Met zo’n 250 golfbanen is Italië natuurlijk geen hoogvlieger in Europa. Dat aantal is vergelijkbaar met Nederland, maar we durven wel met enige zekerheid te beweren dat de meeste golfers op reis waarde hechten aan meer dan alleen groen gras en gladgestreken greens. Het leven naast de baan moet óók van goede kwaliteit zijn en laten ze daar in Italië nou de mooiste denkbare benaming voor hebben gevonden: La Dolce Vita.
Genieten van het zoete leven in de laagste versnelling. Daar vonden we een fijne plek voor: Argentario Golf & Wellness Resort.
De Ryder Cup speelt zich straks in september af op Marco Simone Golf & Country Club, niet een baan die op waarderingslijstjes de hoogste positie inneemt, maar er is weinig mis mee en de baan ligt dicht bij Rome. Dat laatste was ongetwijfeld een belangrijke voorwaarde bij het maken van een keuze. Rome is goed bereikbaar voor buitenlandse golfsupporters en biedt natuurlijk ook alles wat staat voor La Dolce Vita…
Maar de Ryder Cup moet toch ook vooral de Italianen warm maken voor golf, zegt Ottavio Coppola, golfmanager op Argentario Golf & Wellness Resort. Italië telt nog geen 100.000 geregistreerde golfisti en dat staat dan weer in schril contrast met de 400.000 in Nederland. Hopelijk kan Sky Sports Golf Italia, een 24/7 golfkanaal op de Italiaanse televisie, ook een beetje helpen bij meer aanwas.
Wie zich oriënteert op een golfvakantie in Italië doet er goed aan zich niet te veel te laten leiden door bovengenoemde lijstjes, maar vooral door eigen wensen om die bij het zoeken naar een bestemming te kunnen afvinken.
Argentario Golf & Wellness Resort ligt op twee uur rijden van Rome, op het schiereiland Monte Argentario in het zuiden van de Toscane en behoort tot de regio Maremma, waar met de hoogste classificatie (Denominazione di Origine Controllata en Garantita) in wijnstreek Bolgheri op een aantal biologische wijnboerderijen (foto onder) de Morellino di Scansano (rood) wordt verbouwd.
Maar laten we vooral niet te snel afdwalen naar belangrijke bijzaken.
Het resort is al vijftien jaar een parel op het schiereiland met prachtige verscholen baaitjes en een grootschalige roze Flamingo-populatie, die zich overigens in de zomer zelden laat zien.
Hier in de buurt, in Porte Ercole, liet wijlen Prins Bernhard een vakantiewoning met de naam l'Elefante Felice (de Gelukkige Olifant) bouwen, waar de Koninklijke familie tijdens de regeerperiode van Beatrix ook nog vaak de zomers doorbracht. Of een jonge Willem-Alexander, die zijn voorliefde voor golf al meerdere malen kenbaar maakte, ook hier af en toe een balletje sloeg, durft Coppola niet met zekerheid te zeggen. De vakantiewoning stond na de dood van Bernhard jarenlang te koop en viel in 2011 ten prooi aan de slopershamer.
Met 73 suites en kamers en een collectie luxe villa’s ligt Argentario ingebed in een natuurreservaat. Twee restaurants, een wellness-vleugel en sport- en fitnessactiviteiten naast de 18-holes golfbaan maken het verblijf er bepaald niet onaangenamer op.
Het begon allemaal in 2006 met de golfbaan, die drie jaar geleden de PGA National-status kreeg, wat zo veel betekent dat de baan door de Professional Golfers Association wordt gewaardeerd als locatie met een hoge standaard, goed genoeg voor internationale toptoernooien en dat de lesmogelijkheden op academisch niveau zijn. Elk land heeft er maar één.
Als er één baan is in Italië met een stapeltje duurzaamheidscertificaten dan is het Argentario wel, merkt Coppola niet zonder trots op. Dat heeft wel een keerzijde. Voor het hosten van de Ryder Cup lig je dan niet op pole-position. Want het plaatje op televisie moet straks ‘perfect’ zijn. Coppola: “Net als bij de Amerikaanse toernooien op televisie. Het groene gras dat je daar ziet, met dank aan chemicaliën, zie je bij ons niet. Hier gaat niets van gif de grond in.”
