De ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op sinds ik een concreet doel heb gesteld voor dit golfjaar. Als je er maar hard genoeg voor werkt, dan kun je wat bereiken – ook in golf. Vorig jaar was ik daar nog niet zo zeker van, maar inmiddels hangt de vlag er heel anders bij. Niet meer halfstok in elk geval.
Na de verhelderende nulmeting, een zelf aangemeten nieuwe backswing en een reeks bemoedigende sessies op de drivingrange, heb ik nu ook een nieuwe golfpro gevonden. Loed Jordaan, een enthousiaste twintiger uit Enschede die zich in Zuid-Afrika heeft laten scholen tot PGA-professional, gaat mij helpen het beste uit mezelf te halen.
Handicap 39,9 is het doel voor 2025? Dat moet toch makkelijk kunnen!
We raken aan de praat wanneer ik gedisciplineerd mijn huiswerk doe op de range van ’t Sybrook (wekelijks minimaal 75 ballen slaan). Ik vertel Loed over mijn missie en dat ik een nieuwe golfpro zoek, omdat mijn vorige is verhuisd. “Ik wil je daar graag bij helpen, hartstikke leuk”, zegt hij opgetogen. “Handicap 39,9 is het doel voor 2025? Dat moet toch makkelijk kunnen!” Loed grijnst, geeft me een hand en haast zich naar zijn volgende les. “Bel me maar, dan maken we een afspraak.”
Een week later is het zover, mijn eerste les onder de vleugels van een nieuwe golfpro. Hij weet uit mijn woorden al hoe de zaken ervoor staan, en ook dat ik zelf ben gaan sleutelen aan mijn backswing. Maar ik ben geen pro, Loed moet mijn golfkunsten natuurlijk ook met eigen ogen zien om zijn oordeel te kunnen vormen.
“Ga eerst maar op je gemak wat ballen slaan, dan gaan we vervolgens aan de slag”, zegt hij. De jonge golfpro rommelt wat en slingert de software aan op de computer, zodat hij mijn swing straks op het beeldscherm kan laten zien. Ook laat hij mij een app op de telefoon installeren: Onform. Daar kun je beelden uploaden van je swing, en die vervolgens analyseren en vergelijken met je eerdere swings. Loed heeft direct al wat oude fragmenten van mij toegevoegd die ik had doorgestuurd. Ontzettend nuttig allemaal.
Maar eerst terug naar de praktijk. “Je bent in vorm hè?”, constateert Loed, nadat ik toch zeker tien ballen achter elkaar heel behoorlijk in dezelfde richting heb geslagen. “Ja, die verandering in backswing betaalt zich blijkbaar uit”, reageer ik met enige trots.
Toch is Loed wat strenger – noem het genuanceerder - in zijn oordeel. Er valt volgens hem echt nog veel winst te boeken, zeker ook in mijn backswing. Gelukkig maar, want er staat immers nog altijd handicap 54 achter mijn naam…
Doordat je je voorste arm buigt, moet het clubhoofd een veel langere weg afleggen voordat het weer terug bij de bal is
“Je bent de juiste weg ingeslagen door je backswing korter te maken. Dat heb je dus goed gezien”, complimenteert hij mij met mijn eigen inzichten. “Ik heb wat oude beelden van je bekeken en daarop zie je inderdaad dat je je backswing veel te lang maakte. Doordat je je voorste arm buigt, moet het clubhoofd een veel langere weg afleggen voordat het weer terug bij de bal is. En daardoor heb je automatisch minder controle."
Loed lacht: "Het is eigenlijk een wonder dat je zo überhaupt een bal raakte!” Om die schalkse opmerking kracht bij te zetten, toont de golfpro het oude beeld (rechts) naast de situatie van nu (hij heeft niets te veel gezegd):
“Zoals je ziet, gaat het nu al een stuk beter, maar het valt me op dat je backswing nog steeds veel te los is. Te veel beweging. Je hebt bijvoorbeeld ook de neiging de club op te tillen. Dat moet je niet doen.”
Daarnaast blijf ik volgens Loed soms nog te veel ‘vast staan’, nadat ik de bal heb geslagen. “We gaan aan de slag met die twee dingen. Maar allereerst: vergeet voor even het contact met de bal. Nu wil ik dat je je focust op een zo compact mogelijke backswing. De bal goed raken komt later wel weer.”
Ik voel me in eerste instantie een houten klaas die een liter behanglijm heeft ingeslikt
"Compact, kom op!", herhaalt hij. Ik schrik van de plotselinge ernst die doorklinkt in zijn stem. Het is hem menens. Ik voel me in eerste instantie een houten klaas die een liter behanglijm heeft ingeslikt en geen enkele bewegingsvrijheid meer wordt geboden. Maar dat is nu juist de bedoeling om van deze hardnekkige kwaal in mijn swing af te komen. “Je zult in het begin misschien wat afstand inleveren, en wat K-U-T-ballen slaan, maar zodra deze compactere backswing routine wordt, ga je veel stabielere slagen produceren.”
En daar zit natuurlijk de grootste winst voor een beginner. Minder afzwaaiers. Minder ballen kwijt. Minder hoge scores. Minder frustraties. Loed illustreert zijn betoog aan het eind van deze uiterst leerzame les met alleszeggende beelden.
Eerst toont hij (een minder geslaagde) backswing aan het begin van de les: