Beeld: Tim Buitenhuis
Zelf Golfen

“De golfswing is als een bocht nemen”

Beeld: Tim Buitenhuis
Met een vertraging van bijna anderhalf jaar gaat het op zondag 5 september dan toch gebeuren: de eerste Grand Prix sinds jaren op Zandvoort. Het coronavirus gooide in het voorjaar van 2020 roet in het eten. Toen sprak GOLF.NL Jan Lammers over zijn passies golf en autosport. Sporten die volgens de racedirecteur zeker raakvlakken hebben.

Jan Lammers gaat de fotograaf voor op The Dunes, de prachtige, tussen de duinen verscholen 9-holesbaan grenzend aan het Circuit Zandvoort. Hij kent er elke duinpan. Met opvallend gemak en souplesse klimt de 63-jarige inwoner van de badplaats de begroeide zandbulten op, speurend naar een fotogeniek plekje. “Soms als ik in de rotzooi lig en de bal onbespeelbaar heb verklaard”, zegt hij met de blik naar beneden gericht en de grijns van een kwajongen, “leg ik de bal weleens bovenop een duin en dan heb ik toch een slag naar de green.” Hier voelt Lammers zich thuis. Als kind ravotte hij in de duinen, bouwde hij hutten en buurtte hij bij schillenboer Ukkie. Hij maakte bij de meertjes vlotten van autodaken en kwam regelmatig zeiknat thuis “omdat het weleens fout ging, natuurlijk.”

 

Knuffelzone

Vijf jaar geleden keerde Lammers terug naar Zandvoort. “We woonden in Katwijk. Ik was daar best happy. Ik zaalvoetbalde nog in Zandvoort en ik vond het prima er slechts af en toe te zijn. Mijn vriendin Mariska wilde echter dichter bij haar vader in Den Helder wonen en toen vonden we hier een klein, ludiek bungalowtje. Ik dacht dat ik er wel een beetje overheen was gegroeid, maar dit voelt toch als thuis. Ik woon op een steenworp afstand van het circuit en het lijkt alsof deze golfbaan in mijn achtertuin ligt.” Op de golfbaan kennen ze Jan en Jan kent ze hier. “Dit is de golfclub van de racebaan geworden. Als ik een poos niet ben geweest, kan ik niet zomaar doorlopen. Dan kom ik niet ongezien langs de knuffelzone.” In tijden dat zijn leven minder hectisch was, stond hij in de zomer dagelijks op de golfbaan. Of om acht uur ’s ochtends dan wel in de avonduren. “Niet dat het me een single handicap heeft opgeleverd”, zegt hij met quasi-teleurstelling in zijn stem.

 

Feest

The Dunes ligt op historische grond waar vroeger een deel van het circuit liep. “Wat nu de afslag van de achtste hole is, daar gebeurde in 1973 het dramatische ongeluk met Roger Williamson”, weet Lammers maar al te goed. De Brit kwam in een brandende auto om het leven en die tragische crash (er was veel kritiek op de organisatie omdat hulpdiensten veel te laat arriveerden) leidde nadien tot veel veiligheidsmaatregelen in de Formule 1. “Als je op hole 2 je tweede slag slaat, sta je in lijn met wat de Jody Scheckter Chicane was”, wijst Lammers naar iets verderop. “De historie van racen op Zandvoort krijgt straks nieuwe hoofdstukken”, refereert hij aan de terugkeer van de Formule 1. Het moet een feest worden, voor heel Zandvoort. “Het is zeker onze wens om de Zandvoorter deelgenoot te maken van het succes. Ja, er zijn ook strubbelingen. Als een mobiliteitsplan aan bepaalde eisen moet voldoen, zijn er aanpassingen nodig die je liever niet zou doen. En we hebben veel milieudiscussies gehad en terecht. We zullen er nog wel een paar krijgen. Hoe meer je daaraan gehoor kunt geven, des te beter. Dat is civilisatie en van deze tijd. Maar het racen zit in ons DNA. Wij zijn autosporters. Je moet voetballers ook niet willen verbieden om te voetballen. De drukte over drie dagen zal groot zijn, maar dankzij de mensen die in het dorp gaan slapen en eten, pikt Zandvoort ook een graantje mee.”

