Amerika-quiz met Marit Harryvan

Marit Harryvan zoekt het avontuur in Amerika

1 december 2015 Redactie GOLF.NL
Je bent jong, hebt golftalent en je bent toe aan een grote stap op weg naar meer zelfstandigheid. Marit Harryvan hoefde niet lang na te denken nadat Amerikaanse scouts haar voor de tweede keer benaderden. Ze gaat het komend jaar golfen voor – en studeren aan – de universiteit van Missouri. Hoewel, studeren…

Marit Harryvan is een stoere ‘chick’. Een nuchtere Groningse meid van 18 jaar met een heus tractorrijbewijs. En een bakfiets waarop ze regelmatig naar de golfclub rijdt. Marit houdt van wedstrijden en uitdagingen. Het liefst slaat ze verder dan de jongens. Als dat tenminste al niet gebeurt. Haar favoriete slogan luidt ‘you gotta risk it to get the biscuit’, ondertussen droomt ze stiekem van de LPGA en het winnen van majors.

Volgend jaar verlaat de Jong Oranje-speelster het ouderlijk huis in Winschoten plus haar parttime onderkomen in Bussum om aan de andere kant van de oceaan aan haar golfspel te werken en om er – in de tijd die overblijft – nog te studeren ook. Een grote stap voor iemand bij wie het golftalent heel snel is komen ‘aanwaaien’.

Voetbal en golf

“Mijn ouders en broer golfen ook,” zo begint Marit Harryvan in het clubhuis van De Hoge Kleij, waar ze net een uurtje trainen op de range achter de rug heeft. “Ik heb eerst veel getennist en gevoetbald. Dat laatste deed ik op hoog niveau en ik zat zelfs een tijdje in de KNVB-jeugdselectie van regio Noord. Op een gegeven moment werd Efjee, mijn broer, te groot voor zijn golfset. Ik vond het zonde om die clubs zomaar weg te gooien. Dus heb ik ze overgenomen en ben ik de eerste ballen in Veendam gaan slaan. Op De Compagnie. Ik deed op dat moment drie sporten tegelijk. Golf was toen nog de minst leuke. Uiteindelijk ben ik met tennis gestopt. De combinatie van voetbal en golf best goed ging.”

Wanneer kreeg je in de gaten dat je over golftalent beschikt?
“Ik trainde veel met jongens en merkte dat ik makkelijk met ze meekwam. Ook qua kracht en lengte. En praatjes. Ik voel mij er snel thuis. Je hebt veel minder drama bij jongens dan bij meiden, haha. Op een gegeven moment viel ik buiten de KNVB-selectie en ben ik me helemaal op golf gaan toeleggen. Mijn gymleraar zat in de technische commissie van de Noord-Nederlandse Golf & Country Club. Hij wist dat ze behoefte aan extra speelsters hadden. Ik mocht daarom meteen aansluiten bij Dames 2 en bij Harald Grünberg, die toen de head pro van de Noord-Nederlandse was. Vanaf dat moment ging het hard. Ik leerde erg veel en ben snel in mijn handicap gezakt. Vanuit het niets werd ik op mijn vijftiende Nederlands Kampioen Matchplay in 2012, terwijl vrijwel niemand mij kende.”

Hoe reageerden de klasgenoten op jouw passie voor de golfsport?
“De meesten keken me een beetje stom aan. Dan moest ik uitleggen dat golf niet alleen meer voor oudjes is. Al snel heb ik mijn beste schoolvrienden mee naar de baan genomen, dus die weten nu wat het inhoudt. Bij de gymlessen zagen ze dat ik gek van bijna iedere balsport ben. Ik hou van competitie. Soms ben ik misschien wel een beetje te competitief. Als ik ergens aan meedoe, dan wil ik er goed aan meedoen. Anders zie ik de lol er niet van in. Dat begint al met spelletjes thuis.”

