Mentale weerbaarheid: krachtig wapen

Stel je voor dat je op de eerste hole staat van de 18 die je gaat spelen. Je let op je ademhaling. Langzaam adem je drie keer in en drie keer uit. Nu ga je visualiseren. In je hoofd zie je jezelf de bal opteeën. Je ruikt het gras, je hoort de wind en je voelt de club in je handen. Je ziet voor je hoe je je club naar achter haalt en hoe je vervolgens door de bal heen slaat en hem na kijkt. En daar gaat ie: niet eens een béétje in de buurt van de fairway. Nee, midden in de dichtbegroeide struiken. Absoluut onvindbaar. Je wilt wel door de grond zakken. Je eerste slag en dan zo’n misser. Op de eerste hole, met nog 17 te gaan.

Hoe ga jij om met deze tegenslag? Hoe mentaal weerbaar ben jij?

Mentale weerbaarheid

Mentale weerbaarheid is het vermogen om te kunnen gaan met tegenslag, teleurstelling, stress en druk. Veel golfers laten zich door een slechte bal uit het veld slaan. Mentaal weerbare sporters zijn echter in staat om tegenslagen als zo’n afzwaaier op de eerste hole snel achter zich te laten. Zij laten het hoofd niet hangen en kunnen zich snel weer focussen op hun volgende taak. Is dit een karaktertrek, aangeboren eigenschap of kun je het leren?

Tips

Het zal ongetwijfeld deels in je karakter zitten, maar je kunt je mentale veerkracht zeker ook leren. Goed nieuws dus. Wat moet je doen als je een bal shankt, topt, het water of de bosjes in slaat, of anderszins verprutst?

1. Het verleden is het verleden

   Bedenk: het verleden is het verleden. Het is een open deur, en wat we er precies mee bedoelen is dat als je de bal eenmaal geslagen hebt, je er toch echt niets meer aan kan doen. Het enige dat je kunt beïnvloeden, is wat er daarna gebeurt. Een slim idee is om jezelf toe te staan kort te balen van die mishit om je daarna te herpakken. Tiger Woods gebruikte hiervoor zijn 10-yard-line-techniek. Hij mocht nadenken over zijn slecht geslagen bal tot hij een denkbeeldige lijn overstapte op 10 yards (bijna 10 meter) van zijn bal. Met het overstappen van de lijn zorgde hij dat zijn geest weer leeg was en dat hij klaar was voor zijn volgende slag.
   
   In plaats van die denkbeeldige lijn kun je bijvoorbeeld ook even een slok water nemen of je schoenveters herstrikken. Zodra die dubbele knoop er weer in zit, moet je je vorige slag vergeten zijn.

2. Geef niet op

   Zo snel als het geluk zich tegen je kan keren, zo snel kan het ook terugkomen. Veel golfers geven te snel op. Maar vergeet niet dat je niet voor niks een handicap hebt en dat je waar je eerst missers sloeg ook ineens fantastische ballen kan slaan. Zo kan die onverwachte dubbele bogey op de eerste negen holes prima gecompenseerd worden met twee onverwachte birdies op de tweede negen. Zolang je niet opgeeft, heb je altijd kans op gelukjes om je missers goed te maken.
   
   Als je je ronde serieus aan het verpesten bent en je weet dat je ver onder je handicap gaat spelen, of die wedstrijd duidelijk niet meer gaat winnen, dan kun je altijd nog je doelen veranderen of nieuwe dingen te proberen. Misschien kun je je doel veranderen van een ronde onder je handicap spelen naar een ronde waarbij je op de greens nooit meer dan twee putts nodig hebt. Of je focust enkel nog op het beperken van de schade door minder risico te nemen dan je normaal zou doen en altijd de veilige weg naar de green te kiezen. Ook kun je een 'verloren' ronde aangrijpen om die nieuwe grip eens te proberen, of juist een andere manier van putten te testen.

3. Train je aanpassingsvermogen

   Je traint je drives, chips, pitches en putts, je staat urenlang op de drivingrange en op de oefengreens. Vele uren welbesteed! Maar train je ook je slagen vanuit moeilijke liggingen? Vanuit de hoge rough, van achter een boom, vanuit de bosjes? Als je deze specifieke slagen ook traint, zul je er minder door worden overvallen als je bal tijdens je ronde op zo’n lastige plek belandt. Je zelfvertrouwen zal niet meteen een vrije val maken en je raakt minder snel gefrustreerd. In plaats daarvan kun je vertrouwen op je training en de wetenschap dat je de bal prima kan spelen vanuit zelfs de beroerdste liggingen.
   

4. Let op je woorden

   Wat zijn de eerste woorden die uit je mond vliegen als je als je een slechte bal hebt geslagen? Het zal vast niks vriendelijks zijn. Misschien weet je ze nog net binnen te houden, maar het effect is hoe dan ook hetzelfde: je gaat er niet beter van spelen. Sterker nog, kans is groot dat je precies zo slecht gaat spelen als de woorden die je net gesproken hebt: ‘altijd maar weer die afwijking naar rechts’, ‘ik kan ook voor geen meter chippen’ en ‘het lukt me nooit om in één keer uit de bunker te komen’.
   
   

   'Wat je aandacht geeft, groeit'

   
   Waarom is dit zo? Je onderbewustzijn neemt de woorden die je uitspreekt of denkt, voor waar aan. Wat je denkt, ga je op een gegeven moment geloven, waarna je ernaar gaat handelen. Wat je aandacht geeft, groeit. Gelukkig kun je deze negatieve gedachten en woorden vervangen door positieve affirmaties. ‘Ik heb dit zo vaak getraind, ik kan dit gewoon!’. Of: ‘Niks aan de hand, kan een keer gebeuren, volgende bal sla ik gewoon weer goed’. Probeer het maar eens, je zult zien dat je op deze manier veel minder van slag raakt van een slechte bal.

5. Relativeer!

   En ten slotte, als al het bovenstaande niet lukt of helpt, kun je altijd nog je toevlucht nemen tot relativeren. Het is voor veel golfers moeilijk voor te stellen, en al helemaal vlak nadat die bal in het water is beland, maar echt: er zijn ergere dingen op de wereld. Het is aan te raden om altijd wat van dit soort ergere dingen  – voor iedereen zijn deze anders – paraat te hebben om een beroep op te doen als het enige dat je nog rest relativeren is.