Jan Gijzen (head groundsman FC Utrecht): “Elke week pieken”
Beeld: Koen Suyk
Erwin Beltman (grasmeester Feyenoord) en Floor Drissen (assistent head groundsman): “Werken is zweten”
Beeld: Koen Suyk
Henk Schreuder (head groundsman Heerenveen) - “Ik kan niet zonder holecutter”
Beeld: Koen Suyk
Henry de Weert (head groundsman): “Een grote green”
Beeld: Koen Suyk

De meesters van het heilige voetbalgras

4 april 2017 Redactie GOLF.NL
Feyenoord – FC Twente in De Kuip, waterig lentezonnetje, prachtige grasmat. Die mat ligt daar niet zomaar. Dat is hard werken. Veel oud-greenkeepers weten dat als geen ander nu ze grasmeester zijn bij een voetbalclub. Elke week pieken, voor je eigen voetbalclub, met de focus op één grote green. Een droom die uitkomt.

Jan Gijzen (head groundsman FC Utrecht) - “Elke week pieken”

In de jaarlijkse ranglijst van beste velden volgens de aanvoerders van eredivisieclubs staat FC Utrecht op de vierde plaats. De 33-jarige Jan Gijzen is hoofdverantwoordelijk voor deze grasmat. Zijn carrière begon vroeg; hij werkte al jong op golfbanen als hulpje van zijn vader die hoofdgreenkeeper was. Jan werd later namens aannemer De Ridder hoofdgreenkeeper bij Kagerzoom en later voor aannemer Agrec Zelle op 't Zelle. Sinds vorige zomer verzorgt de inwoner van Maartensdijk het gras van FC Utrecht, op het hoofdveld in het stadion en de trainingsvelden.

“Ik zag de vacature en besloot te reageren. Ik hou wel van nieuwe uitdagingen. Bovendien ben ik voetballiefhebber en fan van FC Utrecht.” De overstap bevalt goed. “Ik heb geen moment spijt. Op een golfbaan moet je de baan op een hoog niveau houden en enkele malen per jaar in topconditie hebben, bij clubkampioenschappen bijvoorbeeld. Op dit veld – hier speelt niet alleen het eerste maar ook Jong Utrecht – moet je elke week pieken. Ik kan me nu focussen op een terrein van ruim 105 bij 68 meter en er is geen gevaar dat ik een golfbal in m'n nek krijg!”

Of het nu gaat om greens of een voetbalveld, liefde voor het vak is een vereiste: “Ik werk vroeg, laat en in de weekenden. Er zitten heel hectische weken bij en ik ga ook met Kerstmis even checken of er geen schimmel in het gras zit.” Jan en de andere vier groundsmen gebruiken handmaaiers (zoals op de foto) voor het hoofdveld. “Die maaien net wat secuurder en mooier dan machines waarop je zit. In het beste geval maai je golfgreens ook met een handmaaier. Maar greens worden op zo'n 5 millimeter gekortwiekt, voetbalgras op 2,2 centimeter of iets hoger.”

FC Utrecht heeft zoals veel andere topclubs een hybride veld, er zitten kunstvezels in die de natuurlijke grasmat verstevigen. Het veld heeft net als een golfbaan drainage om regen af te voeren. En ook wordt voetbalgras wordt geveegd (de dauw eraf), beregend, bemest, geprikt, bezand, gerold (gewalst) en doorgezaaid. Voor dat aanvullend zaaien gebruikt Gijzen extra krachtig zaad van het Nederlandse bedrijf Barenbrug, een van de grootste graszaadondernemingen ter wereld, die aan het merendeel van de golfbanen én voetbalstadions levert. “Nederland loopt op het gebied van duurzaam onderhoud voorop vergeleken met het buitenland en golf is weer iets verder dan voetbal.”

Erwin Beltman (grasmeester Feyenoord) en Floor Drissen (assistent head groundsman) - “Werken is zweten”

Erwin Beltman stapte in 2013 na achttien jaar over van een topclub in golf (de Koninklijke Haagsche) naar een topclub in voetbal, Feyenoord. De ‘tweede man’ op de club, Floor Drissen, komt ook uit de golfwereld (assistent-hoofdgreenkeeper op De Golfhorst en De Peelse). Ze zijn verantwoordelijk voor het heilige gras in De Kuip. En voor vier andere velden.

“De andere velden zijn heel belangrijk”, zegt Beltman meteen. “Als die goed zijn, is er geen behoefte om binnen in het stadion te trainen. Het hoofdveld wil je sparen voor de wedstrijden.” 

Beltman speelde in zijn beste tijd van handicap 2,3. Zijn golftas staat nu naast de koffieruimte van de onderhoudsploeg, en er zit stof op. “Ik mis het golfen wel maar heb er geen tijd meer voor”, zegt de 41-jarige inwoner van Katwijk. Hij heeft zich volledig gestort op zijn baan als grasmeester. “Je hebt in dit vak passie nodig”, zegt hij. Limburger Floor beaamt dat, hij is naar Rotterdam verhuisd: “Dat kon niet anders. Als Feyenoord thuis speelt, maak je lange dagen.” 

Het speelschema en het weer bepalen hun werk. “Het stadion heeft geen dak dus je hebt te maken met wind en regen. We moeten tien maanden per jaar een constant hoog niveau halen en het veld is honderd procent natuurgras, er zitten geen kunstvezels in. Dus het is de kunst om gezonde graswortels te creëren.” Het is volgens Beltman een trend dat er steeds meer voetbalgrasmeesters zijn met een achtergrond in greenkeeping. “In Engeland is dat ook het geval, het niveau in de golfwereld ligt iets hoger dan in voetbal.”

Beiden zijn gek van voetbal. Toch was de overstap van golf naar voetbal even wennen. “Een groot verschil is dat vijftigduizend toeschouwers meekijken hoe het veld er bij ligt, plus alle televisiekijkers”, zegt Beltman. “Een ander verschil is de schade die voetballers maken; ik wist de eerste keer niet wat ik meemaakte!” Het voetbalveld wordt onmiddellijk na een wedstrijd gerepareerd en dat gebeurt onder meer met harken zoals Beltman en Drissen op de foto vasthouden. Zo nodig worden grastransplantaties uitgevoerd. “We hebben naast het stadion een nursery met graszoden, zoals golfbanen dat ook hebben.”

Vroeger besteedde Feyenoord werkzaamheden uit, onder Beltman is dat veranderd. Drissen werd naar Feyenoord gehaald en er werden eigen machines aangeschaft. Met als resultaat dat de grasmat van De Kuip in de afgelopen drie jaar is uitgeroepen tot de beste van de eredivisie. Beltman: “De tendens in de graswereld is ‘meten is weten’ maar ik zeg altijd ‘werken is zweten’. En de spelers geven aan of het goed is. We winnen de schaal voor het beste veld vooral door de inzet van het hele team, in totaal zes man plus vrijwilligers. En door goede communicatie. Met de stadionmanager, elftalbegeleider en hoofdtrainer. En ik praat ook vaak met Dirk Kuijt. Hij golft ook, ja.”

Groundsman Beltman is zonder twijfel de bekendste grasman van Nederland. Bij de bekerfinale Ajax-PEC Zwolle van 2014 in De Kuip verscheen hij live op televisie nadat Ajax-fans met vuurwerk het gras hadden beschadigd. “Ik zei dat ik me vooral zorgen maakte over de komende competitiewedstrijd van Feyenoord omdat ze tweede konden worden. Dat was voor mij het belangrijkste.” Dankzij die opmerking kon hij op veel sympathie rekenen en in de competitiewedstrijd na het vuurwerk juichte de hele Kuip voor hem. Sindsdien is Beltman min of meer beroemd.

Er zijn weken dat het gras veel te verduren heeft, bijvoorbeeld als reguliere eredivisiewedstrijden in dezelfde week vallen met interlands, Europees voetbal of bekerwedstrijden. Er worden ook concerten en andere evenementen gehouden en daarom wordt de hele grasmat elke zomerstop vervangen door een nieuwe van leverancier Hendriks Graszoden. Feyenoord-supporters kunnen dan een stukje van de oude mat kopen. In 2014 ging een deel van de grasmat naar een overleden Feyenoord-fan op de Zuiderbegraafplaats. Supporters kunnen sindsdien regelen dat zij hun laatste rustplaats vinden onder de groene zoden van De Kuip.

Henk Schreuder (head groundsman Heerenveen) - “Ik kan niet zonder holecutter”

De Fries Henk Schreuder was greenkeeper in Nieuw-Zeeland en bij Heidemeer, de golfclub vlakbij schaatstempel Thialf en maakte al op zijn 26ste – tien jaar geleden – de overstap naar de voetbalclub van Heerenveen. Een droom kwam uit voor de seizoenkaarthouder: “Iedereen hier zet zich in voor de club. Van de receptioniste tot het onderhoudsteam. Wij willen voor die jongens een topveld neerleggen; alles voor drie punten! Want als we winnen, is iedereen dolblij – en ik ook!”

Schreuder werd aangenomen vanwege zijn bodem- en graskennis die hij op golfbanen opdeed. De oud-greenkeeper heeft op de foto een holecutter in zijn hand, een apparaat waarmee je op een green de hole voor de cup en vlaggenstok maakt. Iedere groundsman met een greenkeepersverleden gebruikt dit apparaat. “Ik gebruik het om een slecht stukje te repareren. Ik haal een 'hole' uit het veld en vul dat gat met een plug die ik gestoken heb op een goed stukje gras. Ik gebruik de holecutter ook wel om de bodem te controleren. Ik kan niet zonder.” 

Op de dag van ons bezoek aan het Abe Lenstra Stadion heeft Henk met een late winterse bui te maken. Sneeuw is de grootste vijand; het gras gaat broeien, wat tot schimmels leidt. En het kost tijd om sneeuw weg te krijgen ondanks de veldverwarming die elke eredivisieclub met natuurgras verplicht heeft. “25 centimeter onder het gras lopen verwarmingsbuizen en daardoor is het aan de oppervlakte zo'n zeven graden en blijft het veld vorstvrij. Enkele jaren geleden was het hier min 17 graden maar het veld was goed te krijgen.”

Net als zijn collega-grasmeesters is Schreuder helemaal gek van zijn vak. “Bij een voetbalwedstrijd op televisie zit ik eerst een kwartier naar het veld te kijken. Er is niks mooiers dan strak gemaaide banen of blokken. Wij doen de lijnen niet met een sproeibus maar met een ouderwetse kalkwagen – omdat het mooier is. Eerst een touwtje spannen en dan de lijn trekken. De puntjes op de i.” 

Net als een hoofdgreenkeeper doet een groundsman niet alles alleen. De grasmeesters van de eredivisie houden elkaar op de hoogte via een WhatsApp groep: wat speelt er, wie heeft last van schimmels? Voor advies over graszaad en mest raadpleegt Schreuder Prograss, een bedrijf dat kind aan huis is bij golf- én voetbalclubs. Henk zelf komt nooit meer op een golfclub, een rondje spelen komt er gewoon niet meer van.

Henry de Weert (head groundsman FC Twente) - “Een grote green”

Henry de Weert trad in de voetsporen van zijn opa en vader. Hij werkte onder meer op 't Sybrook, de golfbaan in Enschede. Sinds 2010 is de 43-jarige inwoner van Apeldoorn groundsman en de Grolsch Veste van FC Twente is de juiste plek voor de juiste man: “Ik ben gek van voetbal, ik speel zelf ook nog steeds in een vriendenteam.”

Als Twente thuis speelt, moet het vriendenteam het zonder Henry doen, hij is dan dertien tot veertien uur in de weer in het stadion. “We hebben zo'n zes uur nodig om het veld wedstrijdklaar te maken. Vier uur maaien en dan nog de lijnen doen en de doelen erin zetten. In verband met televisieopnames wil ik twee uur voor aanvang voor de wedstrijd klaar zijn, dus dat betekent vroeg opstaan. En na de wedstrijd zijn we nog eens twee uur bezig met herstel van schade.” Het team van De Weert (drie man voor zes velden, vier gras en twee kunstgras) krijgt op een wedstrijddag hulp van vrijwilligers. “Daar zitten veel oud-greenkeepers van Sybrook bij, die komen uit de regio en zijn ook FC Twente-gek. Na afloop drinken we een biertje en zo hou ik contact met collega's uit de golfwereld.”

Op de foto staat De Weert naast grote mobiele rekken met assimilatieverlichting. “In grote en hoge stadions zoals dat van ons, waar plaats is voor dertigduizend toeschouwers, krijgt het gras niet genoeg licht. De lampen compenseren dat gebrek aan zonlicht. De warmte die de lampen geven is een bijkomend voordeel maar het gaat om het kunstlicht. Het is een innovatie uit de tuinbouw die is overgenomen door de voetbalwereld.” Assimilatiebelichting zou ook ideaal zijn voor golfbanen maar het kost nogal wat aan energieverbruik. “Het is misschien iets voor de toekomst. Men is nu led-groeilampen aan het ontwikkelen en dat gaat de kosten van assimilatiebelichting aanzienlijk drukken.”

“Ik beschouw het veld als een grote green. Ik heb veel voordeel van de kennis die ik als greenkeeper heb opgedaan, in de opleiding en de praktijk. Het grote verschil is dat dit gras minder kort gemaaid wordt en dat er na een wedstrijd veel schade is.” De mate van schade hangt sterk af van het voetbalniveau: “Een technische club als Ajax laat vooral de bal het werk doen. Het is anders als je een ploeg op bezoek hebt die het moet hebben van vechtvoetbal, met veel slidings en fysiek geweld. Bij wedstrijden in de eerste divisie is er in het algemeen meer schade dan in de eredivisie en vrouwen veroorzaken minder schade dan mannen.”

Voetbal heeft net als golf een stimpmeter waarmee je kan meten hoe snel het gras is, hoe ver de bal rolt. De KNVB gebruikt die wel eens, grasmeesters niet. Maar groundsmen prepareren het veld wel naar de wensen van de trainer. “Je moet in dit vak grasgek zijn en streven naar de maximaal haalbare kwaliteit, tachtig procent is niet goed genoeg. Maar je prepareert het veld ook nadrukkelijk in het voordeel van je eigen club. Wil het elftal een langzaam veld? Of moet er voor de wedstrijd en in de rust gesproeid worden waardoor het gras sneller wordt? Het is ook afhankelijk van de tegenstander. We hebben er altijd nauw overleg over met de elftalbegeleiders want er moeten punten behaald worden op het eigen veld!”

Dit artikel is ook verschenen in GOLF.NL Magazine 1 van 2017. 

Erwin Beltman (grasmeester Feyenoord) aan het werk:

en accepteer marketing cookies om deze video te kunnen bekijken.

}