Je hebt net de HAVO afgerond. Viel school makkelijk te combineren met de uren die je in golf stak?
“Eigenlijk ben ik het type scholier dat niet van leren houdt. Ik sta veel liever op de golfbaan. Als het nodig was, las ik één keer een boek en dan deed ik de toets. In de vierde ging ik van VWO naar de HAVO en bleef ik meteen zitten. Ik had economie en wiskunde, daar moest ik echt serieus voor leren, maar de motivatie ontbrak. Stel dat ik om half negen een tentamen had, dan begon ik om half vijf met leren. Dat haalde ik meestal net een krappe voldoende. Het was zo’n beetje mijn standaardroutine. Wat mijn ouders daarvan vonden? Hmmm … Die hebben op een gegeven moment gezegd: ‘Zo lang jij maar slaagt, vinden wij het goed dat je blijft golfen.’ Toch hebben ze mij continu aangespoord om te blijven leren. Toegegeven, als ik er nu op terugkijk, klinkt het best gek en krankzinnig dat ik het zo aanpakte. Het was niet slim, maar ik had kennelijk tijdsdruk nodig om mij echt op school te kunnen focussen. Op mijn cijferlijst staan zes zessen en één zeven. Uiteindelijk heb ik vrij eenvoudig mijn diploma gehaald. Mijn school is in ieder geval heel flexibel geweest. Als het echt nodig was, gaven ze mij vrij om aan wedstrijden deel te nemen. Dan helpt het natuurlijk dat je gymleraar zelf ook een fanatieke golfer is.”

"Ze zitten me echt achter mijn broek aan. Het is de aanpak die ik nodig heb."

Marit is in Emmeloord geboren en heeft zelfs nog een poosje in Limburg gewoond, voordat ze naar het Groningse Winschoten verhuisde. Tegenwoordig pendelt ze tussen het ouderlijk huis en Bussum waar ze bij haar PGA-professional inwoont. Dat is overigens nog steeds Harald Grünberg, die daar samen met zijn vrouw Geraldine een academie voor talentvolle jeugd runt.
Marit hierover: “Ze zitten me echt achter mijn broek aan. Het is de aanpak die ik nodig heb. Er is een sterke focus op topsport. Bovendien ben ik binnen tien minuten fietsen bij de Goyer. In Winschoten was ik steeds minimaal een half uur met de auto onderweg.”

Veel humor

Marit maakt deel uit van de NGF Jong Oranje-selectie en mocht vorig jaar namens Nederland deelnemen aan de Jeugd Olympische Spelen in Shanghai, waar ze met een polsblessure te maken kreeg en toch nog als dertiende eindigde. “Het was geweldig. Opeens wist ik waarvoor ik het allemaal doe. Tokyo 2020 is nu mijn grote doel!”

Hoe kwam Amerika in beeld?
“Twee jaar geleden, na het ELTK in Zweden, gaf een aantal universiteiten aan dat ze interesse hadden. Ik was vereerd dat die scouts mij hadden gespot, maar ik vond mezelf te jong en had nog twee jaar school af te maken. Afgelopen jaar klopten ze opnieuw bij me aan. Ik heb met drie een gesprek gehad, waarvan er uiteindelijk één mij het meeste aansprak. Ik ben een gevoelspersoon en vind een goede klik minstens zo belangrijk als de inhoud. Bovendien hadden ze bij de Missouri State University een heldere boodschap en veel humor. West Virginia en Oklahoma vielen af.”

Na een serieuze afweging en goed overleg met haar ouders, was de aanmelding bij de universiteit van Missouri snel een feit. Vervolgens kwam het papierwerk met een hele stapel in te vullen documenten. Daarnaast moest Marit twee testen maken; een Engelse test – “die was heel makkelijk” - en een test waarin ook wetenschappelijke en wiskundige vragen zaten. Voor die laatste test kreeg ze een herkansing, die op 2 punten net niet werd gehaald. Nu wordt gekeken of studeren in januari al gaat lukken of dat de studie pas in augustus begint.