Die andere denk- en handelwijze staat overigens niet een alliantie met de Marco Simone Golf & Country Club in de weg. Op Argentario zijn opmerkelijk veel Romeinen lid en in het Ryder Cup-jaar hebben de twee banen aantrekkelijke pakketten samengesteld voor golfers die op beide banen willen spelen.
Banen die – wel of niet gedwongen - zweren bij een ecologisch beheer nemen in aantal alleen maar toe. Als golfers daar niet al aan gewend zijn, zullen ze daarmee in de toekomst op meer plekken rekening moeten houden. Maar op Monte Argentario wordt het bewijs geleverd, dat het golfplezier er niet onder hoeft te lijden.
Voordat we dat zelf ervaren, wacht ons een lunch op het terras van het clubhuis, dat uitkijkt over de baan en de baai van Orbetello. Op de kaart zien we bij de salades gerechten als Greeneagles en Ryder Cup, de groene versie dus…
Schuin links van het terras wagen drie golfers zich aan de tweede negen, met een uitdagende afslag op hole 10. Want niet alleen het terras kijkt mee; het vijvertje dat voor ze ligt, vraagt toch om een carry van zeker 120 meter. Die opdracht is voor twee van de drie bij een eerste poging een te zware. Toch krijgen we niet de indruk dat ze daar onder gebukt gaan. Misschien zijn ze met hun hoofd al bij een koel glas Vermentino, wijn van de streek.
Niet heel raar overigens wanneer je met een baanboekje de baan in gaat. De strokesaver staat vol met advertenties van wijnhuizen uit de regio.
Voordat we zelf die middag bij hole 10 aanbelanden, hebben we ons vooral vergaapt aan de schoonheid van de eerste negen, door Ottavio gekenmerkt als ‘soortige linksholes’. De tweede lus kun je met al zijn olijfbomen – volgens onze Italiaanse gastheer staan er 4000 op het domein – meer als parkbaan definiëren. Grappig dat die olijfolie in de vitrine van de golfshop naast de golfballen staat. ‘Doe maar een sleeve ballen en een flesje olie.’
“We krijgen regelmatig de vraag of hier twee baanarchitecten aan het werk zijn geweest, maar de baan heeft twee gezichten omdat we het natuurlijke landschap niet hebben aangetast bij het aanleggen van de baan”, verklaart Ottavio over het werk waar architect David Mezzacane, golfprofessional Baldovino Dassú en Brian Jorgensen voor tekenden.
Eenmaal in de baan toetsen we de woorden van Coppola. Voorafgaande aan ons bezoek is er behoorlijk wat regen gevallen, terwijl normaal gesproken in deze tijd van het jaar de littekens van de droogte al zijn te zien. Nu dus niet. De baan ligt er in zijn zondagse kleren bij.
Ken je dat? Dat je op een tee arriveert en eigenlijk helemaal niet wil afslaan om vervolgens de plek te verlaten op zoek naar je bal op de lager gelegen fairway? Dat je het liefst op de plek waar je zojuist hebt afgeslagen een tentje wil opzetten, of een huis wil bouwen en nooit meer wil weggaan? Hole 3 (par-5) van deze baan is zo’n plek. Je tuurt met open mond naar de baai in de verte, droomt weg bij de aanblik van het palet aan groene kleuren op de hellingen en zweert binnensmonds dat je het paradijs hebt gevonden.
We hadden bovendien de luxe niet in de nek te worden gehijgd door een opkomende flight en hadden bij wijzen van spreken genoeg tijd om de eerste paal in de grond te slaan. Het bleef evenwel bij een tee…
De 6218 meter lange baan telt uitdagende holes genoeg, maar je hoeft geen Francesco Molinari te heten om hier met een fatsoenlijke score van de baan te komen. En mocht onverhoopt je scorecard het aankijken niet waard zijn, dan bestudeer je gewoon wat langer op het terras de menukaart. Die scoort in Italië toch nog net altijd iets beter, hoe goed je ook de ballen hebt geslagen.
Maar waar je in Italië ook bent, La Dolce Vita is nooit ver weg.