Het komt tijdens een ronde vast weleens voor dat je bal nét die verkeerde stuit krijgt waardoor de bal onspeelbaar lijkt. Bijvoorbeeld op de rand aan de verkeerde kant van de bunker of aan de verkeerde kant van een boom. Een normale stand en swingbeweging zijn niet mogelijk. In deze situatie is de achterwaartse chip een mooie oplossing! Hoe werkt dat voor een rechtshandige speler?
Clubkeuze: deze is, net als bij een normale chip, afhankelijk van de situatie. De putter is in veel gevallen helemaal geen slecht idee.
Setup: ga naast de bal staan met je rug naar het doel. Ga zo staan dat de bal ter hoogte van het midden van je rechtervoet ligt, ongeveer vijf tot tien centimeter vrij van de voet. Pak de club in je rechterhand wat lager vast en plaats het clubblad naar het doel. Zet de club meer rechtop zodat de rechterarm naast het lichaam komt. Let op: als je dit met een langere club doet, wordt de sweetspot kleiner en het goed raken van de bal moeilijker, omdat de club meer rechtop staat. Druk de rechterhand wat naar achteren, waardoor je hand voorbij de bal komt.
Beweging: afhankelijk van de lengte die je wilt spelen, til je de rechterarm meer/minder op. Belangrijk is dat je in de neerzwaai de hoek tussen arm en steel behoudt, zodat de bal nog steeds neerwaarts geraakt wordt. De neerzwaai van de achterwaartse chip voelt alsof je een tik geeft met een hamer.
Oefenen: oefen dit eerst een aantal keer met de bal op een tee, waarbij je bij elke poging de tee moet raken. Doe dit met verschillende clubs om het verschil in balvlucht te ervaren. Ga daarna naar die specifieke situaties waar je deze techniek kunt toepassen. Op deze manier heb je van een onmogelijke situatie weer een kansrijke situatie gemaakt.
Mocht je twijfelen over deze uitvoering, dan is de buy-out penaltystroke een goed alternatief; onspeelbaar verklaren dus.
In een ronde kom je vaak liggingen tegen waarbij je creatief moet zijn. Een bal die in het water ligt is hier één van. Je hebt het vast wel eens meegemaakt: je ziet de bal voor de helft boven het water liggen en twijfelt of je de bal kunt slaan. In veel situaties kies je ervoor om de bal te droppen om meer schade te voorkomen. Vaak is dit ook de juiste keuze! Wil je het toch eens proberen om die bal het water uit te slaan? Hieronder enkele tips die kunnen helpen. Let op: deze tips gelden alleen als de bal (minstens) voor de helft boven het wateroppervlak uitkomt. Ligt de bal dieper in het water, dan adviseer ik je om de bal te droppen.
Clubkeuze: om de bal uit het water te krijgen is loft cruciaal. Kies dan ook voor de club in je tas met de grootste hellingshoek. Dit kan een sandwedge of een 60-graden-wedge zijn.
Beginstand: de stand die we innemen lijkt veel op het spelen van een bal uit de bunker. Tijdens deze slag willen we eerst het water raken en daarna de bal. Als je eerst de bal raakt is de kans groot dat je de bal dieper het water in slaat.
Beweging: omdat de bal deels in het water ligt zal de club snel en veel afremmen. Dit is logisch omdat het water veel weerstand geeft. Zorg er dan ook voor dat de zwaailengte lang genoeg is. Tijdens dit schot willen we dan ook doorzwaaien naar een volledige eindstand. Niet vertragen, maar versnellen door de bal!
Zo blijf je altijd op de hoogte van de laatste acties en het nieuws
Waarom maken professionals zoveel oefenslagen bij een herstelslag uit het bos, of in andere lastige situaties? Misschien heb je je dit ook weleens afgevraagd als je naar golf op tv kijkt. Professionals maken soms wel tien oefenslagen om een gevoel te krijgen voor hoe de club de bal moet benaderen om de gewenste balvlucht te krijgen. Dat heeft alles te maken met de ligging, welke balvlucht je wilt slaan en welke club je daarvoor nodig hebt. Ik zie dat heel veel amateurs dit niet doen en vaak na één oefenswing al slaan, met alle gevolgen van dien. Met andere woorden: het goed kunnen uitvoeren van een herstelslag is een onderdeel waar de gemiddelde speler doorgaans weinig aandacht voor heeft. Of het nou een lage of hoge bal is uit of over het bos, een draw of een fade, je hebt kennis en ervaring nodig om te bepalen wat voor herstelslag je nodig hebt in elke situatie.
Fouten die ik golfers vaak zie maken:Ik heb niet één tip voor een specifieke herstelslag, maar wel een algemeen advies: ga met je PGA Professional de baan in en zoek verschillende situaties op. Natuurlijk moeten deze situaties uitdagend zijn, maar niet onmogelijk voor je spelniveau. Dat is iets wat je samen met je professional heel goed kunt bepalen. Kennis is belangrijk als het gaat om herstelslagen, en die kennis krijg je alleen door heel bewust ervaring op te doen. Ik doe dit regelmatig met de golfers die ik lesgeef en stel vragen bij tal van situaties.
Hoe is de ligging? De meeste amateurs onderschatten de invloed die een ligging heeft op wat de bal gaat doen. Welke balvlucht heb je nodig, en welke zwaaibaan heb je nodig voor de gewenste balvlucht? Als je weet hoe je een lage draw slaat, dan moet je ook bewust zijn van de richting van de zwaaibaan en de stand van het clubhoofd tijdens de swing. Dat is de reden waarom tourprofessionals veel oefenswings maken bij een herstelslag: het gevoel krijgen voor de zwaaibaan en de stand van het clubhoofd. Houd je er rekening mee dat als je steil op de bal inkomt (voor een lage balvlucht), de loft op een club lager wordt en je dus een andere club (met minder loft) nodig hebt.
Als je vaker oefent en meer ervaring krijgt, wordt het een stuk makkelijker. Vergelijk het maar met het gooien van een bal, iets waar je niet bij nadenkt en volledig vertrouwt op je ervaring uit het verleden. Ga daarom, samen met je professional de baan (en het bos) in.
Grip: Om te beginnen moet je de club als je deze hebt gedraaid (de teen van de club wijst als het goed is naar beneden) anders vasthouden. Waar je normaal als rechtshandige speler je rechterhand onder op de grip hebt, heb je nu je linkerhand laag op de grip. Als je linkshandig bent is dit natuurlijk precies andersom.
Clubkeuze: Neem bij deze herstelslag een club met veel loft en een groot clubblad, bijvoorbeeld een sandwedge. Kies niet een ijzer-5, want die heeft van zichzelf al een kleiner clubhoofd waarmee het moeilijker is om de bal te raken. Houd de club wat korter vast en ga wat dichterbij de bal staan. Ook dit maakt het een stuk makkelijker om de bal goed te raken.
Oplijnen: belangrijk, want nu het clubhoofd is gedraaid om de bal te kunnen slaan, staat het clubhoofd gesloten. Houd daar rekening mee en lijn wat meer naar links op. Experimenteer hiermee.