 

Beeld: Harmen de Jong
Beeld: Harmen de Jong

Schoolrapport

Lammers werd bijna vijftig jaar nadat hij zelf rondjes racete, Sportief Directeur van de Dutch Grand Prix. Hij herinnert zich zijn entree in dit wereldje nog goed. “Het kwam eigenlijk spontaan tot stand. Ik begon op de slipschool als klusjesman. De baan spuiten, banden recht leggen en auto's wassen. Daarna van een lampje verwisselen tot het vervangen van een startmotor en een versnellingsbak. Ik leerde sleutelen en bij het op en neer rijden van de auto’s naar de wasstraat oefende ik met slippen. Daarna heb ik dat serieus van Rob Slotemaker geleerd, een racecursus gedaan en ik ging demonstraties geven.” Hij maakte op zijn veertiende al bewust een keuze voor dat pad. “Ik werd van de LTS in Haarlem afgeschopt. Niet omdat ik te vaak was blijven zitten. Nee, op de eerste drie rapporten van het schooljaar stond dat Jan beter zijn best moest doen en dan deed Jan voor het laatste rapport zijn best en was het goed. Maar het boeide me niet. Ik ben niet iemand die eerst de gebruiksaanwijzing leest, ik pak ’m er pas bij als alles fout gaat. Ik wil op de trein rijden voordat het spoor is aangelegd. Dat heb ik mijn hele leven al. Ik was niet gemotiveerd voor school. Dat heb ik eerlijk tegen mijn vader gezegd. Ik wilde mijn kans in de autosport grijpen.”

 

Roze olifant

Als autocoureur vond Lammers ook veel voldoening en ontspanning in andere sporten. “Ik heb veel Aziatische vechtsporten gedaan met bijbehorende meditatie. Sporten waar ik wat aan had. Zo is dat ook met golf. Autoracen is niet van de witte knokkels, bikkelen, opgezette spataderen en met schuim op je bek hard door de bocht. Hoe harder je wil rijden, hoe meer ontspannen je in de auto moet zitten. Met golf is dat precies hetzelfde. Je moet de subtiele balans vinden tussen commitment en loslaten en mentaal jezelf heel erg met rust laten. Maar ja, dan komt het verhaal van de roze olifant om de hoek kijken. Als je niet aan dat water moet denken, gebeurt het toch. Ik vind het heerlijk om die druk op mezelf te leggen. Het liefst zeg ik op tee nog even hardop tegen mezelf: niet aan dat water denken …” 

 

Als een blinde

Lammers’ eerste ervaring met golf was er één om “je dood voor te schamen.” Hij was een jaar of 23 en ging met collega-coureur Nelson Piquet in Australië naar een golfbaan. “We hadden nog nooit gegolfd, huurden alle spullen en wisten van niks. Ook niet van de spirit van de golfsport. We hebben ballen vanaf het asfalt geslagen en weet ik wat allemaal nog meer. Ik snap nog steeds niet dat ze ons hebben laten spelen, twee totale barbaren. Ik voel die schaamte nog. Zes jaar later woonde ik in Californië waar ik racete voor het team van Dan Gurney. Nadat het team failliet was gegaan, gooide ik vaak een setje golfclubs achter in mijn kleine jeep en speelde ik op een baan bij Huntington Beach. Daarna heb ik lange tijd niet gegolft totdat ik jaren later in Japan ging wonen en daar als een blinde in een kooi miljoenen ballen heb weggeslagen. Niet gehinderd door enig verstand en ik heb er ook helemaal niks van geleerd. Ik kijk nu filmpjes van Christina Ricci. Zij is mijn favoriet. No-nonsense meid. Ze doet het superleuk en ziet er ook nog eens beter uit dan alle andere golfpro’s.”

