Durf te driven in golf
Beeld: Getty Images

Durf te driven

9 april 2018 Redactie GOLF.NL
Par-5, water rechts van de fairway, verhoogde tee... Zo’n hole dus die je zenuwachtig maakt. Je speelt liever op safe, laat de driver voor wat-ie is en haalt een 3-wood uit je tas. Zonde, zeggen de kenners. Ben je klaar voor de therapeutische behandeling van je driverfobie?
Wat is het leukste aan golf? Voor veel spelers toch de bal zo ver mogelijk weg slaan. Hoe doe je dat? Door lekker te meppen met de driver. Helaas is de langste club voor veel golfers maar niet onder controle te krijgen. De vette slices zijn niet uit te bannen en ook de beloofde afstand met die voor honderden euro’s aangeschafte driver valt in de praktijk vies tegen. Na de zoveelste afzwaaier richting waterhindernis gaat de driver teleurgesteld en gefrustreerd terug  in de tas – om er nooit meer uit te komen. Het geloof dat het ooit nog wat wordt is weg, voortaan maar een fairwaywood of ijzer van de tee.

Makkelijkste club

Dat is zonde en onnodig want iedereen kan leren om de driver wél goed te slaan, zegt professional Tim Nijenhuis van de Nijenhuis Golf Academy in Lochem. “Veel golfers vinden de driver de moeilijkste club, maar het zou juist een van de makkelijkste moeten zijn want het clubhoofd is hartstikke groot, maximaal 460cc. En je mag de bal ook nog eens op een tee plaatsen.” Robert-Jan Derksen, winnaar van twee toernooien op de European Tour, noemt de driver zelfs vérreweg de makkelijkste club. “De moderne drivers met de enorme clubheads zijn heel vergevingsgezind. Als je de bal met de putter een fractie uit de sweetspot raakt, mis je de hole. Met een driver kom je daar nog prima mee weg, ook al omdat de fairway een relatief breed landingsgebied is. Als ik nerveus was, bijvoorbeeld op de eerste tee, koos ik altijd voor de driver en niet voor de 3-wood. Met het grote clubhoofd wist ik in ieder geval zeker dat ik de bal zou raken!”

Raken in de upswing

Een clubhoofd zo groot als een bescheiden formaat pompoen en nog vergevingsgezind ook bij een kleine misser. Waarom zijn er dan toch legio amateurgolfers die het geloof helemaal kwijt zijn dat ze de driver ooit kunnen laten doen waar-ie voor gemaakt is? Het antwoord? Een slechte techniek en gebrek aan kennis hoe je de driver optimaal kan laten presteren. Volgens Roel Verdonschot, professional op de nieuwe topbaan Bernardus in Cromvoirt en coach van Tourspeler Darius van Driel, doen veel amateurgolfers precies het tegenovergestelde van wat ze zouden moeten doen. “De driver moet je raken in de upswing (het clubhoofd is bij impact al voorbij het laagste punt in de swing), de ijzers raak je in de downswing (het laagste punt van de swing is iets voorbij de bal). Veel amateurs doen het precies andersom: ze raken de ijzers in de upswing omdat ze de bal een beetje lepelen, de lucht in willen helpen. Met de driver komen ze met een steile invalshoek neerwaarts in op de bal en vaak ook met een swingbaan van buiten naar binnen ten opzichte van de doellijn. Dat is hét recept voor een slice. Je moet leren de bal in de upswing te raken met de driver, dat gaat al een groot verschil maken.”

Kortere shaft

De bal meer in de upswing raken met een swingbaan meer van binnen naar de bal, het moet met wat lessen bij een goede pro te leren zijn, zou je denken. Feit blijft, de driver is de langste club en dat maakt het hoe dan ook lastiger het clubblad in de juiste positie terug bij de bal te krijgen. Daar is een tamelijk simpele oplossing voor: een iets kortere shaft. “In de drivers van de grote merken zitten meestal standaard shafts van 45 en soms zelfs 46 inch”, zegt Tim Nijenhuis die veel ervaring heeft in het fitten van clubs. “Ik verkoop zelden nog een driver uit het schap; ik pas bijna altijd de shaft aan, naar 44 of 44,5 inch, dat speelt een stuk makkelijker. Een inch korter vergroot de kans op goed contact en het scheelt niet veel in afstand.” Maximaal tien meter, aldus Timothy Beumer van Trackman. “Als je van 45 naar 44 inch gaat, lever je maximaal drie mijl per uur clubheadspeed in, dat kan hooguit tien meter schelen. Om ver te slaan is zuiver contact ook heel belangrijk, je verliest veel snelheid als je de bal niet op de juiste plek raakt. Met een wat kortere shaft wordt het raken van de sweetspot absoluut makkelijker.”

Juiste combinatie

De extreem lichte shafts van 45 gram en soms zelfs nog minder die tegenwoordig op de markt zijn, helpen ook de driver de baas te worden. Nijenhuis: “Een shaft helpt om energie over te brengen, snelheid te maken. Je moet er wel één kiezen die past bij je swing, bijvoorbeeld iets stugger in het midden of juist onderin. Ik vind dat je al je clubs moet laten fitten, maar zeker de driver.” Het vinden van de juiste combinatie tussen shaft en clubhoofd, daar gaat het om. Nijenhuis: “Een goede kop met de juiste loft is essentieel. Drivers voor mannen  hebben standaard 10 of 10,5 graden loft, maar ik maak veel drivers met 12 graden en voor vrouwen 14. Het streven is dat een bal die onder de juiste hoek vertrekt, blijft stijgen en na het neerkomen nog flink wat rol krijgt.”

Dit is een verkorte versie van het artikel over de driverfobie dat in het magazine GOLF.NL maart 2018 is verschenen. 

Klik hier om de pdf met het complete interview te bekijken.

}