Niveau golfer |
Slagen per ronde* |
% per ronde |
Tourpro |
7 |
10 |
80 |
10 |
13 |
90 |
13 |
15 |
100 |
16 |
16 |
Wedges zijn er in allerlei soorten en maten en het kan een aardig verwarrende klus zijn om de goede wedge te kiezen. Om te beginnen zijn er vier typen:
Dit is de wedge met het minst aantal graden loft (de hellingshoek van het clubblad, hoe meer loft hoe hoger en korter je de bal slaat), die varieert tussen de 44 en 46 graden. Vaak wordt deze wedge bijgeleverd bij je ijzerset.
De naam zegt het al: de gap wedge is er om het gat te dichten tussen de pitching wedge en de sand of lob wedge. Het aantal graden van de gap wedge zit vaak tussen de 48 en 54 graden.
De sand wedge heeft een loft tussen de 56 en 58 graden. Deze club gebruik je niet alleen uit het zand, maar ook voor volle slagen, pitches en chips.
De lob wedge heeft een loft van 58 tot zelfs 64 graden om de bal de lucht in te krijgen en zo snel mogelijk te laten stoppen op de green.
In het ontwerp van normale ijzers is te zien dat er veel met cavity backs en gewichtsverdeling wordt gewerkt zodat ook een verkeerd geraakte bal, bijvoorbeeld op de teen of hiel, nog afstand maakt. Wedges daarentegen zijn redelijk hetzelfde gebleven. “Voor een wedge heeft al die technologie niet zo veel zin, want het zijn clubs waarbij het niet om afstand gaat maar om gevoel”, zegt Bob Vokey, een van de grootste experts op het gebied van wedges. “Je ziet zo en nu dan wedges verschijnen met een cavity back en andere technologieën, maar dat is volgens mij meer marketing dan iets anders.”
“Ga naar een fitter voor de juiste wedges”, geeft Vokey als advies aan alle golfers. “De meeste Tourspelers hebben drie wedges in hun tas. Toen ik mij nog niet bezighield met wedges, dacht ik ook dat het slechts clubs waren waarmee je uit de rotzooi sloeg. Dat is de grootste misvatting. Nu weet ik dat het de clubs zijn waarmee je scoort."
"De gemiddelde Tourprofessional raakt per ronde elf greens", vervolgt hij. "De gemiddelde recreatie-golfer misschien vijf of zes en dus heb je clubs nodig waarmee je par kunt redden. Als je op een drivingrange kijkt, zie je dat er het minst op wordt geoefend terwijl het de moeilijkste club is. Neem dus ook les, want je hebt veel oefening en techniek nodig om chips, pitches, bunkerslagen, herstelslagen en lobshots te kunnen spelen. Veel mensen proberen drives te slaan van driehonderd meter, maar daar hebben ze de swingsnelheid niet voor. Voor ballen binnen honderd meter hebben ze wel voldoende swingsnelheid. Je ziet ook vaak dat spelers niet goed gefit zijn. Als ik een speler fit, vraag ik verschillende dingen. Wat zijn je beste slagen? Waar oefen je veel op? Met welke slagen rond de green heb je moeite? Op wat voor banen speel je? Zijn de greens verhoogd? In dat geval heb je namelijk meer loft nodig. Als het vrij vlak is heb je misschien meer aan een gap wedge. Over het algemeen hebben spelers met een handicap hoog in de tien geen lob wedge nodig maar een gap wedge.”
Bekijk onderstaande video om te zien hoe een clubfitting voor wedges in z'n werk gaat. (tekst gaat verder onder video)
Zo blijf je altijd op de hoogte van de laatste acties en het nieuws
Een goede gapping is de eerste stap en het belangrijkste aspect bij het kiezen van een wedge. Vokey: “Ik raad altijd aan dat er een verschil van 4 tot 6 graden en 8 tot 12 meter zit tussen je wedges. Als de gapping goed is, hoef je niet meer die moeilijke halve of kwart swings te maken, maar kan je alle afstanden met een volle of driekwart swing slaan. Dat maakt golf een stuk makkelijker.
