Een slice heeft een balvlucht met een sterke bocht naar rechts. De belangrijkste oorzaak van een slice is een verkeerde swingrichting, namelijk van buiten naar binnen en/of extreem naar links. Het clubblad staat vaak wel recht op de doellijn. De kunst is dus om je blad gelijk te houden maar de swingrichting rechter of naar rechts te bewegen.
John Boerdonk: Leg een extra bal schuin rechtsachter de bal die je gaat slaan. Dit dwingt je om je swingrichting rechter of meer naar binnen te verplaatsen. Kom je toch van buiten, dan raak je beide ballen.
Een verkeerde swingrichting kan ook veroorzaakt worden doordat je te weinig indraait (schouderrotatie) in de takeaway (het begin van de swing waarbij je de club wegneemt).
Dirk Sandee: Prik een tourstick 4 à 5 meter voor je in het gras. Neem de set-up in en zorg dat de rechterschouder iets lager staat dan de linker om het wegdraaien makkelijker te maken. Draai nu je rechterschouder goed weg, zorg ervoor dat je linkerschouder onder de kin komt en sla dan rustig de bal weg, langs de rechterkant (!) van de tourstick. Als het goed is, buigt de bal naar links dankzij de goede swingrichting.
Als je ervoor zorgt dat je dat je clubblad meer gesloten staat in de top van je achterzwaai, zal de zwaaibaan automatisch rechter zijn.
Hiddo Uhlenbeck: Zorg dat je jezelf kunt zien in een spiegel en maak een achterzwaai. Bekijk hoe je clubblad staat ten opzichte van de grond in de top van de zwaai. Wijst de teen van de club recht naar beneden, dan staat het clubblad open. Ligt het slagvlak van de club meer horizontaal, alsof je er een drankje op kan zetten, dan staat het clubblad meer gesloten. Je kunt je beide posities opzoeken door de stand van je linkerpols (voor de rechtshandige golfer) aan te passen. Wanneer je je pols naar achteren knikt, komt het clubblad open te staan. Als je je pols naar voren knikt zodat de rug van de hand boller komt te staan, blijft het slagvlak meer gesloten. En dat gesloten blad helpt automatisch om de zwaaibaan meer van binnen naar buiten te laten gaan.
Bij een golfer die veel slices slaat, kan het helpen om hem/haar te leren een hook (het tegenovergestelde: een balvlucht met een sterke bocht naar links) te slaan. Als je dat kan, dan kan je ook de gulden middenweg vinden en een draw slaan. Vaak zie je zelfs dat als je het probeert, dat er al vanzelf een mooie draw (een bal die op rechts vertrekt en naar links terug komt richting het doel) op de bal komt in plaats van een hook.
Roel Verdonschot: Een goede manier om het gevoel van een hook te oefenen is met een tennisracket en een paar tennisballen. Het mooie van tennis is dat als je met topspin wilt slaan, dat dit altijd lukt, en er nooit ongewenst een slice uitkomt. De bal kan in het net eindigen of uit gaan, maar de bal zal nooit slicen. In golf is dat anders en gebeurt het vaak dat je een slice slaat terwijl je juist voor een draw ging. Als je een tennisbal met topspin wilt slaan, hoe doe je dat dan? Net als bij golf is het zo dat het tennisracket een beetje dichtstaat ten opzichte van de zwaaibaan. Heb je een tennisracket in huis? Probeer met een tennisracket een paar topspinballen te slaan. Neem het gevoel dat je daarbij hebt mee naar de golfbaan (of neem je tennisracket mee naar de driving range) en probeer dezelfde beweging te vertalen naar de golfswing.