Column: Hard werken in golf
Nederlandse golftalenten werken niet hard genoeg en daarom halen ze de top niet. Dat wordt vaak verkondigd. De vraag is of het ook zo is. Als we bondscoach Maarten Lafeber mogen geloven wel. In een interview met GOLF.NL (zie de video onder dit stukje) antwoordt Lafeber op de vraag of Nederlandse talenten hard genoeg werken: ‘Nee, ik denk niet dat ze hard genoeg werken. En ze zullen het niet leuk vinden dat ik dat zeg.’
Na ruim twee jaar bondscoachschap komt Lafeber tot die harde conclusie. Er zijn een paar talenten (m/v) die in de ogen van de bondscoach wel keihard werken, maar bij veel andere jonge golfers met ambitie mist hij de echte toewijding. Als simpele golfstukjesschrijver ga ik de mening van bondscoach Lafeber – vijftien jaar op de European Tour, winnaar KLM Open 2003 – natuurlijk niet in twijfel trekken. Toch vind ik het moeilijk te geloven dat onze talenten niet hard (willen) werken. De vraag is: weten ze wat hard werken inhoudt?
Bunker
Wat voor de één een beetje flierefluiten is, is in de ogen van de ander misschien wel serieus aanpoten. Ik vind dat ik voor de paar uurtjes die ik betaald krijg bij GOLF.NL redelijk hard werk. Mijn GOLF.NL coaches zien dat soms een beetje anders, die vinden dat naast al die stukjes over Joost Luiten, de instructieartikelen, de interviews en nog zo wat, er minimaal met enige regelmaat een boeiend podcastje bij mag, meer diepgravende stukken die golfers aanzetten tot vaker en beter spelen en toch zeker ook iedere week een column die als het even kan reacties oproept bij de lezers van GOLF.NL.
Wanneer werk je hard als golftalent? Lafeber is er duidelijk over: ‘Spelers die langs gaan bij hun puttcoach, swingcoach, fysieke coach en mentale coach vinden dat ze heel hard hebben gewerkt. Ik vind dat niet meer dan controleren van je techniek en fysiek. Hard werken is twee uur in een bunker gaan staan en tweehonderd ballen uit het zand slaan.’
Twee uur trainen in een bunker, ik denk dat ik aardig in de buurt kom. Maar dan wel in een jaar of 35 golf spelen. Ik hoef mijn geld gelukkig niet in bunkers te verdienen. Onze toptalenten gaan dat hopelijk wel doen. Maar dan moet er dus wel veel meer arbeid geleverd worden. Aan Lafeber en zijn coachteam om de jongens en meisjes duidelijk te maken wat hard werken in golf wérkelijk betekent.
Patrick Reed
De talenten af en toe iets laten lezen over de achtergrond van wereldtoppers kan misschien ook helpen. Patrick Reed won onlangs de Masters. In een interview met het tijdschrift Golf Digest vertelde Reed hoe hij als mannetje van negen jaar trainde op een drivingrange in Texas waar hij door zijn ouders naar toe werd gereden en aan het einde van de dag weer opgehaald.
‘I'd get there at 7:30 in the morning on snowy days, turn on the heater and hit until noon. I'd go inside, eat a cheeseburger, then resume hitting until dark. You know those huge pails of balls the size of laundry baskets? I'd go through four of those a day. I'd get these world-class blisters on the fourth finger of both hands. I went through a lot of pain. I felt like I was paying a price. I don't think you can hit as many balls as I did without getting to be pretty good.’
Niet twee uur per dag ballen slaan maar een uur of acht, negen, tot bloedende handen aan toe. En de volgende dag als er geen school was gewoon weer. En dat jaar in jaar uit. Reed betaalde die prijs en werd er voor beloond met het groene jasje waar iedere golfer van droomt.
Kritiek
Er is kritiek op bondscoach Lafeber, zoals er in bijna alle sporten op alle bondscoaches kritiek is. Of die kritiek terecht is of niet, dat is een mooi onderwerp voor een andere column. Dat Lafeber onze talenten probeert aan te zetten tot veel harder werken lijkt me hoe dan ook winst. Ik ga er ook een klein schepje bovenop doen, in ieder geval tot het einde van het golfseizoen wekelijks een column tikken op GOLF.NL. Alleen volgende week even niet. Dan lig ik, terwijl onze Nederlandse golftalenten hopelijk uren staan te zweten in een bunker, op een strandbedje op warm Zuid-Europees zand.
Gerard Louter
Kijk hier naar het interview met bondscoach Maarten Lafeber
