Tips

Vijf veel gemaakte fouten

Sla je ook wel eens een slice? Of een topper? Veel amateurs maken dezelfde fouten. Richard Kind laat bij vijf van de meest voorkomende zien hoe het komt en ... wat je eraan kunt doen.
Beeld: Ronald Speijer

Beeld: Ronald Speijer

1. Slecht contact met chippen

Oorzaak: Te steil en met de handen ver voor de bal inkomen
  

Drill: Je wilt de handen bij impact iets voor de bal hebben en de bal als het ware van de grond vegen. Een perfecte drill om dat gevoel te krijgen is deze. Steek een tee in de grond tot-ie ongeveer een centimeter boven de grond uitsteekt. Probeer de tee weg te vegen met je wedge zonder een plag te slaan. Doe dat een paar keer. Vervolgens steek je de tee in de grond een paar centimeter achter de bal. Raak met dezelfde veegbeweging de tee en de bal. Je zult zien dat de bal met een mooie boog de lucht in gaat. Het grote voordeel van deze chiptechniek is dat het resultaat nog altijd prima is als je niet helemaal zuiver contact maakt. 

2. Slice

Oorzaak: Er zijn diverse redenen voor een slice, maar deze zie ik heel vaak: een te steile backswing, de handen zitten niet genoeg achter het lichaam en daardoor is er te weinig rotatie van het lichaam. Gevolg: een beweging van buiten naar binnen en de downswing starten vanuit de armen.

Drill: Pak een bal en laat ’m in de top van de backswing achter de rechterschouder vallen, de handen zitten dan automatisch meer achter het lichaam. Pak nu een club en probeer diezelfde positie van de handen in de backswing te voelen. Je krijgt zo een betere lichaamsrotatie en kunt in de downswing de bal mooi van binnen benaderen. 

3. Slechte impactpositie, geen compressie op de bal

Oorzaak: De bal de lucht in willen scheppen, op rechts blijven hangen, de handen zijn achter de bal bij impact, je raakt eerst de grond en dan pas de bal.

Drill: Plaats een tourstick tussen grip en vingers en maak een korte achterzwaai waarbij de armen zo recht mogelijk blijven in de backswing en doorzwaai. Op impact wil je de handen voor de bal hebben en druk voelen op je linkervoet. Maak de swing steeds iets langer wanneer je merkt dat je goed contact maakt met lekker veel compressie. Een te lange swing kan natuurlijk niet, want dan komt de tourstick tegen je lichaam.

4. Te weinig controle over het clubblad

Oorzaak: Veel amateurs draaien het clubblad open in de backswing.

Drill: Voel in de backswing dat het logo van de linkerhandschoen langer naar de bal blijft wijzen (voor een rechtshandige speler). Ook een goede drill is een tee in de handschoen plaatsen zoals op de foto. Als de shaft parallel is aan de grond in de backswing wijst de tee naar de grond, niet naar de lucht. 

5. Geen goed contact bij pitches

Oorzaak: Slecht en niet vloeiend tempo. Veel amateurs hebben moeite met pitches van een meter of dertig tot vijftig. Uit angst te ver te slaan houden ze in, of er wordt heel haastig naar de bal geslagen. Een rustig, vloeiend ritme is essentieel voor goed contact bij dit soort slagen.

Drill: Maak een aantal oefenswings met één hand en probeer te voelen dat de lengte van de zwaai en het gewicht van de club het werk doen. Gebruik dus zo min mogelijk kracht (niet knijpen). Sla vervolgens wat ballen met alleen je rechterarm en neem dit mooie vloeiende tempo mee in je normale beweging met de club. Om het tempo beter te maken, kan tellen ook helpen waarbij bijvoorbeeld een-en-twintig de backswing is en twee-en-twintig de eindpositie.

  
Lees meer over
Instructie Golftips