij liet een zoon achter, Dick, een goede amateurspeler die in 1928 voor Engeland speelde tegen Ierland. Hoewel Dick een uitstekende amateurgolfcarrière had, voegde hij weinig toe aan het golfimperium van de familie. Toms kinderen (John Duncan, Gourlay, Seymour, May en Norah) genoten echter allemaal van lange en invloedrijke carrières binnen en buiten de golfwereld.

De derde generatie: John Duncan(1874 – 1951) , Gourlay (1878 –1920), May (1880 – 1948), Seymour (1882– 1959), Norah (1886- niet bekend)

John Duncan Dunn leidde een gevarieerd leven binnen golf en daarbuiten. Hij werd geboren in North Berwick en door zijn vader naar het Clydesdale College in Hamilton gestuurd, een van de belangrijkste scholen in Schotland. Zijn intellectuele capaciteiten waren voldoende om medicijnen te studeren aan de universiteit van Edinburgh (*13), maar zijn roeping en de familietraditie waren te sterk en hij koos hij voor een carrière in golf. Hij werd op jonge leeftijd naar het Europa gestuurd, naar de op één na oudste club van Frankrijk, Dinard, wat ook een van zijn eerste projecten was. 

In het begin van het laatste decennium van de 19de eeuw ging hij naar Den Haag, waar hij hielp bij het ontwerpen van de eerste golfbaan van Nederland. Zijn klassieke opleiding en zijn kennis van zowel het Frans als het Latijn hielpen hem om met aristocratische Nederlandse heren om te gaan. Hoewel hij nooit op gelijke voet met hen stond, was zijn positie ver boven die van een typische Schotse emigrant. Hij kwam verschillende keren terug naar Nederland, heeft de eerste 9-holes baan aangelegd en hielp met de vorming van de Haagsche als officiële golfclub. Later werd hij ingehuurd door twee andere clubs om ook hun banen te ontwerpen. Op een van deze banen, de Doornsche, werd hij de eerste professional van de club en hij bleef daar ongeveer een jaar. Hij genoot duidelijk van deze uitdaging aangezien hij erover vertelde in een van zijn boeken (*14). John Duncan stond bekend als goede doedelzakspeler en hij liep vaak over de heidefairways van de Doornsche doedelzak te spelen voor de leden. In 1895 keerde hij terug naar zijn vaders bedrijf in Bournemouth als een volledige partner. Een jaar later werd hij professional van de club van zijn oom in Amerika.

In Amerika nam John Duncan veel functies van zijn oom over: hij werkte voor BGI als manager en clubontwerper. Hij werd ook de manager van de beroemde golfwinkel op Fifth Avenue, die in handen was van Crawford, MacGregor and Canby Co en runde er - met 24 leidinggevende professionals - de grootste golfschool in Amerika. Hij verhuisde rond 1900 naar Florida en speelde een belangrijke rol in het promoten van de staat als een wintergolflocatie. Hij werd manager van de Florida Golf Foundation. Terwijl hij die baan had, won zijn vrouw het dameskampioenschap voor verenigingen. Hij ontwierp verschillende kwaliteitsgolfbanen tijdens zijn carrière in Amerika, waaronder Ekwanock GC in Vermont en Bel-Air in Florida. (*15)

Hij keerde in 1906 voor een korte periode met de British Golf Company terug naar het Verenigd Koninkrijk. Hij introduceerde daar de praktijk van drop-forging, wat hem niet populair maakte bij traditionele clubmakers. Ook profiteerde hij van het succes van de Schenectady putter die door zijn vriend Walter Travis werd gebruikt toen hij in 1904 The Amateur won.

