Hoewel ik een groot dierenliefhebber ben, bestaat mijn collectie huisvrienden uit slechts één kat, genaamd Robbie. Een hond komt er, vooral door het gebrek aan liefde voor honden van mijn vrouw, bij ons thuis niet in. Het lijkt me heerlijk om de golfsport te kunnen combineren met het maken van een wandeling met je trouwe viervoeter. En het goede nieuws voor hondenbezitters is: dat kan ook op steeds meer banen.
Zo ook op de plek waar ik deze keer aan het spelen was. Ik zal de naam niet noemen, want deze baan kan er ook niks aan doen.
Bij hole 6 sloeg ik, zoals af en toe, een zeer aardige bal; mooi in het midden van de fairway en een respectabele afstand. Een zeer welkome opsteker na de vijf eerder gespeelde holes, waarvan ik het verloop niet anders kan noemen dan zeer matig.
Met opgewekt gemoed vertrek ik met tas en mijn gezelschap in de richting van mijn bal. Daar aangekomen wacht mij een onaangename verrassing. De bal blijkt tot stilstand gekomen tegen een hoopje poep.
De bal spelen zoals hij lag óf de bal onspeelbaar verklaren en een strafslag accepteren?
Nou kan ik me daar niet al te druk om maken wanneer het vogelpoep betreft, al is het dan nog steeds onhandig. Het beeld van rondwandelende ganzen en/of fazanten dat je op veel banen ziet is in mijn ogen juist charmant – en dan kan het wel eens gebeuren dat je in de stront komt te liggen. Dit bleek echter geen cadeautje van een dier met een snavel. Of het moet de allergrootste vogel zijn die ik ooit heb gezien.
Dit was onmiskenbaar het werk van een caninesoort, en de bal lag er pal tegenaan. Nou neem je wat mij betreft al je huisdieren mee naar waar je maar wilt. Het is een vrije wereld, zal ik maar zeggen. Maar áls je dat dan doet, zorg dan ook dat je een goed baasje bent. En nog belangrijker: een fatsoenlijke speler.
Een dier kan niet kiezen waar of wanneer het zijn behoefte doet; hem valt niks te verwijten, maar zijn golfminnende eigenaar des te meer.
Ik stond voor een lastige keuze: de bal spelen zoals hij lag óf de bal onspeelbaar verklaren en een strafslag accepteren. Omdat mijn tegenspeler en ik nogal aan elkaar gewaagd zijn, oftewel allebei van zeer bedenkelijk niveau, was die laatste optie niet direct de meest voor de hand liggende. Het alternatief was niet per se veel beter, gezien de risico’s die de ligging van de bal met zich meebrachten.
Wat als ik de bal zou slaan, maar niet loepzuiver? Dat komt vaker voor dan me lief is. Dan zal ik dwars door de kak meppen, die dan ongetwijfeld alle kanten opvliegt. Om onder de poepvlekken en met dito geur nog drie holes te lopen, en daarna vol schaamte mijn gang door het clubhuis te moeten maken, zag ik nog minder zitten dan het risico op verliezen door toedoen van een ander.
Het werd de strafslag. De bal heb ik laten liggen waar hij lag. En geloof het of niet: ik verloor, met één slag meer dan mijn tegenstander. Kak!