In de tweewekelijkse rubriek ‘Wat een (B)rookie’ belichten we de schoonheid van golf vanuit de ogen van een kind. Nate van der Grinten (13) uit Binschoten Spakenburg vertelt waarom hij de sport zo leuk vindt: “De hele dag thuis zitten vind ik niks, zet mij maar af op de golfbaan.”
Woordenboek: (B)rookie is een creatieve samenstelling van het Nederlandse woord broekie: zelfstandig naamwoord uitspraak: broe-kie 1. jong mens. En het Engelse woord: rookie: een sporter aan het begin van zijn of haar carrière. In golf is er ook een ‘rookie of the year ranking’.
|
Hoelang golf je al en hoe ben je ermee begonnen?
“Ik golf nu vijf jaar, ik begon toen ik acht jaar oud was. Mijn vader, oom en een vriend van mijn vader golften en ik mocht mee naar de drivingrange. Dat vond ik leuk. Mijn handicap is nu 9.4. Prima. Wat mij betreft kan het nog naar beneden. Maar goed, rustig aan!”
Handicap 9.4, dat is knap! Hoe vaak ben jij op de baan te vinden?
“Ik ben in principe elke dag te vinden op de golfbaan, als ik geen andere verplichtingen heb. Na de zomer ga ik naar CSE, een middelbare school waar je sport combineert met naar school gaan. ’s Ochtends krijgen we anderhalf uur les, dan school tot maximaal half vier. Daarna weer spelen. Ik heb er zin in. Mijn short game is goed, maar ik wil graag nog
verbeteren in pitchen. Slagen binnen de 80 meter, die moeten beter. Mijn droom hierna is om te mogen spelen voor een universiteit in Amerika.”
Wat vind je het leukste aan golfen?
“Binnen zitten vind ik niks en ik verveel me snel. Dus dan ga ik graag golfen. Er is altijd wel iemand die ik ken op de club met wie ik kan spelen. Het allerleukste ooit vond ik met mijn vader
spelen op Bernardus. Alles was daar perfect, de faciliteiten zijn geweldig, de baan is een droom. Je bent daar lid voor een dag. Mijn vader en ik speelden 36 holes op één dag. Ik vond het wel meevallen, behalve dat mijn voeten een beetje moe waren. Maar ik kon zo nóg een keer 18 holes lopen, als dat had gekund.”
Nates golfdilemma
Elke keer dat je een bogey maakt een hapje sambal eten OF elke keer dat je een birdie maakt een hap nemen van een citroen?
“Ik ga voor de birdie en citroen. Aan een bogey heb je niet zoveel. Bij een birdie gaat er steeds een punt af. En een citroen is ook nog eens beter voor mij, want ik kan niet tegen het pittige van de sambal.”
|
Wat is de fijnste golfclub uit de tas?
“Mijn putter en mijn driver. De driver is mijn vriend, die gaat eigenlijk altijd wel goed, vaak met een kleine fade. Putten gaat ook goed, ik heb eigenlijk altijd wel een twee- of één-putt.”
Als je één dag de baas zou zijn van de golfbaan en alles mag, maar dan ook echt álles, wat zou je dan regelen voor de andere kinderen?
“Dan zou ik op onze golfbaan waar nu het secretariaat zit een jeugdhonk maken. Met daarin een sportschooltje, een putting green, een trackman, een pouletafel en een dartbord. En een bank met een tv waarop je golf kan kijken.”
En de laatste vraag, Nate: wat wil je later worden?
“Professional. Dat wordt elke dag trainen dus. En als dat niet lukt, dan word ik golfleraar.”
Caddieboekje van Nate
Wat is je handicap?
“9.4.”
Wat is je favoriete golfbaan?
“Bernardus."
Met wie speel je het liefst?
“Met de oudere jongens uit de jeugd bij mij op de golfclub.”
Wat is je lievelingseten?
“Simpel broodje ham en kaas.”
|
Ben of ken jij een kind dat ook golft en daar graag meer over wil vertellen? Mail dan naar redactie@golf.nl!