Beter golfen

Cupido (1)

Jan van Galen heeft het heft in eigen hand genomen en gaat werk maken van zijn golfspel. Op GOLF.NL deelt hij zijn enthousiasme en ervaringen tijdens zijn journey van 100 dagen, die van hem een betere en tevreden golfer moet maken. Deel 1: hoe het zover is gekomen.

Ik heb heel wat afgesport in mijn leven, maar een atleet van betekenis ben ik nooit geworden. Bij gebrek aan wendbaarheid en traptechniek voetbalde ik als tiener en twen steevast in het vierde, want een vijfde was er niet. Als dertiger bleek wielrennen iets meer mijn stiel. Ik bleek te kunnen afzien en daarmee kom je ’n heel eind op de fiets. Zo won ik wel eens een wedstrijdje op het plaatselijke wielerparcours, maar dan wel bij de b-coureurs. Als veertiger werd het tennissen op woensdagavonden, want een carrière en een jong gezin, dus… géén tijd. Hoe leuk ik ook deze sport weer vond, ik moest het hebben van sprinten op iedere bal en niet van een fluwelen techniek.

Jovialiteit

Als begin vijftiger met de zorg voor puberende kinderen, de nodige werkstress, een bierbuik van betekenis en de conditie van een wijkagent (naar Willem van Hanegem), had ik sporten eigenlijk al opgegeven. Tot ik, als invité bij een golfclinic, in het hart werd geraakt door een hole-in-one van Cupido. Het voelde zó goed. De hele entourage, de etiquette, de dresscode, de jovialiteit, maar ook het balcontact bij het eerste chippen en putten, het ging mij wonderwel redelijk goed af. De teaching pro wakkerde een oplaaiend golfvuurtje verder in mij aan. Hij vond mijn aanleg opvallend. Als ik lessen bij hem zou nemen, lag een lage handicap al snel in het verschiet. Een andere absolute beginner vertrouwde mij bij de after party toe dat de pro in haar wel een singlehandicapper zag en met zijn coaching was dat een kwestie van tijd. Wij namen er nog een. Ik kwam meer dan opgewekt thuis. “Hallo schat! Ik ga gólfen!”

Knagen

Inmiddels ben ik zo’n tien jaar verder. De kinderen zijn de deur uit, ik ben intussen een trotse opa, over werk en inkomen hoef ik mij niet meer dagelijks te bekommeren en met een paar van mijn beste vrienden leef ik mij twee, soms drie maal per week uit op onze homecourse AMVJ, in landelijk Amstelveen. Hoe mooi kan het leven zijn? Maar toch knaagt er wat. Van enig natuurlijk talent is uiteraard niks gebleken en ondanks uren en uren vertoeven op de baan blijft mijn spel hangen tussen best wel goed en best wel slecht. Als ik mijn scorekaart inlever staan er altijd wel wat parren op, soms zelfs een verdwaalde birdie, maar gegarandeerd ook een aantal dikke vette strepen. Netto nul progressie dus. Te eigengereid om eens fatsoenlijk les te nemen persisteer ik in dezelfde fouten, die ik er zelf hoogst persoonlijk en secuur heb ingesleten.

Zelfbeklag

Ik leg mijzelf een strenge deadline op. Weg met alle excuses en zelfbeklag. Over 100 dagen ben ik een stuk fitter, zijn mijn love handles geslonken, heb ik lesgenomen in alle denkbare slagen, geniet ik meer van het spel dan nu én is mijn handicap op het niveau waar ik al zo lang wil zijn, namelijk dat van een steady bogey speler. Als Paul McCartney en Mick Jagger op hun 78ste nog drie uur lang op een podium kunnen rocken, dan moet het deze babyboomer toch lukken achttien holes vrijuit te swingen?

Lees meer over
Column
Jan van Galen

Jan van Galen tobt al een tijdje met zijn spel. Dat blijft maar schommelen tussen best wel goed en best wel slecht. Goede voornemens buitelen over elkaar heen. Hij moet toch eindelijk eens serieus les nemen, mag ook weleens wat minder drinken en snacken en vooral meer bewegen. Ietwat overmoedig legt hij zichzelf een deadline op. Over 100 dagen is-ie fitter, opgewekter en de bogey-speler die hij zo graag wil zijn.

}