Later keerde John Duncan voor een korte periode terug naar Frankrijk om secretaris te worden van Societe d'Hardelot G.C. Vervolgens werkte hij in de Verenigde Staten als journalist, auteur en professionele golfer. Na de Eerste Wereldoorlog werd hij professional van de Los Angeles Country Club en gaf hij les aan vele Hollywood-sterren. John Duncan bleef de doedelzak spelen in een Pipe-band in Californië en schreef zes goed ontvangen boeken over golf (the ABC of Golf en Natural Golf zijn de bekendste). Duncan huwde in de rijke familie Wilshire en gaf vanaf 1930 les op de driving range van Wilshire in Californië. (*16)

(William) Gourlay Dunn is waarschijnlijk de minst bekende van Toms zonen. Hij was een korte tijd professional en was een bekwame speler. Hij hielp zijn broer John met de workshop in Mitcham, in 1893 en 1894, aangezien zijn broer in die tijd vaak in het buitenland was. Waarschijnlijk trad hij in 1895 toe tot het nieuwe familiebedrijf T Dunn and Sons in Bournemouth. Gourlay gaf het leven als professional op en werd weer amateur. Hij ging aan de slag als uitgever en trouwde met de dochter van Robert Chambers Jr., een succesvolle uitgever in Edinburgh. Een dergelijk huwelijk in zo’n familiekring, voor een zoon van een ambachtsman, zou toen waarschijnlijk de wenkbrauwen hebben doen rijzen. Gourlay emigreerde naar Canada en veranderde zijn naam in Chambers, wat ook de reden is dat zijn latere geschiedenis niet gemakkelijk te vinden is. Nadat hij aan het begin van de Grote Oorlog naar Engeland terugkeerde, trad hij toe tot de RAF. Hij overleed op 46-jarige leeftijd in 1920 in Frankrijk (*17).

(Isabella) May Dunn was een ongebruikelijke verschijning. Net als haar moeder stond ze bekend als een van de beste damesgolfers van haar generatie en als een van de eerste vrouwelijke professionals. Ze wordt vandaag nog steeds vereerd in Amerika. May werd ook wel Queenie genoemd. Ze koos deze bijnaam toen ze in 1896 werkte als gouvernante van een nobele Europese familie in Duitsland. Die baan verkreeg ze waarschijnlijk via een familielid terwijl ze in Europa aan het werk waren en toont aan dat ook zij waarschijnlijk een goede opleiding genoten heeft. May verhuisde begin 1900 naar Amerika en werd daar de tweede (!) damesprofessional. Ze schreef regelmatig voor de New York Herald en werd de eerste vrouwelijke baanarchitect van Amerika toen ze in 1916 twee golfbanen in Nevada ontwierp (Reno en Tahoe City Golf Course). May stopte met golf kort nadat ze in een rijke brouwerijfamilie trouwde, mevrouw May Dunn Hufel werd en naar New York verhuisde.

Op jonge leeftijd volgde Seymour Dunn de familietraditie en verhuisde hij naar Europa. Voordat hij 20 was, ontwierp hij al verschillende banen in Frankrijk en België. Hij werd professional bij de meest prestigieuze golfclubs van Europa: Golf de Paris, Royal Brussels, Oostende en Knokke. Zijn kwaliteiten als architect waren aanzienlijk en zijn ontwerpen waren een flinke verbetering ten opzichte van zijn vaders werk. Zowel Oostende als Royal Brussels hebben de tand des tijds doorstaan. 

In de vroege jaren van de 20ste eeuw volgde Seymour zijn oom Willie en broer John Duncan naar Amerika. Hij vestigde zich als professional in Lake Placid (een baan die hij ook zelf ontworpen had) en werd een zeer gerespecteerd figuur. Andere banen die hij in Amerika ontwierp, waren Rochester (1925) en Saranac Inn Golf and Country Club. Als een hoog opgeleide man schreef hij vele artikelen voor kranten en verschillende golfboeken. Zijn grondwerk, Golf Fundamentals, (1921) wordt beschouwd als een van de meest invloedrijke boeken over golf ooit geschreven. Spelers als Gene Sarazen, Walter Hagen en Jim Barnes (*18) baseerden hun swingtheorie op het boek van Dunn. Hoewel Ben Hogan het pas laat in zijn leven toegaf, gebruikte hij veel ideeën van Seymour in zijn eigen grondwerk 'The Modern Fundamentals of Golf’. De bekendste afbeelding in het boek van Hogan - de schommel onder een vlak schuin geplaatst beeld - is te vinden in het boek van Seymour dat meer dan 35 jaar eerder werd gepubliceerd. Aan het eind van zijn boek publiceerde Seymour ook een prachtig gemaakt pasklare kaart. Dit auteursrechtelijk beschermde idee (1921) was de vroegst bekende poging om het proces van aangepaste montage te standaardiseren. Het zou nog eens 50 jaar duren voordat Ping met een soortgelijk systeem zou komen. Seymour had twee zonen die succesvolle clubprofessionals werden in Amerika en de familielijn van golfenthousiastelingen voortzetten tot in de jaren zestig.

