Ze zijn er niet in overvloed maar er loopt wel degelijk Nederlands golftalent rond. Met ambitie en gesteund door hun ouders. Benjamins droomdoel is spelen in de Ryder Cup.
“Ik was zes jaar toen ik met golf begon, mijn ouders hebben een huis aan een golfbaan in Portugal. Ik heb ook veel andere sporten gedaan, vooral tennis, voetbal en hockey, vanaf mijn twaalfde ben ik me echt op golf gaan richten. Ik ben voor mijn leeftijd altijd lang en groot geweest en sloeg de bal soms wel veertig meter verder dan mijn leeftijdgenoten, dat vond ik het leukste aan golf. Om kinderen aan het golfen te krijgen moet je het meer als teamsport organiseren, denk ik. Maar dan nog, tegenwoordig heb je zo veel huiswerk, je moet ook tijd hebben om te golfen. Ik heb het NK t/m 12 jaar gewonnen en drie keer het NK t/m 15 jaar. Mijn droomdoel is spelen in de Ryder Cup, die sfeer vind ik zo geweldig. Vanwege de Ryder Cup is Ian Poulter een van mijn favoriete golfers, hoe hij uit zijn dak gaat, prachtig om te zien. In de Ryder Cup zou ik mijn emoties waarschijnlijk ook niet kunnen beheersen, maar ik probeer op de golfbaan juist heel rustig te blijven. Dat vind ik mooi aan Brooks Koepka, hij wint al die majors maar toont nauwelijks emotie, heel cool. Ik ga dit jaar van 4 vwo naar 5 havo. Als ik mijn diploma heb gehaald, ga ik in Amerika golf en studie combineren. Daar kennen ze het verschil tussen havo en vwo niet. Kan ik net zo goed havo doen, is makkelijker en heb ik meer tijd over voor golf. Er zijn al diverse universiteiten in de VS die interesse in mij hebben getoond. Na Amerika wil ik pro worden. Een plan-B als het mislukt heb ik niet, ik ga ervan uit dat ik het als golfer ga redden, dat geloof moet je gewoon hebben. Ik heb me de laatste jaren heel goed ontwikkeld, zeker ook door de steun van de NGF. Vorig jaar haalde ik scratch, inmiddels is mijn handicap gezakt naar +1,8. Mijn broertje speelt voetbal bij FC Utrecht in de onder 13, hij wil profvoetballer worden. Mijn moeder rijdt hem vijf keer per week naar de trainingen, mijn vader is veel bij mij. Tijdens wedstrijden is hij vaak zenuwachtig, als ik een slechte bal sla moet hij bijna aan het infuus. Ik vind dat wel grappig, zeg altijd dat hij zich niet zo druk moet maken. Mijn vader leeft gewoon heel erg mee en dat vind ik alleen maar mooi.”