Wind in de baan? Bereid je voor op de drivingrange!

Als je in de wind gaat golfen, doe je er al helemaal verstandig aan eerst de drivingrange op te zoeken. Hier kun je feeling krijgen met omstandigheden zodat je er in de baan op kunt anticiperen. Pak het als volgt aan.

Golfen met wind: bereid je voor in 8 stappen op de drivingrange

1. Pak een wedge en maak een paar rustige slagen. Kijk naar wat de bal doet in de lucht, wat het effect van de wind is op de bal en hoe de bal landt; allemaal waardevolle informatie voor in de baan.
2. Denk aan je ritme; in de wind is het belangrijk dat constant te houden. Je moet niet te veel aan de club gaan trekken en met te veel kracht slaan.
3. Denk aan een goede eindstand met het gewicht op je voorste been, goed in balans.
4. Pak nu een langere club, bijvoorbeeld een ijzer-7. Zoek uit welke balvlucht het beste resultaat oplevert. Oefen daarom met verschillende balvluchten door aanpassingen te doen in de beginstand (bijvoorbeeld bal meer in het midden, hierdoor blijft de bal lager).
5. In de wind is het verstandig om minder backspin te hebben op de bal. Neem hiervoor een langere club met minder loft, leg de bal meer in het midden en hou je ritme rustig en constant. Kijk wat dat doet met de balvlucht en het resultaat van je slag.
6. Pak nu je driver. Ook bij de driver is het belangrijk om niet te gaan rammen in de wind. Je moet juist iets minder agressief versnellen naar de bal; swing op 90% zodat je meer controle houdt. De bal raken op de sweetspot is in de wind belangrijker dan maximale clubhoofdsnelheid.
7. Kijk naar het effect van een aangepaste beginstand met de bal meer in het midden en een iets lager opgeteede bal.
8. Tot slot: zorg dat je mentaal sterk de baan in gaat, omarm de omstandigheden en zoek creatief naar de beste oplossingen.