Norah Dunn, de jongste van het gezin, volgde haar zus naar Amerika en werkte daar als professional. Ze werkte op verschillende banen waaronder Reno GC, de baan die haar zus in Nevada ontwierp.

Interessant om op te merken is dat zowel Seymour als John Duncan in de inleidingen van hun boeken steevast hun stamboom publiceerden. Ze begonnen niet met hun grootouders maar met hun moeders familie, de Gourlays. Beiden beweerden – net als hun vader Tom - dat de eerste generatie van de familie balmaker en golfleraar was voor King James VI (en af en toe voor King James V) van Schotland.

Dit verhaal moet door hun moeder Isabella aan de familietafel verteld zijn en hoewel er nog geen bewijs van deze vroege koninklijke connectie is gevonden, wil dat niet zeggen dat het niet waar is. Hoe dan ook: het was zeker een uitstekende marketing tool voor het gezin.

Nalatenschap

Het belang van de bijdrage aan golf van de drie bekende generaties van de Dunn-familie is niet te onderschatten. Elke generatie was in staat om gebruik te maken van het werk van de vorige. Zonder hun pioniersgeest zou golf buiten Schotland er heel anders uitzien dan vandaag. Hun innovatieve en succesvolle bijdrage aan alle aspecten van het spel (als spelers, architecten, club- en balmakers, docenten en journalisten) was voor de ontwikkeling van het spel van enorm belang en wordt ondergewaardeerd.

Ikzelf, als Schotse golfprofessional die mijn brood verdient in het buitenland, ben dankbaar voor hun inspirerende voorbeeld. Zij hebben de weg voorbereid voor de tienduizenden jonge Britse professionals die hun voorbeeld volgden, waardoor wereldwijd een industrie van miljarden dollars werd gecreëerd. Hun bekwaamheid om - binnen drie generaties - de sociale ladder op te klimmen, door zichzelf te onderwijzen, was op dat moment uniek en heeft voor velen als voorbeeld gediend.

De auteur zou graag willen wijzen op de enorme hoeveelheid onderzoek van Douglas Seaton; zijn werk was zowel een waardevolle bron van informatie als een uitstekende mogelijkheid voor cross-referencing. Een Engelstalige versie van dit artikel is gepubliceerd het golftijdschrift “Through the green”. Nederlandse vertaling: Tessa Forrester.

Iain Forrester

Lees ook het artikel: John Dunn en de introductie van golf in Nederland.

Voetnoten
1 en 5 Greatest clubmakers , 1992, D Stirk, F&G Witherby , London
2 Royal Blackheath, 1981, Ian Henderson and David Stirk (authors and publishers)
3 Archief Robin Bargmann
4 en 6 Through the Green, John Downs, September 2008,
7 Golf Fundamentals, S Dunn, 1921, Saratogian Printing service, NY
8, 14 en 16 Golf, JD Dunn, 1941, private printing USA
9 en 13 David Hamilton
10, 15, 17 en 18 northberwick.org.uk (Douglas Seaton)
11 en 12 research Pete Georgiady

Bibliography
Golf, JD Dunn 1941, private printing USA
Natural Golf , JD Dunn 1931, GP Putnam’s sons, London and New York, Knickerbocker Press
Golf Fundamentals, S Dunn, 1921, Saratogian Printing service, NY
www.northberwick.org.uk (Douglas Seaton)
Royal Blackheath, 1981, Ian Henderson and David Stirk (authors and publishers)
Greatest clubmakers, 1992, D Stirk, F&G Witherby , London
Netherlands Golf Archive.
Golf Dinard, www.golfdinard.com
Through the Green, John Downs, September 2008,
www.playtcgc.com
The Gourlay’s part 1, Mungo Park, TTG September 2014

Interesse in de geschiedenis van golf, colf en kolf? Kijk op golfgeschiedenis.nl.

  • Paginadatum 16 maart 2018
  • Auteur Iain Forrester, KNGF Erfgoed Commmisie
}