Gapping is de laatste jaren belangrijker geworden omdat de standaard pitching wedge steeds minder loft heeft gekregen. Vroeger had de pitchting wedge rond de 51 graden aan loft, maar dat is tegenwoordig richting de 46 of 47 graden. Als je dan direct van een pitching wedge van 46 graden naar een sand wedge gaat van 56 is het gat te groot en heb je een probleem als de vlag precies op een afstand staat tussen die twee wedges (zie afbeelding in carrousel). Dan kan een 52 graden-wedge uitkomst bieden.”
Bekijk onderstaande tabel voor de opties die je hebt op basis van het aantal graden van je standaard pitching wedge en of je ruimte hebt voor twee of drie wedges.
Loft Pitching Wedge |
Gap Wedge |
Sand Wedge |
Lob Wedge |
43 |
48 |
52 |
58 |
45-46 |
50 |
54 |
58 |
45-46 |
52 |
- |
58 |
47-48 |
52 |
56 |
60 |
47-48 |
54 |
- |
60 |
Naast de loft is de bounce belangrijk. Maar wat is het? Op de afbeelding onder deze paragraaf kan je goed zien dat elke wedge een zool, een leading edge en een trailing edge heeft. Bounce is de hoek tussen de trailing edge en de leading edge van het clubblad.
Gene Sarazen was de eerste die in de bunker een wedge gebruikte met bounce. Het zorgde ervoor dat de club zich niet ingroef en de bal uit het zand omhoog kwam. De bounce (aantal graden) van een club wordt vaak aangegeven naast de loft. Je zou kunnen zeggen dat bounce belangrijker is dan loft, want of je goed contact met de bal maakt, hangt niet van de loft af, terwijl de bounce daar wel degelijk invloed op heeft. In z'n algemeenheid moet je behendiger zijn voor een wedge met een lage bounce. Je hebt dan minder zool die je helpt als je de bal niet helemaal goed raakt.
Vokey: “Verder kijk ik bij een wedge-fitting eerst naar het swingtype. Dat doe ik omdat je, ongeacht de condities, altijd je swing meeneemt. Linksbanen zijn doorgaans harder dan polder- of bosbanen en Tourspelers passen hun swing aan op een harde of zachte ondergrond. Maar als beginner moet je dat niet doen.”
Ben je een digger of sweeper? Als je een digger bent heb je een steile invalshoek, sla je volle divots en heb je doorgaans een wedge nodig met meer bounce. Als je een sweeper bent kom je niet steil maar vlak op de bal in en sla je weinig (en ondiepe) plaggen. In dit geval heb je een club nodig met een lage bounce.
Type swing/ondergrond |
Bounce |
Graden bounce |
Digger/zacht |
Hoog |
10-14 |
Neutraal/normaal |
Mid |
8-10 |
Sweeper/hard |
Laag |
6-8 |
In de laatste stap gaat het om het kiezen van de grind. De grind komt als laatste in de fitting naar voren; het kiezen van een wedge begint bij de loft en de bounce en als je dat hebt gedaan ligt de grind al zo goed als vast. De grind is hoe de zool van een wedge is vormgegeven. Een grind bepaalt of de zool dusdanig is afgewerkt dat je het blad makkelijker open kunt zetten. De grind zegt vooral iets over de veelzijdigheid van de wedge. 'Grinds helpen je bij de techniek en helpen ons om elke speler een wedge te bieden die bij ze past', aldus Vokey.
Het is vaak onderwerp van gesprek als het over wedges gaat: wanneer zijn ze versleten? Groeven zijn onmisbaar voor het creëren van spin, maar groeven slijten, en dat kan snel gaan als je veel oefent (vooral uit de bunker). Topspelers als Jordan Spieth vervangen zo’n vier keer per jaar hun lob en sand wedge. Titleist heeft onderzoek gedaan en kwam met de volgende uitkomsten:
Aantal rondes |
Rol (meter) |
Spin (rmp) |
0 (nieuwe wedge) |
3 |
8500 |
75 |
5,5 |
7700 |
125 |
7,3 |
6500 |
“Het is een richtlijn”, zegt Titleist. “Wedges slijten, wat voor techniek wij ook gebruiken om de groeven langer mee te laten gaan. Het gevaar voor gemiddelde golfers is dat ze het niet merken omdat het geleidelijk gebeurt. Natuurlijk snappen wij dat niet iedere golfer zo vaak zijn wedges kan en wil vervangen. Wij adviseren dat als je je korte spel serieus neemt, je na 75 rondes moet bekijken of je wedges nog goed presteren.”