Topgolf

'De liefde van mijn leven laat mijn hart telkens sneller kloppen, in die ene Masters-week'

Tijdens de week van de Masters is mijn liefje nooit ver weg. Ik raakte bijna twintig jaar geleden op slag verliefd op haar, maar ergens is het schandalig dat ik die andere 51 weken van het jaar niet naar haar omkijk.

Het moet 2008 zijn geweest, toen ik haar leerde kennen. Ze was er niet bepaald één uit duizenden, maar ik had al veel over haar gehoord en haar op foto’s gezien. Beeldig was ze en ze leek me toen al meer dan goed gezelschap. Nu zag ik haar in het echt en het viel me allesbehalve tegen. Liefde op het eerste gezicht.

Geen mysterie

Ik zag in één klap onze toekomst voor me en durfde het wel met haar aan. Zij gelukkig ook met mij. Ik had vlot door hoe zij in elkaar stak. Ze was bepaald geen mysterie. Meer een no-nonsense type, dat heel goed de momenten aanvoelt wanneer ze als geroepen komt.

Uiteindelijk ging het best snel. Binnen de kortste keren zaten we samen in het vliegtuig. Naar huis. Mijn huis, in Nederland. Daar was niet iedereen in mijn omgeving direct enthousiast. Dat deed pijn. Ik stond erop dat iedereen deze relatie een kans zou geven. En zo geschiedde. Ze werd gedoogd. Sommige vrienden staken hun jaloezie niet onder stoelen of banken.

De liefde moest van mijn kant komen

Maar zoals het vaker gaat met buitenlandse liefdes; eenmaal weg uit de romantische omgeving van de ontmoeting dooft de vlam snel. Zo ook bij mij. Ik zat vaker op mijn gemak op andere plekken. Omdat ik ook haar niet alleen wilde laten staan, kreeg ze haar eigen vertrek. Waar ik niet zo vaak kwam.

Precies een jaar na onze eerste ontmoeting bloeide de liefde evenwel weer op. Het was intens. Ook al waren de gesprekken eenzijdig. Het moest van mijn kant komen. Zo voelde het tenminste. Maar de geschiedenis herhaalde zich. Na een kleine week zat het me niet lekker. En hup, daar ging ze weer.

We besloten contact te houden en elkaar minimaal één keer per jaar te zien. Ik heb me altijd aan die afspraak gehouden. Steeds in het voorjaar, meestal de eerste week van april, zocht ik haar weer op. Dan ging mijn hart tóch weer sneller kloppen.

Ze werd door de jaren heen een maatje dat me nooit in de steek liet. Die er altijd voor me is als ik de enorme behoefte aan haar aanwezigheid voel. Die ene week in april. Nog een paar nachtjes slapen en dan haal ik haar weer op. Uit de schuur. Dan zijn we weer onafscheidelijk. Voor een week. Maar niet langer.

Klapstoeltje

Het klapstoeltje, ik kon in 2008 mijn ogen er niet van afhouden en was op slag verliefd, is een opvallende verschijning bij de Masters. Ze zijn er in grote getalen, en hebben allemaal een ‘partner’. Het is een bekend fenomeen: patrons komen met klapstoeltje naar de Masters (of kopen er snel één in de shop ter plaatse) en planten hun zitplaats ergens langs een green.

Wie eenmaal een plekje heeft ingenomen, kan rustig even weg om een biertje of pimento cheese sandwich te halen. Niemand die het waagt om je plekje in te pikken. Er zit ook een handig vakje in de rugleuning waarin je een kaartje met je naam kan doen. Zo vind je altijd je eigen stoel terug. Het is een van de souvenirs die ik bij mijn eerste Masters meenam en zeker een van de dierbaarste gebleven.

Lees meer over
Masters