Ik ben, zonder golfmaatje Roy, uitgenodigd op een golftrip met bestemming Mallorca. De kans deed zich maanden geleden voor, en die heb ik met beide handen aangegrepen. Nu mijn eerste golfreis voor de deur staat, bedenk ik me: wat heb ik eigenlijk nodig? Want zo bereisd als ik als alleenstaande ouder ben, zo bleu ben ik als nieuwbakken golftoerist. Rondvraag leert dat de meeste collega’s en golfvrienden hun eigen set meenemen. Of je daar wel of niet voor moet bijbetalen, ligt aan met welke luchtvaartmaatschappij je vliegt.
Maar ik zit nog aan mijn Skymax beginnersset vast, die ik in augustus kocht en die volgens golfpro Mark niet helemaal jofel is. Clubs 9 en 7 zijn bijvoorbeeld net zo lang als de sandwedge. Daar kwamen we rijkelijk laat achter, en ik had niet de moed terug te gaan naar de winkel. Hoe dan ook: ik sport met weinig imponerende clubs.
Hulpvaardige medewerkers van het hotel, het prachtige Carrossa dat midden op het eiland in de bloeiende lavendel staat, regelen de flights op twee lokale golfbanen. Maar als ik er behoefte aan heb, kan ik ‘gewoon bij de clubs een set huren’. Dat regelen ze. Check. En ja, je kunt natuurlijk je eigen ballen meenemen, maar ‘als je voor een buggy kiest zitten daar standaard een paar tees en een set ballen bij’. Regelen ze ook. Check.
Alle bomen en struiken op en rond de banen staan in bloei. Ook bijzonder: de caddiemaster heeft een pauw naast z’n hok lopen
Ik hoef dus slechts een rolkoffer kleding mee te nemen. En dat is dan meteen het leuke aan golf en reizen: golfkleding is qua stof zo lichtgewicht, dat alle combinaties keurig in mijn kleine koffer passen. En die komt niet in de buurt van 10 kilo, het maximale gewicht. Dat betekent inchecken zonder in de rij te moeten wachten bij de bagagedrop; wat een feest! Het is de eerste keer sinds het moederschap dat ik zo light travel. En ja, dat mag in de krant.
Eenmaal op het Spaanse eiland is de eerste baan die mijn Britse flightgenoot Neil en ik bezoeken Alcanada, een professional golfcourse waar Nederlander Lars van der Vight onlangs nog het Spaans Internationaal Amateur Kampioenschap won. Ik heb sinds m’n golfintroductie wat majestueuze banen in Nederland bezocht, maar geloof me: zelfs de Goyer Golf & Country Club is hier niks bij. De fairways zijn loeistrak, het lijkt wel Wimbledongras. Alle bomen en struiken op en rond de banen staan in bloei. Ook bijzonder: de caddiemaster heeft een pauw naast z’n hok lopen.
De drie tieners voor ons spelen duidelijk op topniveau. De meiden lopen als gazelles heuvel op en af. Aan hun bleke huidskleur te zien, komen ze net als Neil en ik uit een land dat al maanden nauwelijks zon heeft gekend.
Het blijkt de nationale selectie uit Duitsland, want hun coach haalt ons in en vraagt of we last van ze hebben… ‘anders moeten we gewoon voorgaan’. Neil, die handicap 2 heeft, schudt zijn hoofd. “Nee hoor”, lachen we in onze gloednieuwe buggy met digitale snufjes, “voor ons is dit geen slow play.”Bij hole drie voel ik me licht ongemakkelijk als ik lang naar een bal moet zoeken. Maar ik pas mijn spel aan het niveau van Neil aan. Mijn motto is: enjoy the view en drop die bal.
Ik maak foto’s en help met video’s voor Neil. Mijn ‘oeh’s', 'aah’s' en ‘kijk!’ vliegen hem om de oren. Want cipressen, olijfbomen en uitzicht op zee leiden me continu af. Balkende ezels die naast de baan staan, de hond van de greenkeeper, de vuurtoren aan zee; al deze uitzichten zet ik op de gevoelige plaat.
'Dus dit is slow play', zeg ik terwijl ik m’n zonnebril erbij pak en geniet van de zon op mijn huid
Ik begrijp mensen die veel in het buitenland golfen wel. Het zijn totaal andere banen dan in Nederland, met heuvels, kleine bergpartijen en afwijkende bunkers. Ook leuk: de golfshops. Op Mallorca verkopen ze zoveel geestige gadgets en fijnere golfkleding dan bij de clubs in Nederland. Minder tuttig, kleurrijker en de keuze is reuze.
De tweede dag gaan we naar Pula golf. Net een tikkeltje minder professioneel opgebouwd, maar het heeft een unieke, eigen sfeer. Het clubhuis is in haciëndastijl opgetrokken, de bezoekers zijn een tandje minder topatleet. Ook hier staat een buggy met een damesset gereed voor ons. “I think I can get used to this”, zeg ik tegen Neil. “I can see that”, antwoordt hij droog.
Voor een hoge handicapper als ik, is het op Pula rustig ademhalen. En dat doet mijn spel meteen goed, merk ik. Wel voelen we de hete adem van drie oudere, wederom Duitse, vrouwen in de nek. Maar sneller gaat het eenvoudigweg niet: het Spaanse trio voor ons, is na hole 8 flink in tempo gekelderd.
“Calma, calma”, zeg ik tegen Neil, die de volgende hole zuchtend naast me zit omdat we moeten wachten. “Dus dit is slow play”, zeg ik terwijl ik m’n zonnebril erbij pak en geniet van de zon op mijn huid. ”Ja”, knikt Neil. “Valt me reuze mee”, concludeer ik. “Hier op Mallorca is het geen probleem, Maaike, maar thuis wil je dit niet, in wind en al die regenbuien.”