tip

Tip van de week: Putten #4

24 juli 2017 Redactie GOLF.NL
Verre drives, loepzuivere ijzers en dodelijke chips; allemaal belangrijk, maar je hebt er weinig aan als de putts niet vallen. Daarom in de maand juli vijf korte tips op GOLF.NL om ook op de greens te scoren! Tim Nijenhuis van de Lochemse Golfclub geeft Tip #4.

Tim Nijenhuis: 'Wanneer je kijkt naar de beste putters ter wereld, dan valt het op dat ze allemaal anders putten en er niet één goede techniek is. Toch zijn er twee punten die bij alle goede putters overeen komen: timing (ritme en snelheid van de beweging) en constantheid (wat ze doen is altijd hetzelfde).

Wanneer je met een goede timing een constante beweging maakt, hole je automatisch meer putts. Hoe krijg je dat voor elkaar? Gebruik de volgende tips voor een betere timing en constantheid en hole meer putts.

Timing

Timing is wat mij betreft het belangrijkste onderdeel van de puttingstroke. Timing heeft invloed op alles wat je doet in de beweging op de green. Wat er vaak fout gaat bij de meeste spelers, is dat ze te veel "slaan" naar de bal. Vaak krijg je tijdens de beweging al het gevoel "deze gaat te hard" en daardoor stop je met de beweging, en dat leidt bijna altijd tot een slecht resultaat.

Wat is de juiste verhouding tussen de achterzwaai en de doorzwaai? Achterzwaai 1/3de, doorzwaai 2/3de.  

Dit kan je oefenen met twee tees. Steek de tees in de grond om de juiste verhouding tussen achterzwaai en doorzwaai te controleren. Doe dit door een aantal oefenputts te maken en te kijken of je binnen de grens blijft die je met de twee tees hebt aangegeven. Focus op de snelheid van de stroke en zorg dat deze gelijk blijft gedurende de hele beweging. Met andere woorden: concentreer je op het ritme, dus niet versnellen of vertragen. Pak vervolgens wat ballen en doe nu hetzelfde, maar richt niet op een hole. Het gaat erom dat de ballen allemaal bij elkaar eindigen, want dat is een teken dat je ritme goed is.

Constantheid

De eerste stap naar constantheid is dat je altijd dezelfde houding en grip gebruikt. Wat voor jou de beste grip en houding is kun je het beste bespreken met je PGA Professional.

Om je beweging constanter te maken kun je het volgende doen:

Voor putten gebruik je de fijne motoriek. Vergelijk het maar met het onderhands gooien en laten rollen van een bal naar een doel. Wanneer je een bal gooit gebruik je je dominante hand. Dus als je rechtshandig bent rechts en als je linkshandig bent links. Dit is dus ook de kant die leidend moet zijn met putten. Bij de een is dit beter ontwikkeld dan de ander. Een goede manier om dit te trainen is door te oefenen met één arm. Het is een goede manier om de dominante arm stabieler te maken. Ga in de goede houding staan en houd je putter alleen in de rechterhand (als deze dominant is) en plaats je linkerhand tegen je rechterschouder. Putt vervolgens met alléén de rechterarm en houd hoofd en schouders stil. In het begin zal het wennen zijn, maar uiteindelijk zou je net zo goed moeten kunnen putten met één hand als met twee handen. Oefen dit met putts van drie meter en korter.

Wanneer je weer terug gaat naar een "normale" putt met twee armen, zorg dan dat je de beweging vooral met de dominante arm maakt. De andere hand rust wel op de putter maar doet vrijwel niets.

Gebruik deze oefeningen om een perfecte timing te krijgen en je zult met meer constantheid en een betere timing putts gaan holen! Succes!'

Tim Nijenhuis is PGA Professional op de Lochemsche Golfclub en een specialist op het gebied van putt-instructie en putter fitting.

}