Het liefste had ik hier een verhaal gehouden over hoe alles klopte. Hoe de zon scheen, ik in fijn gezelschap was en hoe ik na het lopen van een mooie ronde de middag afsloot met een welverdiend glas. Nog even napratend over de paar missers die er bij hadden gezeten, maar toch zeker ook over die ene mooie putt, die lange drive en de prachtige chip.
Het liep anders. Zeker, het gezelschap en het weer waren uitmuntend, het spel van mijn speelmaat zeker ook, maar ik heb werkelijk nog nooit zo beroerd gespeeld.
Je moet vooruit kijken. Anders hadden ze de achteruitkijkspiegel wel groter gemaakt en de voorruit kleiner
Op hole 1, een par 4, maakte ik me nog niet zo druk. Niet alleen omdat ik vaak wat roestig begin aan mijn spel, ik gooi het zelf altijd maar op warmdraaien, maar ook omdat ik geen officiële wedstrijden speel en er altijd ruimte is voor één mulligan per ronde. Aangezien mijn bal, totaal onbedoeld, veel effect mee kreeg en ergens buiten de baan belandde, was ik die meteen kwijt. De bal en de mulligan.
Maakte niks uit, er waren nog acht holes om mezelf te verbeteren. Tenminste, dat dacht ik na het afslaan. Toen wist ik nog niet dat ik na het bereiken van de green, nog steeds op hole 1, maar liefst vijf(!!!) pogingen nodig zou hebben met putten. Ik sloot de hole dan ook af met plus 4.
Maar nogmaals, we waren net begonnen. Je moet je in het leven vasthouden aan de dingen die lukken en niet aan de dingen die verkeerd gaan. Je moet vooruit kijken. Anders hadden ze de achteruitkijkspiegel wel groter gemaakt en de voorruit kleiner. Voor je is waar het gebeurt!
Hole 2. Aan de linkerkant een waterpartij en rechts zowel bomen als bunkers. Omdat ik een verstandige jongen ben koos ik ervoor om te mikken op het laatste. Liever zoeken naar een bal of in het zand liggen dan je bal definitief kwijt zijn. Uiteraard werd het water. En nog een keer het water.
Voor ik afsloeg heb ik serieus overwogen om te stoppen. Liever ten halve gekeerd dan ten volle gedwaald
Tegen de tijd dat ik aankwam op de vijfde hole, was ik al evenveel ballen lichter. Voor ik daar afsloeg heb ik serieus overwogen om te stoppen. Liever ten halve gekeerd dan ten volle gedwaald. Maar goed, je hebt er toch voor betaald en ruimte in je agenda gemaakt. Daarbij was ik niet alleen. Dat hielp ook nog eens niet mee, want mijn tegenstander speelde werkelijk de sterren van de hemel. Alles lukte.
Als ik een goede dag heb en hij speelt zijn reguliere spel, dan zijn de verschillen tussen ons qua niveau niet eens zo heel groot. Maar als het gaat zoals vandaag, dan voel ik me een melaatse amateur naast hem. Zijn opbeurende aanmoedigingen werden, zoals het vrienden betaamt, vergezeld met een zichtbaar genot.
Na negen holes, acht ballen minder, en een deuk in mijn ego zat het er eindelijk op. De score telde niet mee voor mijn handicap, deze gaan we snel vergeten. Gelukkig is het altijd wel zo dat de winnaar de drankjes en het bruine fruit voor zijn rekening neemt, dus ergens voelde er toch nog iets als een overwinning.