De tijden van houten clubs zijn vervlogen. Het is koolstof, titanium en een groot aantal variaties van typen staal dat de klok slaat. Sterker nog, veel fabrikanten gebruiken dankzij de technologische vooruitgang verschillende materialen in één clubhoofd. Hier volgt een kort overzicht van de belangrijkste materialen die worden gebruikt bij de productie van golfclubs.
Staal is het meest gebruikte materiaal als het gaat om clubhoofden. En dat zal voorlopig ook zo blijven. Het is duurzaam, ziet er (met finish) goed uit en je kan het op veel verschillende manieren toepassen. Er is sterk koolstofstaal en 'zacht' staal, dat volgens veel golfers beter feedback geeft bij impact.
Op golfwebsites - en ook hier op GOLF.NL - worden bij de beschrijving van nieuwe clubs vaak termen als ‘17-4 gesmeed roestvrij staal’ gebruikt. Dit betekent dat deze legering bestaat uit 17% chroom, 4% koper en 4% nikkel (plus nog wat andere elementen). Deze legering is sterk, duurzaam, hard en roestbestendig. Er is ook 304 roestvrij staal, een iets ‘zachter’ (en daarmee wat makkelijker te bewerken) staal bestaande uit 18% chromium en 8% nikkel.
Normaal gesproken is staal dat gebruikt wordt voor het gieten van clubs harder dan het staal dat gebruikt wordt bij smeden. Al zijn er ook metalen die zowel gegoten als gesmeed kunnen worden. Er zijn heel veel verschillende soorten staal: 8620 staal dat door Titleist gebruikt wordt voor het gieten van hun Vokey wedges of 1025 staal dat Mizuno gebruikt voor putters. Het zijn verschillende samenstellingen van chroom en nikkel die aan het staal worden toegevoegd om er andere soorten van te maken.
Ook bij materiaal komt natuurlijk marketing kijken. Ingewikkelde termen wekken de indruk dat de club die jij koopt technologisch zeer geavanceerd is. Bottom line is dat het een materiaal of soort staal moet zijn dat goed te bewerken is voor het eindproduct dat fabrikanten voor ogen hebben. Merken zijn altijd op zoek zijn naar het type staal dat goed past bij het doel van een bepaalde golfclub.
Alle typen staal bevatten koolstof, dus deze term is een beetje misleidend. Dit type staal (met extra koolstof) wordt al decennia gebruikt in ijzers, wedges en putters. Het is sterker en roest wat sneller dan roestvrijstaal (als het geen chrome finish heeft). Sommige golfers prefereren het zachtere gevoel van koolstof staal. Het is niet zo dat dit type staal alleen gesmeed kan worden: koolstofstaal kan ook gegoten worden.
Maraging steel, een speciale legering, zie je in moderne clubs steeds vaker. Dit type staal, dat een stukje duurder is, is nog harder dan 17-4 en wordt vaak gebruikt als insert voor het clubblad. Het voordeel is dat deze legering weinig koolstof bevat en daarom goed te bewerken is. Hiermee kun je het clubblad van een golfclub dunner maken en dat zorgt voor een hogere balsnelheid (al is die dus wel begrensd).
Er wordt in golfclubs ook veel titanium gebruikt. Sterker, er is bijna geen driver die geen titanium gebruikt voor het clubblad. Overgevlogen uit de ruimtevaart is het net zo sterk als staal, maar het weegt de helft. Deze gewichtsbesparing is heel handig omdat je dan grotere clubhoofden kunt maken met een andere gewichtsverdeling. Vaak wordt er wolfraam (een heel zwaar metaal, zie onder) gebruikt om het bespaarde gewicht naar de buitenkant van het clubhoofd te verplaatsen. Dat zorgt voor een clubhoofd dat minder snel de neiging heeft om te draaien. Dit is wat ze moment of inertia noemen.
Naast extra vergevingsgezindheid kunnen ze met wolfraam ook de lanceerhoek verhogen (of juist verlagen). Titanium is veel duurder dan staal en omdat het zo licht is, is het niet handig om een fairwaywood (of hybride) volledig van titanium te maken, simpelweg omdat je dan een heel grote fairwaywood moet maken om op het gewenste gewicht te komen. (De meeste clubhoofden van een driver wegen ongeveer 195 gram terwijl een houten-3 210 gram weegt).
Vroeger kon je zeggen dat de titanium clubbladen in drivers meer balsnelheid genereerden, maar tegenwoordig is er geen verschil omdat het gebruikte staal ook verbeterd is en daarmee de 'CT grenzen' van wat is toegestaan zijn bereikt.
Vorig jaar viel TaylorMade op door een driver te lanceren met een clubblad van koolstof. Door verschillende lagen over elkaar heen te gebruiken zegt TaylorMade dat het clubblad sneller is en dat ze er veel gewicht mee besparen. Callaway deed iets soortgelijks al twintig jaar geleden, maar het geeft duidelijk aan dat koolstof onmisbaar is in de moderne golfclub. Koolstof is goed in het dempen van vibraties en wordt dus vaak gebruikt in het clubhoofd van drivers, bijvoorbeeld de kroon. Ook wordt het toegepast met strips om de aerodynamica te verbeteren.
Grafiet is een andere verschijningsvorm van koolstof en heeft een revolutie teweeggebracht. Vanwege de flexibiliteit en het lagere gewicht gaf 'graphite' enorm veel mogelijkheden, met name in shafts. Deze combinatie (flexibel en licht) helpt om sneller te swingen als je al wat snelheid verloren bent of minder belasting op je gewrichten wilt. Graphite dempt trillingen ook wat beter dan staal. Vroeger waren er alleen shafts van staal, dus de komst van graphite heeft heel veel betekend voor golf. Sinds de introductie van graphite shafts is de kwaliteit enorm toegenomen en is de kwaliteit van de shafts die uit de fabriek rollen zeer consistent.
Er is ook een periode geweest waarin golfclubs van aluminium (of zink) werden gemaakt, maar deze clubs hadden een slechte reputatie omdat ze snel bekrast werden en indeukten. Tegenwoordig worden er meerdere lagen gebruikt en omdat het goedkoper is dan staal is het een ideaal materiaal voor beginnerssets of golfclubs voor junioren. Aluminium wordt ook nog gebruikt in putters. Sommige golfers vinden het zachte gevoel en het geluid fijn. Omdat het zo licht is kunnen merken experimenteren met verschillende grotere vormen met extra ruimte voor bijvoorbeeld oplijnstrepen.
Om prestaties verder te optimaliseren, gebruiken fabrikanten steeds vaker verschillende materialen bij het maken van clubs. Dat wordt 'composite materials' of 'composite construction' genoemd, een veelgebruikte term in de persberichten. Door bijvoorbeeld koolstofvezel en titanium te combineren kan je een golfclub creëren die zowel sterk als licht is, een combinatie die bij veel verschillende type golfers past. Met de opkomst van 3D printen is het voor fabrikanten ook steeds makkelijker om prototypes te maken en het is niet uitgesloten dat je in de toekomst je eigen clubs custom-made op maat kan laten printen...
Kijk als afsluiter even deze video waarin je ziet hoe Honma, een exclusief Japans golfmerk, clubs maakt met een oog voor detail dat fascinerend is: