Voor een nieuw programma, dat vanaf oktober uitgezonden gaat worden, zit ik al vijf weken aan de andere kant van de wereld. In de Dominicaanse Republiek om precies te zijn. Het huis waar ik verblijf, als ik niet aan het werk ben, bevindt zich op een golfbaan. Sterker nog, het huis ligt aan de fairway van hole 16.
Vanwege de hoge temperatuur gaat men hier het liefst op tijd de baan in. Het is dan ook geen uitzondering dat, als ik ’s ochtends om zeven uur met een kop thee op de veranda zit, de ene na de andere golfer voorbij komt. Kennelijk ligt mijn huis precies op de juiste plek, want ik kijk uit op de plek waar vanaf de afslag vrijwel alle ballen terechtkomen. Om de tien minuten komt er een golfkarretje aanrijden. Die stopt dan bij een bal en na een paar proefslagen wordt er verder gespeeld. Het is een schouwspel dat zorgt voor een ontspannen begin van de dag. Voor de toeschouwer dan.
Ik kon aan zijn blik zien dat Alex nu al teleurgesteld was
Het maakte wel dat mijn eigen handen ook begonnen te jeuken. Je kunt toch als beginnend golfer niet met goed fatsoen twee maanden aan een golfbaan wonen en dan zelf nooit de clubs ter hand nemen? En zo geschiedde.
Om kwart over zeven in de ochtend meldde ik me bij het clubhuis. En nadat alles voldaan en gehuurd was, werd ik voorgesteld aan mijn caddy, Alex. De afslag op de eerste hole was een drama en Alex had meteen door wat voor vlees hij in de kuip had: een beginneling van de grootste soort. Een dubbel-bogey vond ik zelf nog wel aardig, maar ik kon aan zijn blik zien dat hij nu al teleurgesteld was.
Hole 2 begon met een dal direct na de tee. Pas na 160 meter zou de bal weer op de baan landen, als het tenminste lukte om het smalle stuk van het dal te pakken. Hoewel de bal lekker mijn club verliet, was mijn eerste slag helaas te ver naar rechts om het te halen. Ook de tweede en derde bal verdwenen in de begroeiing. Alex deed zijn best me niet uit te lachen. Pas bij de vierde bal haalde ik de overkant. (En hoe! Zie video hierboven).
Bij een goede bal kreeg ik applaus, bij een slechte zei hij niks
Inmiddels was het zo warm, dat het zweet tappelings naar beneden liep. Alex had nergens last van. Als ik weer eens een bal in het hoge gras had geslagen ging hij vol enthousiasme op zoek. Bij een goede bal kreeg ik applaus, bij een slechte zei hij niks.
Toen vanwege de combinatie van zonnebrandcrème en zweet de club uit mijn handen vloog, grapte hij dat we die slag niet zouden tellen. En ik kan het niet bewijzen, maar bij de laatste hole zou ik zweren dat mijn bal in de rough terechtkwam. Terwijl we samen zochten, had Alex hem ineens gevonden. De bal lag precies mooi aan de rand van de fairway.
Mijn gedachte is dat Alex het niet kon aanzien dat ik wederom gefaald had en dat hij de bal een handje heeft geholpen. Maar ach, La mano de Dios heeft in de sport wel vaker een rol gespeeld.