Straks op afstand

Marit komt in een gemengd team met eerste- tot laatstejaars studenten. Zo’n team bestaan uit zeven talentvolle golfers waarvan de beste vijf per week aan de competitie mee mogen doen. De concurrentie is hard, de selectie streng.
“Je moet echt voor je plek knokken. In Amerika zeggen ze: ‘second best doesn’t count.’ Dat vind ik een goede aanpak. Laat maar zien dat je het kan, denk ik dan. Wel moedigen ze je aan om je eigen technische coach aan te houden. Er is weliswaar een specialist voor het korte spel, maar ze veranderen liever niets aan je swing. Dus zal ik veel met Harald en zijn team moeten skypen en ze filmpjes moeten sturen. Daarom ben hard bezig om mijn swing zo goed mogelijk te begrijpen, zodat ik er straks op afstand nog duidelijker over kan praten. Verder zorg ik ervoor dat ik speelklaar ben om er toernooien te spelen.”

Niet goedkoop zeker, zo’n opleiding?
“Ik ontvang een beurs voor 96 procent. Dit betekent dat ik nog 4 procent zelf moet financieren. Ik krijg er ook nog zakgeld en dat is vrijwel gelijk aan die 4 procent. Dus is het bijna goedkoper om daar te leven dan hier in Nederland. Alle reizen naar de toernooien worden vergoed, alleen als ik weer naar huis wil, moet ik zelf de tickets betalen. In de zomervakanties kom ik terug naar Nederland om aan het wedstrijdseizoen en onder andere de NK’s en ELTK’s mee te doen. In augustus ga ik dan weer naar Amerika.”

Heb je al een onderkomen?
“Je kunt ervoor kiezen om bij andere atleten of golfers in een huisje te gaan zitten. Dan heb je een kamer in een gezamenlijk huis. Of je gaat op kamers in de campus van de universiteit. Ik wil minimaal een jaar op die campus wonen, want ik vind het belangrijk om de sfeer van het universiteitsleven optimaal mee te krijgen.”

Wat ga je er studeren?
“Geschiedenis. Met een minor in Frans en Duits. Ik spreek best wel goed Duits, dat komt dus goed uit, want ik wil het mezelf natuurlijk niet onnodig moeilijk maken. Misschien ga ik die Duitse leraar straks wel Duits leren, haha. Vooral de recente, Europese geschiedenis vind ik interessant. Dus als ik ergens interesse in heb, ga ik het vast vanzelf ook leuk vinden.”

Jouw collega’s Dewi Weber, Lars van Meijel en Rowin Caron studeren en golfen inmiddels al wat langer in Amerika. Heb je ze om advies gevraagd?
“Dewi ken ik een beetje, maar we hebben nog niet uitgebreid over Amerika gehad. Ik heb vooral al met Myrte Eikenaar (NGF-medewerker en Nederlandse topamateur) gesproken. Zij heeft ook in Amerika gestudeerd en adviseerde mij om niet te veel spullen mee te nemen, haha. Binnenkort ga ik weer met haar golfen en dan komen de echt belangrijke adviezen en tips vanzelf.”

Ben je al eens in Amerika geweest?
“Vorige maand nog! Voor een officieel kennismakingsbezoek. Dat was echt vet! Pas toen is het Amerika-avontuur echt gaan leven. Ik voel me nu al bevoorrecht dat ik dit allemaal mag doen! En mooier nog; ik weet waarom en waarvoor ik het doe. Ik ben mij meer bewust van de stappen die ik maak. Het is fijn om je te beseffen dat je dingen doet waar je van houdt.”

Weet je al wat je straks gaat missen aan Nederland?
“Mijn broer! Wij doen heel veel samen. De belangrijkste reden om naar Amerika te gaan om volwassener en zelfstandiger te worden. Ik ben nu 18 en het wordt tijd dat ik op mijn eigen benen leer staan. En dat wil ik ook. Harder worden voor mezelf. Natuurlijk zullen er dagen zijn dat ik het niet meer leuk vind, maar dat zijn de momenten dat ik echt leer knokken. In Amerika kan ik er in ieder geval niet voor weglopen.”


}