 

Parallellen

Lammers ziet parallellen tussen autoracen en golf. “De golfswing is een lancering, je haalt als het ware de trekker over. Je kunt niet halverwege de swing nog iets corrigeren. Als je in een raceauto de bocht neemt, is dat ook een ronding. Het gewicht van de golfclub is bij de swing belangrijk en bij racen is het belangrijk hoe je met het gewicht van de auto omgaat. Je kunt keihard een bocht ingaan, maar als je te laat remt, ga je de bocht een beetje voorbij en is je ronding eruit. Je rijdt van noord naar zuid en op een gegeven moment moet je beginnen om van zuid naar noord te rijden. In een race moet je de auto die rotatie laten doen en bij golf de club. Ik vergelijk het ook weleens met schommelen. Je moet het duwen precies timen, het moment van kracht zetten is zo belangrijk. Niet bovenin maar als je een klok als metafoor neemt op kwart over of tien voor half. Als je een nanoseconde te vroeg bent, haal je de snelheid eruit en als een nanoseconde te laat bent, heeft het ook geen zin. Ik snap inmiddels genoeg van het spelletje om te weten dat je op de golfbaan jezelf met rust moet laten, hoe slecht het ook gaat. Je hebt de neiging om dingen op jezelf te betrekken, maar die dingen zijn meer inherent aan het spel dan aan je identiteit. Ook als het helemaal klote gaat, wacht ik tot het gevoel weer terugkomt en soms zet ik mezelf dan even terug op het statief. Terug naar wat basisdingen en dan begin je bal weer goed te raken. Mijn lijfspreuk in de sport is attitude over circumstances. Dat gaat zeker op voor golf. Met je houding moet je de omstandigheden de baas zijn.”

 Bio Jan Lammers
 Lammers (Zandvoort, 2 juni 1956) komt als veertienjarige bij de legendarische autocoureur Rob Slotemaker in de leer. Van baanspuiter en autowasser groeit hij al snel door naar coureur. Hij wint als zestienjarige zonder rijbewijs met een Simca zijn eerste race. Via diverse autoklassen en als regerend Europees Formule-3-kampioen debuteert hij in 1979 op 22-jarige leeftijd in de Formule 1. Dat jaar is een negende plaats in Montréal zijn beste klassering. Een jaar later is een vierde startplek in de GP van Amerika een nieuw hoogtepunt, maar in de race op Long Beach valt hij al na honderd meter uit. In totaal rijdt Lammers tot en met 1982 21 GP’s (de laatste op Zandvoort). In 1992 maakt hij onverwacht zijn rentree in de Formule 1 bij het kleine team March en rijdt nog twee GP’s. In 1993 verlaat Lammers definitief de Formule 1 en kiest hij voor de sportcars.

 

Op Le Mans schrijft hij in 1988 samen met Andy Wallace en Johnny Dumfries racehistorie: hij zit 13 van de 24 uur achter het stuur maakt met Jaguar een einde aan de zes jaar lange hegemonie van Porsche. Hij rijdt in totaal 24 keer de legendarische 24-uursrace in Frankrijk. Eind jaren negentig begint Lammers zijn eigen raceteam Racing for Holland, dat een aantal jaren uitkomt in Le Mans en de A1GP. Zelf rijdt hij in de laatste jaren van zijn carrière nog een aantal keren de Dakar Rally. Lammers is nu onder meer Sportief Directeur van de Dutch Grand Prix, die dit jaar terugkeert op het circuit van Zandvoort.

