Het overgrote deel van de clubhoofden dat nu op markt verschijnt is gegoten. Gesmolten staal - ijzer waar koolstof aan is toegevoegd - wordt in een mal gegoten om het clubhoofd in de gewenste vorm te krijgen.
Er zijn ook merken die kiezen voor smeden in plaats van gieten. Dit is het bewerken van een stuk zacht metaal door middel van stampen of slaan (met machines), totdat de gewenste vorm is bereikt. Er zijn golfers die zweren bij gesmede ijzers omdat het hoge koolstofgehalte - en het feit dat het gefabriceerd is uit één stuk staal (en niet eerst gesmolten en opnieuw gemengd is) - een zachter gevoel geeft.
Laten we eens beter kijken naar de meest gebruikte techniek: gieten. Alle grote merken gieten ijzers. Denk dan aan Callaway, TaylorMade, PING, Cobra en Titleist. Ook merken als Mizuno, beroemd dankzij het smedingsproces, brengen clubs uit die gegoten zijn. Clubs waar doorgaans veel gevoel bij komt kijken, de wedges, worden eveneens voor het grootste deel gegoten.
Omdat gieten goed koper is, is het veruit de meest gebruikte productiemethode
Het voordeel van gieten is dat het makkelijker is om grotere ijzers met een cavity (de uitholling aan de achterkant ten behoeve van gewichtsverdeling) te maken. IJzers met een cavity zijn vaak vergevingsgezinder omdat meer gewicht aan de randen van het clubhoofd zorgt voor extra stabiliteit. Dat is vooral een voordeel als je de bal niet op het midden van het blad raakt en niet veel afstand wilt verliezen. Omdat dit ook het grootste deel van de markt is, en gieten goedkoper is, is dit veruit de meest gebruikte productiemethode.
De eerste gegoten clubs in de jaren 80 waren van hard 17-4 roestvrij staal, maar in de decennia daarna kwamen er nieuwe metalen die zachter waren. PING leidde de weg als het eerste merk dat succesvol werd met gegoten clubs.
Hoe dat gieten van ijzers - in dit geval bij PING - in zijn werk gaat zie je in deze video:
Als we terug gaan naar de begindagen van golf werden de allereerste ijzers gesmeed. Een heet stuk staal werd door middel van stampen of slaan in de gewenste vorm gebracht. Vergelijk het maar met het werk van een smid. Er bestond nog geen andere techniek om ijzers te maken, dus alles werd gesmeed. Natuurlijk werd ook dit proces steeds meer geautomatiseerd. Tegenwoordig worden er enorme machines gebruikt bij dit proces, al staan er nog steeds wel mensen aan de knoppen (zie video onder).
De markt voor golfclubs werd voor de jaren 80 gedomineerd door een paar merken: Wilson, Spalding, MacGregor, Palmer en Hogan. Dit waren de enige merken die de kennis en arbeidskracht in huis hadden om ijzers te smeden (en persimmon woods te maken). Met de komst van gieten veranderde dat en konden er ook andere bedrijven toetreden tot de golfclubmarkt.
Maar wat is dat gevoel van een gesmeed ijzer dat zo gewild is? Het gaat dan vaak om de feedback die je krijgt als je de bal raakt. Wat voel je als je de bal goed of juist heel slecht raakt? Als dit gevoel klopt weten (vaak betere) spelers direct of ze de bal te veel op de teen of de hiel van het clubblad hebben geraakt.
Puristen beweren dat een gesmeed ijzer een betere 'grain' (naden) structuur heeft voor dat zachte gevoel. Veel professionals gebruiken tegenwoordig ook gegoten clubs, dus of het echt zo belangrijk is valt te betwijfelen. Ook is het zo dat niet het materiaal, maar vooral het ontwerp en de vorm van het clubhoofd het gevoel bepaalt bij het raken van de bal.
Het is een misvatting dat je de bal beter kan 'shapen' met een gesmeed ijzer
Het is niet wetenschappelijk aangetoond dat gesmede ijzers beter presteren. Er zijn al vaak dubbel blinde tests gedaan en er zijn maar weinig golfers die het verschil voelen tussen een gesmeed en gegoten ijzer. De fabricatiemethode – gieten of smeden – heeft geen invloed op de lanceercondities als je de bal slaat. Als het clubblad meer veert kan dat wel een hogere balsnelheid opleveren, maar dat heeft met het gebruikte materiaal te maken. Het is een misvatting dat je de bal beter kan 'shapen' (de balvlucht beïnvloeden) met een gesmeed ijzer. Dit is volledig toe te wijden aan de geometrie van de club, oftewel de vorm en afmetingen.
In deze video zie je hoe de ijzers van Mizuno worden gesmeed in de Chuo fabriek en waarom zij zweren bij 'Grain Flow Forging':
Smeden kost meer tijd en energie, waardoor deze clubs over het algemeen duurder zijn. Het metaal wordt heet gemaakt en vervolgens met een grote hamer in een bepaalde vorm geslagen. Dat kost tijd en vergt meerdere processen (zie video onder) waar meer manuren voor nodig zijn. Er zijn ook merken die beiden technieken - gieten en smeden – combineren in hun ontwerpen. Bijvoorbeeld een gegoten clubhoofd met daarin een gesmeed clubblad. Vervolgens worden er in de modernste club ook nog andere materialen aan toegevoegd om het zwaartepunt aan te passen (wolfraam) of het geluid te dempen (urethaan).
Het is goed voor het imago van je merk als je kan zeggen dat je ook ijzers smeedt
PING staat er bekend om dat het geen gesmede ijzers maakt, maar sinds een paar jaar heeft het beroemde merk ook een paar ijzers die gesmeed zijn. Waarom? Ook PING heeft gezien dat (goede) golfers een zwak hebben voor gesmede ijzers en dat het goed is voor het imago van je merk als je kan zeggen dat je ook ijzers smeedt. Ook hier vooral marketing dus.
Als je boven de bal staat is het natuurlijk prettig als dat wat je ziet bij jou in de smaak valt. Het oog wil ook wat. Als je wat minder ervaring hebt – en het midden van het clubblad nog weleens mist – zul je zien (aan de hand van een clubfitting) dat de beste club voor jou waarschijnlijk investment cast (gegoten) is, maar als je verliefd bent op die mooie gesmede clubs, die ook goed presteren, twijfel dan vooral niet en beloon jezelf.
In onderstaande video zie je hoe Adam Scott op bezoek gaat bij Miura, een merk dat beroemd is geworden met gesmede clubhoofden (o.a. voor Tiger Woods toen hij onder contract stond bij Nike), en probeert om zelf een ijzer te slijpen: