Beeld: GOLF.NL
Equipment

Wat heb je als golfer aan clubfitting?

Beeld: GOLF.NL
Laten we eerlijk zijn: een golfuitrusting is niet goedkoop. Een nieuwe ijzerset van een van de bekende merken kost al gauw (meer dan) duizend euro. Daarom kan je maar beter zorgen dat wat je koopt ook helemaal bij je (swing) past. Om zeker te zijn van de juiste clubs is er maar één oplossing: clubfitting. De redactie van GOLF.NL ging op bezoek bij SGGT Europe, een unieke custom-fit studio op The Dutch, om uit te zoeken wat je als beginner en gevorderde golfer hebt aan clubfitting op tourniveau.

De kans is groot dat ze er ook op jouw club zijn: demodagen. Merk X toont op de driving range zijn waar en een week later is er een ander merk aan de beurt. Een uitstekende manier om kennis te maken met clubs als je een bepaald merk op het oog hebt. Waar wat als je op één dag merk X met merk Y wilt vergelijken? En hoe presteert de shaft van het ene merk in het clubhoofd van het andere merk? Dat moet kunnen dacht Scott Gourlay, die SGGT (Scott Gourlay Golf Technology) oprichtte en zijn fittingconcept naar Nederland bracht waar PGA Professional Robert Wootton op tourniveau clubs aanmeet. 

Beginners

Het eerste proefkonijn tijdens ons bezoek bij SGGT is collega Jaco (35), die sinds een jaar serieus speelt en inmiddels al een handicap heeft van 20. In tegenstelling tot wat veel golfers denken heeft een beginner als Jaco het meeste baat bij een fitting. 

‘Goede golfers weten wat ze nodig hebben’, zegt Wootton. ‘Dan gaat het meer om het fine-tunen van de balvlucht. Tiger Woods is zo goed dat hij zich prima redt met een langere of zwaardere shaft. Topspelers kunnen zich aanpassen, van beginners kan je dat niet verwachten. Bij spelers als Jaco die nog niet zo lang spelen, maar al wel een aardige swing hebben en een volgende stap willen zetten, kan je dus heel veel winst behalen.’

Met de ijzer-7 uit zijn online gekochte set van SkyMax, een populair merk onder beginners, slaat Jaco een aantal ballen. Robert zit achter zijn computer waar hij de eerste balvluchtgegevens van de ballen die Jaco slaat bekijkt. Hij stelt een paar vragen om erachter te komen wat voor golfer hij voor zich heeft. ‘Wat zijn je doelen? Hoe vaak speel je?’, vraagt hij. ‘Na een paar ballen weten we meestal al wel welke richting we op moeten voor de goede combinatie tussen clubhoofd en shaft’, zegt Wootton. En combineren kan bij SGGT. De fittingstudio hangt letterlijk vol met shafts en clubhoofden. Er zijn weinig merken die SGGT niet aanbiedt en in totaal zijn er zo’n 20.000 combinaties te maken. 

‘Als je clubs gaat kopen bij een van de grote golfmerken kan je kiezen uit een aantal standaard shafts. Wat wij hier doen kunnen zij niet. Het is simpelweg te duur om al die shafts aan te bieden. Er is een combinatie voor iedereen. Vorig jaar hebben we zo’n 400 sets verkocht, en niet één was er hetzelfde.’ 

Het geheim zit in het ingenieuze systeem dat Gourlay ontwikkelde waarbij elke shaft die aan de muur hangt in een handomdraai kan worden bevestigd aan een clubhoofd naar keuze. Als de juiste clubhoofd-shaft combinatie is gekozen worden de ‘specs’ – loft, lie, shaft, grip etc. - genoteerd en teruggestuurd naar Schotland, waar de clubs in elkaar worden gezet.

De basis

Wanneer is een clubfitting geslaagd? Een belangrijke factor is of de golfer beter in staat is om de bal midden op het clubhoofd te raken. Om het maximale rendement uit een slag te halen met een centered strike is de lie angle, de hoek tussen clubhoofd en shaft, heel belangrijk.

‘Als we kijken naar waar Jaco de bal op het clubhoofd raakt’, zegt Wootton, ‘zien we dat we hem heel erg helpen door de club iets meer upright te fitten, zodat hij de bal minder op de teen en meer in het midden van het clubblad raakt. Daarnaast wil ik dat hij een wat zwaardere shaft probeert, omdat de clubs van Jaco al redelijk zwaar zijn, en hij daar aan gewend is. Gezien zijn afmetingen heeft hij een shaft nodig die een halve inch langer is dan standaard.’

Over standaard gesproken: een standaard set uit het (internet-)schap lijkt ideaal voor beginners. Meestal niet duur en prima om mee te beginnen. Als nieuweling weet je immers nog niet of je de sport echt leuk genoeg vindt om tijd én geld te investeren. ‘Het grootste gevaar is echter dat je schade toebrengt aan je swing als je in het begin met te zware clubs speelt’, zegt Wootton. ‘Als je in de sportschool zware gewichten gaat heffen terwijl je dat nog nooit hebt gedaan is dat ook gevaarlijk. Dat geldt ook voor golfclubs en beginners. Je wilt voorkomen dat beginnende golfers gefrustreerd afhaken met een blessure veroorzaakt door verkeerd materiaal.’

Flex

Ten onrechte denken veel golfers dat de flexibiliteit van de shaft het belangrijkste is bij een fitting. Feit is dat het type van een shaft, bijvoorbeeld regular of stiff, niet is vastgelegd met standaardwaardes. In de praktijk kan een stiff shaft van merk X qua buigprofiel hetzelfde zijn als een regular of ladies shaft van merk Y. Het buigprofiel, de verdeling van de flex van de shaft (waar is de shaft stijf of minder stijf?), is doorgaans alleen belangrijk voor de golfer met een zeer hoge swingsnelheid en komt bij die kleine groep golfers pas later in het fittingproces aan bod.

‘Shaft flex is één element in het kiezen van een geschikte juist, maar zeker niet de belangrijkste’, zegt Wootton. ‘Gewicht is een hele belangrijke factor, en dat met name de verdeling van het gewicht in de shaft. Waar zit het balanspunt? Amateurs reageren op het gevoel en het balanspunt in de shaft. Dat bepaalt voor een groot deel of de bal midden op het clubblad wordt geraakt. Het verschil in totaal gewicht tussen Jaco’s eigen ijzer en die hij nu slaat is verwaarloosbaar, maar de balans in de shaft is volledig anders. De club voelt voor Jaco lichter aan omdat hij beter in balans is. Wat we na een paar ballen al kunnen zien is dat hij meer energie op de bal over kan brengen, wat betekent dat hij verder gaat slaan.’

Uiteindelijk is de winst voor Jaco – met een M4 ijzer van TaylorMade - ongeveer 10 meter aan lengte, en belangrijker, veel minder afwijking. ‘De clubhoofdsnelheid is hetzelfde, maar de balsnelheid gaat flink omhoog’, concludeert Wootton. ‘Dat heeft alles te maken met het feit dat hij de bal meer in het midden van het clubhoofd raakt. Als hij de bal toch een keer op de teen raakt zie je dat bal nog steeds ver vliegt. Dat is de werking van de vergevingsgezindheid van een modern clubhoofd.’

En wat vindt het proefkonijn zelf? ‘Het voelt stabieler en heel erg lekker als ik de bal raak’, zegt Jaco. ‘Al is het moeilijk onder woorden te brengen wat ik precies voel’, zegt hij over het gevoel tijdens het slaan, een van de belangrijkste elementen in het clubfitten, dat zeker geen exacte wetenschap is.

Swing weight

‘Sla je de ballen altijd zo laag?’, vraagt Robert na een paar ballen aan het tweede proefkonijn, collega Chris (51). ‘Nee, ik heb last van een blessure en kan niet zo goed draaien’, antwoordt hij. Robert pakt een shaft en een clubhoofd nu hij vermoedt dat Chris, die vijftien jaar speelt, iets lichters nodig heeft dan de stalen shafts die hij nu heeft. ‘Het is heel simpel: met een lichte shaft kan je sneller swingen. Net als bij vliegtuigen heb je bij meer massa meer snelheid nodig om op te stijgen. Als snelheid geen probleem is heb je meer aan een zwaardere shaft voor extra consistentie.’

Naast flex is swingweight een veel gehoorde term bij clubfitting. De swingweight zegt niets over het totale gewicht van de club maar alles over de verdeling van het gewicht in de club. De swingweight wordt aangeduid met een letter (A-F) en een oplopend getal (0-9), waarbij B een hogere swingweight aanduidt dan A, en A2 zwaarder is dan A1. De gemiddelde swingweight van een mannenclub ligt ongeveer op D2, voor vrouwen is dat C5. 

Gevoel

‘Als we kijken naar de huidige ijzer-7 van Chris’, zegt Wootton terwijl hij de club op de speciale weegschaal legt, ‘zien we een swingweight van C8. De club die ik hem nu geef is in totaal gewicht lichter, namelijk 383 gram in plaats van 399. Toch is de swingweight van de lichte club, namelijk D2, hoger. En dat is goed want Chris wil dat gewicht van het clubhoofd in de backswing voelen. Een kanttekening is dat we ons niet volledig laten leiden door swingweight. Het gaat nog steeds om gevoel, ook als de numbers goed zijn. In het tijdperk dat er nog geen computers waren ging het puur op gevoel. Nu hebben we dankzij launchmonitors technologie in huis om het gevoel te bevestigen.’

Bij metal woods wordt vaak gezegd loft is your friend. Voor Chris geldt dat hij ook bij ijzers wel wat extra hoogte kan gebruiken. Een club met een laag en diep zwaartepunt kan daar misschien bij helpen. Uiteindelijk belandt Chris bij een Srixon met een 10 gram lichtere shaft die zorgt voor een goede balans waarbij de bal de gewenste hoogte, afstand en spin krijgt. 

Wijzer naar huis

Kan je wonderen verwachten van een clubfitting? Zowel Jaco als Chris sloegen betere ballen met de gefitte ijzers. Niet alleen als het gaat om afstand maar vooral om spreiding en de consistentie in de (hoogte van de ) balvlucht. Niet alleen weten de twee proefkonijnen nu welke ijzers ze zouden kunnen aanschaffen voor extra afstand en minder spreiding, ook hebben ze meer kennis als het gaat om hun eigen unieke golfswing.

‘Hoe graag ik het ook zou willen, als je met een open clubblad de bal raakt, kan de shaft daar weinig aan veranderen en heb je meer baat bij een aantal lessen’, zegt Wootton. '

Grootste materiaalblunders

Wat valt Robert Wootton nog meer op als clubfitter? 

  • De meeste golfers hebben clubs die te zwaar zijn. Dat zorgt ervoor dat ze geen controle hebben over de club en vaak met een zwaaibaan van buiten naar binnen op de bal inkomen, de ingrediënten voor een slice. De club swingt met de speler in plaats van andersom.
  • Wat is het voordeel van een forged (gesmeden) club, tegenover bijvoorbeeld een cast (gegoten) club? Je kan het clubhoofd buigen. Dat is vooral handig als je swing nog verandert en je bijvoorbeeld de lie angle wilt aanpassen en daarmee de balvlucht wil veranderen.
  • Fabrikanten stoppen standaard (te) lange shafts in hun drivers omdat ze dan kunnen zeggen dat de nieuwste driver weer een X aantal meter verder vliegt. Marketing dus. Dat sommige golfers liever een houten-3 slaan dan een driver heeft puur te maken met de lengte van de shaft.
  • Veel golfers komen hier binnen met clubs met verkeerde lie angles, meestal teveel upright. Dat zorgt vaak al voor een afwijking in de vertrekrichting van de bal. Daarnaast zie ik dat veel golfers te dikke grips hebben. Een goed startpunt is de maat handschoen. Als je een M of L draagt dan is een standaard grip prima. Bij een XL heb je vaak wel een midsize grip nodig. De grip is voor ons heel belangrijk omdat deze het balanspunt in de club kan veranderen. Een midsize grip weegt meer en daar moet je rekening mee houden. Als het kan werken we met tape, dat praktisch niks weegt. Vier lagen tape onder de grip is even dik als een midsize grip, maar de swing-weight blijft hetzelfde.

SST Pure

Als je niks aan het toeval wilt overlaten en ook de laatste paar procent in orde moet zijn kan je overwegen om je shafts te laten puren. Het ‘puren’ van een shaft, dat door een volledig computer gestuurd apparaat gebeurt, is het vinden van het punt waar de shaft het meest stabiel is. Geen enkele shaft is helemaal recht of rond. Als je het meest stabiele buigpunt hebt bepaald kan de shaft op de juiste manier in het clubhoofd worden gezet. Dit zou een betere en meer consistente prestatie van de club moeten opleveren, maar de meningen verschillen over het nut van de technologie. De SST Pure machine, die ook wordt gebruikt door SGGT Euope, markeert het punt op de shaft waar het clubhoofd in moet. 

Ook niet-leden van The Dutch kunnen bij SGGT terecht voor een fitting. De prijs van een fitting is 150 euro. Als je een ijzerset koopt worden deze kosten in mindering gebracht.

Meer weten? 
purefitting.nl

Lees meer over
Equipment