Plezier

Maar hoezeer die theorieën hem ook boeien, golf is voor hem boven alles gewoon een leuke sport. “Je komt altijd met winst van de baan. Of je leert wat of je scoort wat. Ik golf vaak met mijn maatje Werner, ook een oud-baanspuiter, maar we spelen nooit tegen elkaar. Ik beleef evenveel plezier aan een goede bal van hem als een van mij. Ik speel ook liever met iemand die beter is dan ik. Tenzij ik om geld speel, natuurlijk.” Lammers kan inmiddels putten uit legio golfervaringen. De mooiste? “Voor mij is dat niet één moment. Soms kun je niks goed doen en soms sla je geen bal fout. Het heeft allebei wat, want ik vind het net zo leuk om te proberen een slechte dag om te draaien als wanneer alles lukt en je niet weet waar dat vandaan komt. Ik heb een keer een hole-in-one gemaakt op Cruquius. Met een getuige, ja. Mijn ex, dus ik weet niet of zij dat nog zal bevestigen. Grapje hoor, want we gaan goed met elkaar om. Het waaide hard en ik keek bij de green vooral in de lucht naar een kraai met een bal in zijn bek. Toen bleek die tussen de vlaggenstok en de rand van de hole klem te zitten. De mooiste baan die ik heb gespeeld is Valderrama. Slechts vier holes, meer tijd hadden we niet. Iets dergelijks gebeurde ook in Amerika. Daar hadden we een race in Monterey, vlakbij Pebbles Beach. Ik was er met collega-coureur Mike Hezemans die nooit geld op zak had; ik betaalde altijd. Tussen de trainingen door gingen we spelen op Del Monte, een chique baan in de buurt. Dit keer stond Mike erop dat hij zou betalen. Het was zo druk dat we al na zeven holes stopten omdat we terug moesten naar het circuit. Maar Mike moest bij elkaar wel zo’n 1300 dollar afrekenen...”

 

Nek uitgestoken

Op The Dunes zijn de greenfees een stuk schappelijker. Ook als straks het Formule-1-circus hier zijn tenten opslaat. “Het is mooi hoe de terugkeer van de Formule 1 tot stand is gekomen. Mensen hebben hun nek uitgestoken, Prins Bernard voorop. Hij begon de lobby in 2016, toen het succes van Max nog in de kinderschoenen stond. Dat je een contract krijgt voorgelegd van de Formule-1-organisatie is al een hele prestatie. Maar het is net als bij een inschrijving voor de New York Marathon. Als je de bevestiging van deelname hebt, kun je wel juichen, maar je moet die marathon nog wel even lopen. Ik vind het fascinerend dat het met de juiste organisaties en bedrijven die lef en commitment tonen, is gelukt. Je praat toch over een investering van zo’n 150 miljoen euro over drie jaar. En dan is het wel zo mooi dat het wordt gehonoreerd door al die fans die al een kaartje hebben gekocht.”

 

Hangover

Ja, als Max zou winnen is Zandvoort te klein, dagdroomt Lammers hardop. “Maar er zijn zoveel momenten waar ik naar uitkijk. Bijvoorbeeld naar het commentaar van de coureur die pole position pakt. Die stapt straks uit de auto met het gevoel alsof hij een drive van vierhonderd meter heeft geslagen. Het volgende moment is wanneer op zondagmiddag de lichten op groen gaan en al die auto’s de Tarzanbocht induiken. En als ze bij de Hunserug uit het zicht verdwijnen en dan heel even de relatieve stilte. En natuurlijk het moment waarop ze voor het eerst het rechte stuk opdraaien en je ze op je af ziet komen.” Plus de morning after, Lammers glimlacht bij de gedachte aan maandagochtend. “Ik zie nu zo’n scene van de film The Hangover voor me. Als coureur liep ik vaak op maandagochtend nog een keer over het circuit en zag je de wonden van de strijd. Ik denk dat de groundsman hetzelfde ervaart een dag na de Champions League-finale. Op maandag kun je me zeker op het circuit vinden. En niet lang daarna hier op de golfbaan.”

Lees meer over
Interviews