Het is eigenlijk zo logisch als wat: met je camper op de golfbaan staan. De omgeving is mooi, het restaurant en de bar op steenworp afstand, de handdoeken liggen klaar in de kleedkamer, de douches zijn warm én je kunt, als je naar buiten stapt, meteen golfen. Bovendien zijn er vaak wandel- en fietsroutes in de buurt voor als je een dagje wat anders wilt doen. Wat wil je nog meer?
Dirk-Jan Vink, voorzitter van de NVG en directeur van Golfbanen Landgoed Welderen en Bleijenbeek, zag meteen de voordelen van camperplekken aan zijn banen. “Het merendeel komt golfen, maar er zijn er ook die weinig met de sport hebben en voor de natuur komen. Wandelen en fietsen. Ze eten in ons restaurant en gebruiken de douches en kleedkamers, waar inderdaad altijd de handdoeken te gebruiken zijn.”
Voor een gezonde exploitatie moeten banen verder kijken
Het is niet toevallig dat Dirk-Jan Vink een van de voorlopers hierin is. De NVG en de NKC (Nederlandse Kampeerauto Club) hebben eerder gekeken of er iets te combineren valt, nadat bleek dat 6 tot 8 procent van de NKC-leden golfliefhebber is. De NKC heeft het aantal leden in de afgelopen jaren fors zien toenemen tot zo'n 55.000. Het zijn vooral babyboomers, die met pensioen gaan, vermogend en hoger opgeleid zijn.
Een camperplek bij een golfbaan creëren vergt een kleine investering; lastiger is het aanvragen van een vergunning. In Nederland mag je je camper niet overal neerzetten (in tegenstelling tot in de meeste andere Europese landen) maar moet er voor elke plek een vergunning worden aangevraagd. Het NKC heeft hierin veel ervaring en helpt organisaties (c.q. golfbanen) in hun contact met de gemeente.
Maar als dat eenmaal geregeld is, zijn de kosten en moeite te verwaarlozen. Zeker vergeleken met wat het oplevert: een nieuwe doelgroep die gebruikmaakt van golfbaan en horeca. Op de website van NKC campercontact.com (waar camperlocaties te vinden zijn) kun je zoeken op het sleutelwoord golf. Je vindt er ook reviews en cijfers.
Jelle Paauw, voorzitter van de afdeling Toerisme bij de NVG en manager bij de Drentsche Golf & Country Club, ziet ook kansen. “Voor een gezonde exploitatie moeten banen verder kijken. Toeristisch aanbod is geen oplossing, maar kan wel een goede aanvulling zijn. De investering voor onze camperplekken was niet hoog. We hebben stroompaaltjes neergezet en die kosten bij elkaar minder dan 1.000 euro. De plekken staan niet continu vol, maar er is een gestage groei van het aantal kampeerders. Het leuke is dat er ook buitenlanders tussen zitten.”
Op drie andere clubs in de buurt (De Semslanden, Hooge Graven en De Gelpenberg) zijn ook camperplekken. “We werken al samen, onder meer via de Drentse Greenfeecarroussel, en met dat aanbod in het achterhoofd hebben we een succesvolle campertrail georganiseerd. Voor een gereduceerd tarief speelden de camperaars op de vier banen en overnachtten vanzelfsprekend in hun eigen camper naast de verschillende banen.”
GOLF.NL nam eens een kijkje bij de Drentsche G&CC en trof daar zowaar in een camper naast de tee vier Belgische golfvrienden aan (foto boven dit artikel). Zij kiezen elk jaar een golfbaan op een afstand van niet meer dan 600 kilometer en rijden daar met een gehuurde camper naartoe. Elke dag spelen en overnachten ze op een andere golfbaan die maximaal 200 kilometer van elkaar vandaan liggen. In december hebben ze de planning voor de volgende reis al klaar. Ze vragen de golfbanen vooraf of ze terecht kunnen met de camper.
Een ontbijtservice zou helemaal het einde zijn
Bill: “De golfbanen zijn tot nu toe heel enthousiast. En waarom ook niet? Het enige wat wij willen is met de camper zo dicht mogelijk bij de golfbaan staan. Daartegenover staat dat we goede klanten zijn: we maken gebruik van alle faciliteiten van de golfbaan. We ontbijten, lunchen en dineren in het restaurant, we kopen greenfees en na het golfen borrelen we nog even op het terras. Alleen slapen doen we in de camper en met mooi weer zitten we ’s avond nog even onder de luifel met een pintje na te genieten van een heerlijke dag golf. De volgende dag rijden we door naar de volgende baan.”
Wat nog beter zou kunnen? “Een ontbijtservice zou helemaal het einde zijn”, zegt Wim, “waarbij ze verse broodjes en koffie voor je camper neerzetten!”