Hubert (Bert) Lambert was de professional van de Haagsche G&CC van 1927 tot 1940. Hij was afkomstig van Jersey en begon op de Haagsche na het overlijden van Albert Ife.
Lambert heeft veel meegemaakt in de 13 jaar dat hij op de club werkte: onder meer de overgang van hickory naar stalen shafts in 1929, het verhuizen van de club naar een nieuwe baan in 1938 en het uitbreken van de oorlog in 1940 (hij dook onder met de Nederlandse professional Jos van Dijk).
Bert, een volle neef van 's werelds beste golfer Harry Vardon, was een verdienstelijk speler maar hij heeft geen grote toernooien gewonnen in Nederland.
Er bestaan bijzondere swingfoto's van Lambert. Wanneer de foto’s genomen zijn, is niet bekend, maar we vermoeden ergens tussen 1935 en 1940: omdat hij speelt met een driver met een stalen shaft en omdat zijn kleding al relatief modern is.
Bekijk hierboven een video waarin de swingfoto's op een rij zijn gezet.
Zijn adresseer-positie is heel goed. De brede stand is typisch voor deze periode; een brede stand was nodig omdat de benen veel actiever waren dan vandaag de dag gebruikelijk.
Zijn takeaway is ook typisch voor zijn periode; men dacht dat het goed was om de club over de grond te schrapen; de handen bewogen eerder dan het clubhoofd. Het was in het begin van de vorige eeuw ook normaal om de club snel naar de binnenkant weg te nemen; men meende dat het dan ook makkelijker zou zijn om van binnen naar buiten terug te komen bij de bal.
Berts positie op het einde van de backswing is ook voorbeeldig, hij maakt en echt volle swing. Kenmerkend voor deze tijd is het optillen van de rechter voet en de licht gebogen linker arm. Dat is een erfenis van spelen met hickory (houten) shafts. De houten shafts waren erg buigzaam en hadden veel torsie; door de swing te verlengen met een grote draai en door een extra hefboom te creëren (door de linker arm te buigen) creëerden spelers extra snelheid, terwijl ze toch een noodzakelijk rustig tempo konden aanhouden.
De laterale heupzwaai naar links toe is juist weer meer typisch voor de beginperiode van stalen shafts. Lambert creëerde een prima hoek tussen de club en linker arm die een goede versnelling door de bal geeft.
Opvallend is Berts grip. Hij gebruikt een ouderwets palmgrip (baseball-grip) en ook is duidelijk te zien dat zijn rechter hand onstabiel is, waardoor Bert waarschijnlijk soms last van een hook had.
Lamberts grip is verrassend omdat zijn neef Harry Vardon de man was die de moderne 'Vardon-grip' (overlapping) grip heeft gepopulariseerd. Hij had wel wat familie-advies kunnen gebruiken! Desondanks ziet Berts impact-positie er prima uit; hij heeft zijn gewicht goed verplaatst en is mooi in evenwicht.
Berts extensie door de bal is voorbeeldig. Als een gevolg van zijn swing van binnen naar buiten komt hij een beetje op het voorste deel van zijn voeten te staan.
De foto’s van de eindpositie zijn van zo'n 85 jaar geleden maar toch niet veel anders dan de swings die moderne tourprofessionals maken. Lamberts positie is uitstekend; zijn armen zijn niet te veel gestrekt.
Hij is na impact blijven doordraaien, zijn hele lichaam is gedraaid richting het doel. Zijn eindpositie ziet er ontspannen uit, zijn handen zijn 'in plane' gebleven en zijn balans is perfect.
De foto’s van Bert Lamberts swing laten veel overeenkomsten zien tussen een swing van toen en nu. Afgezien van zijn grip heeft Lambert veel kenmerken van een goede speler. In veel opzichten is zijn swing beter te vergelijken met de swing van een moderne speler dan de 'stijlswings' in de periode 1970.
Iain Forrester. archivaris PGA Holland, KNGF Erfgoed Commissie
Interesse in de geschiedenis van golf, colf en kolf? Kijk op golfgeschiedenis.nl.