Anneke en Willem lopen beiden één keer in de week een ronde op Spaarnwoude. Maar niet met elkaar, ook al zijn ze een stel. De een is namelijk wat langer van stof dan de ander, en dat kan in de baan wat wringen.
Willem: “Mijn vrouw heeft de bijnaam Anneke Staan-Slaan. Ken je dat? Voordat iemand het in de gaten heeft, is de bal al weg. Ik zei vroeger dan weleens: 'Lieveling, zou je niet de tijd nemen?'” Anneke reageert pijlsnel: “Dat bepaal ik zelf wel.” “Hoor je, dat advies nam ze nooit ter harte”, zegt Willem met een lach.
De twee golfen al 24 jaar, dus ze hebben al heel wat meters op de fairway gemaakt. Anneke: “Mijn pro zegt altijd: ‘Je moet nooit luisteren naar je man.’ Dus dat doe ik dan ook niet. Hun adviezen spreken elkaar tegen. En naar wie is het dan slimmer om te luisteren? Juist.”
Ik maak ook geen proefswing, daar word je alleen maar moe van
Willem: “Ik bedoel het goed, hoor. En ik weet het, van de pro. Ik praat ook veel en inderdaad soms in de vorm van een onbedoeld advies. Dus tegen Anneke zeg ik of ze niet wat rustiger zou slaan, of ik vraag haar of ze niet een keertje mee gaat om te oefenen op de drivingrange of op de oefengreen.”
Anneke: “Ik oefen niet. Mijn spel is dan wel wisselvallig, maar bij mensen die wel oefenen is het ook wisselvallig. Laatst waren Willem en ik eens te laat, waardoor hij niet kon inslaan. Toen speelde hij een hartstikke goede ronde. Dus, mijn advies aan Willem zou zijn: minder oefenen.”
Dat is ook waar haar bijnaam vandaan komt. “Ik ben geen prater, dus als ik een ronde speel met een groepje en we komen bij de afslagplaats aan, dan sla ik af. Ik maak ook geen proefswing, daar word je alleen maar moe van. En je gaat te veel nadenken over hoe je moet slaan. Dat maakt dat ik sneller sla dan de gemiddelde speler. Vaak staan flightgenoten nog een verhaal te vertellen en dan heb ik al afgeslagen. Ik denk dan wel eens: een beetje opletten en iets minder kakelen.”
Willem lachend: “Als mensen bij mij in de flight worden ingedeeld, dan weten ze al dat ze veel verhalen om de oren zullen krijgen. Maar tijdens het afslaan zorg ik er altijd voor dat ik mijn mond houd. Dat heb ik dan weer van Anneke geleerd.”